Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Antwoorden Kamervragen over Nederlandse bijdrage aan plan voor wereldwijde voedseltransitie

Minister Schouten (LNV) geeft antwoord op vragen over de Nederlandse bijdrage aan een plan van het World Economic Forum voor een wereldwijde voedseltransitie. Het Tweede Kamerlid Van Meijeren (FvD) heeft deze vragen gesteld.

16 december 2021

Kamerstuk: kamervraag

Kamerstuk: kamervraag

1

Beschouwt u het World Economic Forum (hierna: WEF) als een entiteit met enig gezag? Zo ja, waarom? Zo nee, hoe beschouwt u het WEF dan wel? Erkent u dat het WEF op geen enkele wijze democratisch gelegitimeerd is?

Antwoord

Het World Economic Forum is een organisatie die perspectieven uit de wetenschap, de publieke en de private sector bij elkaar brengt. Het WEF is geen democratisch gekozen entiteit.

2

Hoe zien de onderlinge verhoudingen of samenwerkingen tussen de Nederlandse staat en het WEF (op welk gebied en in welke vorm dan ook) er precies uit? Kunt u een overzicht geven van alle overeenkomsten (mondeling en schriftelijk) die er bestaan tussen (vertegenwoordigers van) de Nederlandse staat en (vertegenwoordigers van) het WEF? In hoeverre zijn de gemaakte afspraken (juridisch) bindend?

Antwoord

Nederlandse bewindspersonen nemen regelmatig op uitnodiging deel aan door het WEF georganiseerde bijeenkomsten. Daarnaast is sprake van samenwerkingsverbanden met het WEF die zijn vastgelegd in overeenkomsten op de volgende terreinen:

- Sustainable Investment Policy

- Tropical Forest Alliance

- Food Systems Initiative

- Food Innovation Hubs

De in deze overeenkomsten vastgelegde verplichtingen zijn juridisch bindend.

3

Kunt u zich herinneren dat u tijdens de bijeenkomst van het WEF op 27 januari jl. uw steun heeft uitgesproken voor het plan van het WEF om een “wereldwijde voedseltransitie” te realiseren?

Antwoord

Er is bij het kabinet geen plan van het WEF voor een wereldwijde voedseltransitie bekend.

4

Wat zijn de verwachte gevolgen van de beoogde wereldwijde voedseltransitie voor de voedselvoorziening in Nederland? Wat zijn de verwachte gevolgen voor onze agrarische sector?

Antwoord

De Nederlandse agrifood, tuinbouw en veredeling sectoren zijn wereldspelers als het gaat om kennis en technieken voor het duurzaam produceren en verwerken van voedsel. Die kennis en innovatie gaat al de wereld over, denk bijvoorbeeld aan het bedrijf East-West Seed van Simon Groot dat miljoenen kleine boeren voorziet van goed zaaigoed. Met FoodValley als Europese Food Innovation Hub en het Global Coordinating Secretariat in Nederland kunnen we die kennis en kunde nog veel meer delen met de wereld. Daarmee blijft de Nederlandse agrarische sector van groot belang voor mondiale voedselzekerheid.

5

Kan het plan voor een wereldwijde voedseltransitie tot gevolg hebben dat Nederland direct of indirect in enige mate controle verliest over de eigen voedselvoorziening? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, hoe kunt u dat uitsluiten?

Antwoord

Er is bij het kabinet geen plan van het WEF voor een wereldwijde voedseltransitie bekend. De VN Duurzame Ontwikkelingsdoelen, en meer in het bijzonder SDG 2, bestaan uit een set streefwaarden, te realiseren op basis van vrijwilligheid en nationale soevereiniteit.

6

Wanneer is besloten dat Nederland een actieve bijdrage zal leveren aan dit plan uit de koker van Klaus Schwab? Hoe is dit besluit tot stand gekomen? Welke overwegingen hebben hierbij een rol gespeeld? Sinds wanneer bent u hierover in contact met Klaus Schwab (of zijn medewerker(s))? Heeft het WEF u over deze samenwerking benaderd of heeft u zelf contact gezocht met het WEF? Bent u bereid om alle documenten (inclusief brieven, beleidsnota’s, adviezen, e-mails, gespreksverslagen, enz.) die hierop betrekking hebben, openbaar te maken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Ik ben niet bekend met een plan van Klaus Schwab voor een wereldwijde voedseltransitie. Er is in Nederland geen besluit genomen over het bijdragen aan een dergelijk plan.

Voor de overweging om bij te dragen aan het Global Coordinating Secretariat wil ik u verwijzen naar het antwoord op vraag 11 en naar de stukken die u middels de bijlagen bij deze brief heeft ontvangen in reactie op vraag 10 van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de minister-president over het karakter van, en de relaties van kabinetsleden met, het World Economic Forum.

7

Erkent u het fundamentele belang van parlementaire betrokkenheid bij besluiten die raken aan de Nederlandse voedselvoorziening? Zo nee, waarom niet? Wanneer en op welke wijze heeft u het parlement geïnformeerd of anderszins betrokken bij het besluit dat Nederland een actieve bijdrage gaat leveren aan het plan van het WEF voor een wereldwijde voedseltransitie? Bent u tevreden over deze gang van zaken?

Antwoord

Ik erken dit belang. Zoals bij vraag 6 aangegeven is het kabinet niet bekend met een plan van het WEF voor een wereldwijde voedseltransitie.

8

Zijn bij het nemen van het besluit (belangenbehartigers van) boeren geconsulteerd? Zo ja, wie? Zo nee, waarom niet? Zijn bij het nemen van dit besluit anderen geconsulteerd? Zo ja, wie? Zo nee, waarom niet? Wat zijn de reacties uit de consultatie? Wat is daarmee gebeurd?

Antwoord

Zoals bij vraag 6 aangegeven is het kabinet niet bekend met een plan van het WEF voor een wereldwijde voedseltransitie.

9

Wat wordt in de beoogde wereldwijde voedseltransitie precies de functie van de zogenaamde “Food Innovation Hubs”?

Antwoord

Voor de Food Innovation Hubs verwijs ik u naar de bijlagen die ik u met deze brief heb meegestuurd.

10

Hoeveel bedraagt de (directe of indirecte) financiële bijdrage van de Nederlandse staat aan (initiatieven van) het WEF?

Antwoord

Voor de bijdrage aan het Global Coordination Secretariat voor de Food Innovation Hubs verwijs ik u naar de bijlagen die ik u met deze brief heb meegestuurd.

11

Waarom is ervoor gekozen het zogenaamde “Global Coordinating Secretariat” in Nederland op te zetten en niet in een ander land? Waren er andere landen kandidaat? Zo ja, welke?

Antwoord

Nederland is een wereldspeler als het gaat om kennis en technieken voor het duurzaam produceren en verwerken van voedsel. Om de positie van Nederland in het internationale kennis- en innovatiesysteem te versterken heeft Nederland ingezet op het opzetten van het Global Coordinating Secretariat in Nederland als een neutrale entiteit die ook open staat voor andere landen en stakeholders om een rol in te spelen. Het Global Coordinating Secretariat brengt belangrijke (internationale) partijen in de sector bij elkaar, waardoor Nederland kan investeren in zijn positie als wereldspeler in het agrofooddomein. Er waren ons geen formele kandidaturen van andere landen bekend.

12

Met ingang van wanneer treedt het Global Coordinating Secretariat in werking?

Wat worden de taken van het Global Coordinating Secretariat? Hoeveel medewerkers zijn er in dienst of zullen er in dienst zijn van het Global Coordinating Secretariat?

Antwoord

Hiervoor verwijs ik u naar de bijlagen die ik u met deze brief heb meegestuurd.

13

Op hoeveel jaar doelde u toen u aankondigde dat de Nederlandse overheid “multi- year funding” zal verzorgen ten aanzien van het Global Coordinating Secretariat?

Antwoord

Hiervoor verwijs ik u naar de bijlagen die ik u met deze brief heb meegestuurd.

14

Wat zijn de (financiële) voordelen voor Nederland van deze samenwerking met het WEF en het opzetten van een Global Coordinating Secretariat?

Antwoord

De Nederlandse agrifood- en tuinbouw sectoren zijn wereldspelers als het gaat om kennis en technieken voor het duurzaam produceren en verwerken van voedsel.

Die kennis en innovatie gaat de wereld over. Met FoodValley als Europese Food Innovation Hub en het Global Coordinating Secretariat in Nederland kunnen we die kennis en kunde nog veel meer delen met de wereld en daarmee onze koppositie versterken.

15

Welk belang heeft het WEF bij het opzetten van Food Innovation Hubs en een Global Coordinating Secretariat? Kunt u dit toelichten? Krijgt het WEF op enigerlei wijze vergoeding van Nederland voor deze samenwerking?

Antwoord

Hiervoor verwijs ik u naar de bijlagen die ik u met deze brief heb meegestuurd.

16

Aan wie is het Global Coordinating Secretariat (eind)verantwoording verschuldigd?

Antwoord

Hiervoor verwijs ik u naar de bijlagen die ik u met deze brief heb meegestuurd.

17

Klopt het dat u op donderdag 23 september jl. aanwezig was bij de Food Systems Summit van de Verenigde Naties? Zo ja, wie waren er precies als Nederlandse afgevaardigden aanwezig?

Antwoord

Op donderdag 23 september jl. was de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking namens het kabinet (digitaal) aanwezig bij de Food Systems Summit van de Verenigde Naties. Voor de inbreng van minister De Bruijn verwijs ik graag naar de website van de Food Systems Summit(1).

18

Kunt u toelichten wat de uitkomst van deze bijeenkomst is en wat de gevolgen zijn voor Nederland in het algemeen en de Nederlandse landbouw in het bijzonder? Zo nee, waarom niet? Zijn er bindende afspraken gemaakt tijdens de bijeenkomst?

Antwoord

Uitkomsten van deze VN top zijn o.a. de consolidatie van vrijwillige nationale strategieën naar duurzame voedselsystemen, de opzet binnen de VN van een mechanisme voor coördinatie daarvan en de lancering van internationale actie- coalities om met name ontwikkelingslanden daarbij te ondersteunen. De top had vooral een inspirerend karakter. Er zijn geen bindende afspraken gemaakt.

Daarmee hebben de uitkomsten geen directe gevolgen voor Nederland in het algemeen, noch voor de Nederlandse landbouw.

19

Kunt u toelichten wat het streven naar “changing the practices of more than 500 million smallholder farmers” in de praktijk betekent? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

In lijn met SDG 2 betekent dit het bevorderen van inclusieve en duurzame groei, met een duurzame verhoging van productiviteit en inkomen voor kleinschalig producerende boeren in ontwikkelingslanden. In het kader van het Nederlandse voedselzekerheidsbeleid is de inzet om de productiviteit en het inkomen van 8 miljoen kleinschalig producerende boeren te verdubbelen op een manier dat dit ecologische grenzen van onze planeet respecteert en het de kleinschalig producerende boeren weerbaarder maakt tegen de gevolgen van klimaatverandering.

20

Welke verplichtingen brengt dit “changing the practices” met zich mee voor de Nederlandse boeren? Kunnen zij er geheel vrijblijvend voor kiezen om zich aan te sluiten bij de Food Innovation Hubs of worden zij hiertoe aangemoedigd of verplicht?

Antwoord

De ondersteuning vanuit de Food Innovation Hubs van kleinschalige voedselproducenten in ontwikkelingslanden brengt geen enkele verplichting mee voor Nederlandse boeren. Nederlandse boeren of vertegenwoordigers van boeren kunnen vrijblijvend kiezen om zich aan te sluiten bij de Food Innovation Hubs.

21

Wat bedoelt u met “food systems transformation”? Kunt u toelichten welke gevolgen deze transformatie heeft voor de Nederlandse landbouw in het algemeen en de dagelijkse praktijk van Nederlandse boeren in het bijzonder? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

In het kader van de VN Duurzame Ontwikkelingsdoelen voor 2030 (SDG’s) wordt wereldwijd gewerkt aan een transitie naar een duurzaam voedselsysteem waarin voeding op zodanige wijze geproduceerd en geconsumeerd wordt, dat het voorziet in het gezond en voldoende voeden van de wereldbevolking en boeren een leefbaar inkomen hebben, zonder negatieve sociale, ecologische en economische gevolgen.

22

Kunt u toelichten welke gevolgen deze transformatie heeft voor de Nederlandse voedselketen in het algemeen en de dagelijkse consumptie door Nederlandse burgers in het bijzonder? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

In vraag 21 heb ik aangegeven wat volgens het Nederlandse kabinet de gevolgen van de wereldwijde voedseltransitie voor de Nederlandse voedselketen in het algemeen en de consumptie door Nederlandse burgers in het bijzonder.

23

Wat verstaat u onder het opzetten van een “multistakeholder platform”? Hoe verhoudt het opzetten van een dergelijk platform zich tot uw recent uitgelekte plannen om boeren te onteigenen? Spreken deze plannen elkaar tegen of versterken zij elkaar juist? Kunt u dit toelichten?

Antwoord

De regionale Food Innovation hubs vormen ‘multistakeholder platforms’ om boeren, bedrijven, wetenschappers en (andere) partijen uit de voedselketen bij elkaar te brengen om innovaties en bedrijfs- en verdienmodellen te ontwikkelen die bijdragen aan een duurzaam en toekomstbestendig voedselsysteem.

Er is geen link tussen beide, waardoor ze elkaar noch versterken, noch tegenspreken.

24

Bent u bekend met de termen “stakeholder capitalism”, “shareholder capitalism” en “state capitalism”? Wat verstaat u onder deze termen? Bent u voorstander van het nastreven van “stakeholder capitalism” in Nederland? Zo ja, waarom? Hoe ziet u dit voor zich? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Ik ben bekend met het door de heer Schwab en de heer Vanham geschreven boek over ‘Stakeholder Capitalism’, waarin deze termen worden beschreven. In het boek wordt de visie van de auteurs over deze termen en de verschillende vormen van economische systemen weergegeven. Het WEF biedt een platform voor de uitwisseling van ideeën en kennis. Het kabinet steunt de inzet van het WEF om verschillende ideeën over onderwerpen uit te wisselen en inzichten en kennis te delen. Dat betekent echter niet automatisch dat de thema’s die worden besproken, zoals ‘stakeholder capitalism’, doelstellingen van het kabinet zijn.

25

Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?

Antwoord

Vanwege noodzakelijke afstemming tussen verschillende departementen lukte het niet om de vragen binnen het gestelde termijn te beantwoorden.

Voetnoten

  1. On-demand (unfoodsystems.org)

Bijlagen

Communicatie over Global Coordinating Secretariat Food Innovation Hubs
Brieven van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat aan het World Economic Forum over de vestiging in Nederland van het Global Coordinating Secretariat voor de Food Innovation Hubs.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter