Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Antwoorden op Kamervragen over onderzoek aanlanding stroomkabel windpark door Schiermonnikoog

Minister Jetten (Klimaat en Energie) geeft antwoord op vragen over het onderzoek naar de aanlanding van de stroomkabel van een windpark door Schiermonnikoog. Eerste Kamerleden van de fracties van Groenlinks en PvdD hebben de vragen gesteld.

7 maart 2023

Kamerstuk: kamervraag

Kamerstuk: kamervraag

Geachte Voorzitter,

Met deze brief geef ik antwoord op de door u op 13 december 2022 gestelde nadere vragen inzake onderzoek naar aanlanding stroomkabel van windpark door Schiermonnikoog (kenmerk 171514.02U) die u gesteld heeft naar aanleiding van mijn eerdere antwoorden op vragen op 10 november 2022 (Kamerstuk 35092, nr. N). In deze brief zijn de vragen per fractie opnieuw opgenomen en voorzien van een antwoord.

Vragen van de leden van de fractie van Groenlinks

De leden van de fractie van GroenLinks lezen in uw beantwoording dat zowel wind op zee als waterstof routes en hun bijhorende capaciteit in het programma aansluiting wind op zee nader worden uitgewerkt. Dat ervaren zij als positief. Begrijpen zij goed dat er een integraal, samenhangend plan komt voor alle (potentiële) verbindingen in dit kwetsbare gebied en dat voorafgaand aan de besluitvorming voor iedereen duidelijk is gemaakt wat er de komende jaren precies gaat plaatsvinden? Graag ontvangen zij hierop een toelichting.

In het Programma Aansluiting Wind Op Zee – Eemshaven (hierna: PAWOZ – Eemshaven) wordt onderzocht via welke routes windparken op zee aangesloten kunnen worden in Eemshaven. Er worden zowel routes voor elektriciteitskabels als routes voor waterstofleidingen onderzocht. In sommige gevallen zijn dit dezelfde routes. Hiermee onderzoek ik integraal de mogelijkheden in het gebied voor routes om windparken in Eemshaven aan te sluiten, zodat voor iedereen duidelijk is welke routes tot 2040 gebruikt kunnen worden. Op dit moment zijn er twee windenergiegebieden aangewezen om aan te sluiten op Eemshaven: windenergiegebied Ten Noorden van de Wadden (700MW) en windenergiegebied Doordewind (4GW). Zij zullen (een deel van) de routes gebruiken die als resultaat uit PAWOZ – Eemshaven komen. Het is mogelijk dat er in de toekomst andere windenergiegebieden aangewezen worden, die ook aangesloten worden in Eemshaven. De aansluitingen van deze windparken zullen plaatsvinden via de routes die uit PAWOZ – Eemshaven komen.

In uw beantwoording noemt u de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD), deze leden verzoeken u om meer informatie te geven over de concept NRD en welke wijzigingen daarin aan bod komen.

De NRD is het onderzoeksplan waarin staat welke aspecten worden onderzocht in de plan-milieueffectrapportage (planMER) en Integrale Effectenanalyse (IEA) zodat een weloverwogen besluit over de routes kan worden genomen. Om tot de NRD te komen is een zorgvuldig proces doorlopen. Er zijn verschillende gesprekken geweest met regionale partijen, medeoverheden, belangenorganisaties en bewoners. Op 30 september 2022 is de concept-NRD gepubliceerd. Dit document lag t/m 10 november 2022 ter inzage. Er zijn 29 reacties ingediend, en de Commissie m.e.r. heeft advies gegeven. Op basis van deze input is de concept-NRD aangepast en is een definitieve NRD opgesteld. Die definitieve NRD is door mij vastgesteld. De definitieve NRD is online beschikbaar(1). Daarnaast is er op dezelfde website een overzicht beschikbaar van de wijzigingen die gemaakt zijn tussen de concept-NRD en definitieve NRD.

Sinds de start van het programma aansluiting wind op zee en de ontwikkeling van wind op zee, hebben de aanslagen op de Nordstream pijpleidingen plaatsgevonden. Kunt u aangeven hoe bij de Powerhub wind op zee en waterstof op zee aandacht wordt gegeven aan de aspecten veiligheid en sabotage? Hoe wordt de beveiliging van dergelijke voorzieningen gegarandeerd? Hoe ziet het programma eruit wanneer toch aanslagen plaatsvinden, zowel in de bouw- als in de exploitatiefase? Hoe worden de Wadden beschermd tegen mogelijke (vervuilings-)risico’s als gevolg daarvan? Worden deze risico’s meegenomen in de opzet van de milieueffectrapportage en passende beoordeling?

In deze tijd waarin de dreiging voor de infrastructuur op de Noordzee duidelijk op ons netvlies staat en we geconfronteerd worden met manifestaties van deze dreiging, acht het kabinet een robuuste aanpak noodzakelijk om de bescherming van infrastructuur op de Noordzee te kunnen borgen en waar nodig te verbeteren. Vitale aanbieders hebben op basis van (sectorale) wetgeving een zorgplicht om passende maatregelen te treffen om de continuïteit van hun processen te waarborgen. Bestaande wetgeving zoals de Elektriciteitswet 1998 en de Telecommunicatie wet alsmede door het Europees Parlement (EP) recent goedgekeurde Critical Entities Resilience (CER) Directive en de Network- and Information Security 2 (NIS2) Directive bieden daarbij de wettelijke kaders voor het verhogen van de weerbaarheid van de digitale- en fysieke systemen van vitale infrastructuur. De overheid is zich bewust dat aanbieders zich nu en in de toekomst niet in alle gevallen kunnen weren tegen door statelijke actoren gesteunde sabotage, spionage en manipulatie. De overheid pakt hier haar verantwoordelijkheid en ondersteunt hen hierbij.

Op dit moment loopt er, onder aansturing van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, een ontwikkeling van een strategie ter bescherming van Noordzeeinfrastructuur. Onderdeel hiervan is een TNO-onderzoek naar kwetsbaarheden en weerbaarheidsverhogende maatregelen voor de infrastructuur op de Noordzee. In lijn met de te ontwikkelen strategie verkent het ministerie van Economische Zaken en Klimaat mogelijkheden tot een onderzoek naar de huidige ontwikkelkeuzen van de infrastructuur op de Noordzee. Dit jaar stellen we het Energie Infrastructuur Plan 2050 op waarbij gekeken wordt welke infrastructuur (energieknooppunten/hubs) waar en wanneer nodig is op de Noordzee. Veiligheid is hier een belangrijk onderdeel van de afweging voor een constructievorm en het aanleggen van (meerdere) internationale verbindingen. Andere departementen werken in deze strategie ook aan verbetertrajecten zoals het ministerie van Defensie wat voor 2023 een focusprogramma bij TNO ingesteld heeft gericht op Seabed Warfare(2).

Eventuele milieueffecten van een sabotageactie op de Waddenzee zijn op voorhand niet uit te sluiten. In de Integrale Effectenanalyse (IEA) wordt in beeld gebracht wat eventuele effecten van sabotage zullen zijn, in het bijzonder de verschillen tussen de routes, zoals ook opgenomen in de NRD, zodat dit kan worden meegewogen bij de beoordeling van de routes.

De leden van de fractie van GroenLinks vragen of er tijdens de exploitatiefase aandacht is voor de geomorfologische dynamiek in de Waddenzee? Volgens deze leden worden de effecten van erosie uitgebreid onderzocht ook in relatie tot onderhoud van kabels, maar zij vernemen graag of dit ook geldt voor de geomorfologische dynamiek. Mocht dit niet het geval zijn bent u dan bereidt dat mee te nemen, zo vragen deze leden. Indien u daartoe niet bereid bent dan zien zij dat graag toegelicht.

In de onderzoeken, zoals ook beschreven in de NRD, is aandacht voor de morfologie. Door de grote morfologische dynamiek in de Waddenzee bestaat er risico op blootspoeling tijdens de exploitatie van elektriciteitskabels en/of waterstofleidingen. Om dit risico in beeld te brengen en mee te kunnen wegen bij de besluitvorming wordt dit risico per route in beeld gebracht.

Kunt u op verzoek van deze leden nader onderbouwen waarom de Wantij route Ameland af kan vallen?

De Ameland Wantij route wordt voor elektriciteitskabels niet verder onderzocht, maar is wel een optie voor waterstofleidingen. Deze route valt af als optie voor elektriciteitskabels omdat hij een significant langer landtracé heeft dan vergelijkbare alternatieven en een extra Natura 2000-gebied, het Lauwersmeer, zou doorsnijden om vanaf het punt waar de elektriciteitskabel op het vaste land komt naar het aansluitpunt in Eemshaven te gaan.

Dit is niet het geval voor een eventuele waterstofleiding. Deze kan ten zuiden van het aanlandpunt aansluiten op het toekomstige Waterstofnetwerk Nederland, en via die route kan de waterstof naar Eemshaven worden gebracht. Hiermee wordt het Lauwersmeer vermeden.

Introductie van de ADC toets (Alternatieven, Dwingende redenen, Compenserende maatregelen) uit de passende beoordeling van de milieueffectrapportage kan uitwijzen dat bij geen van de mogelijke verbindingen door het Waddengebied (ernstige) aantasting van de natuurlijke kenmerken van Nature 2000 gebieden is uit te sluiten. Overweegt u dan om deze uitkomst over te nemen, met andere woorden om de routes te leggen daar waar geen aantasting is?

Het aanleggen van een elektriciteitskabel of waterstofleiding heeft impact op de omgeving. Mogelijk zal iedere route effecten hebben. Het is mijn inzet om mogelijke negatieve effecten zoveel mogelijk te beperken. Daarom wordt er ook zorgvuldig een planMER en IEA uitgevoerd. Hiermee wordt inzichtelijk wat de effecten zijn per route.

Uit de Passende Beoordeling bij het planMER kan komen dat bij geen van de mogelijke verbindingen door het Waddengebied aantasting van de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden is uit te sluiten. Ook niet wanneer mitigerende maatregelen genomen worden. Wat dan volgt is de ADC-toets. Resultaat van de ADC-toets kan zijn dat de route wel doorgang vindt, maar er compenserende maatregelen zullen moeten worden getroffen.

De Commissie m.e.r. adviseert de ADC-toets te introduceren in de NRD. Ik heb dit advies opgevolgd en dit toegevoegd aan de NRD.

De leden van de fractie van GroenLinks vinden dat de cumulatieve effecten van verschillende activiteiten in het waddengebied nader moeten worden bekeken. Kunt u specificeren hoe dit precies wordt opgepakt bij de gaswinning, zoutwinning etc. in het gebied en hoe dit verder wordt uitgewerkt? Ook de draagkracht van de Waddenzee moet volgens deze leden worden gewogen en het is goed dat op voorhand duidelijk is hoe de cumulatie van effecten eruit kan zien. Wordt dat in de planning ook zo voorzien, zo vragen zij?

Naar aanleiding van het advies van de Commissie m.e.r. en enkele reacties wordt er meer toelichting gegeven in de NRD over hoe cumulatie van effecten wordt onderzocht. Cumulatie wordt beoordeeld vanuit een effectbeschrijving ten opzichte van de huidige situatie en autonome ontwikkelingen (de referentiesituatie). Hierin zijn de huidige activiteiten en activiteiten waar reeds een besluit over genomen is, opgenomen. Bovendien is aan de NRD toegevoegd dat er in de planMER (conform MER-methodiek) wordt gewerkt met ingreep-effect relaties. Hiervoor wordt in eerste instantie gekeken naar de effecten per thema. Daarna wordt in beeld gebracht wat de effecten van het ene thema zijn op het andere thema. Zo worden baggerwerkzaamheden bijvoorbeeld niet alleen bekeken vanuit vertroebeling (bodem en water op zee), maar ook vanuit het effect dat vertroebeling heeft op de natuur. Hiernaast heeft de Commissie m.e.r. geadviseerd om de effecten te beschouwen vanuit het systeem (de draagkracht van de Waddenzee). Om dit te doen wordt voor de toekomst ook andersom geredeneerd, want het is nog onbekend waar wat wordt aangeland na 2031. Hiervoor wordt gekeken naar beschikbare ruimte. Dit is zowel fysieke ruimte, maar ook milieuruimte. Dit gebeurt op basis van een systeemanalyse en hersteltijd.

Kunt u tot slot toelichten hoe het zit het met de uitspraken van de Raad van State ten aanzien van stikstof en of deze uitspraken effect hebben op het programma aansluiting wind op zee? Indien die uitspraken effecten hebben op het programma, zien zij graag toegelicht in welke mate.

De uitspraak van de Raad van State ging over de bouwvrijstelling. PAWOZ – Eemshaven is nog niet in de bouwfase, maar in de fase waar onderzocht wordt welke routes er mogelijk zijn om windenergie naar Eemshaven te transporteren. De bouwfase voor PAWOZ begint later. Omdat de Raad van State heeft geoordeeld dat de bouwvrijstelling niet gebruikt mag worden, zal in de bouwfase van PAWOZ – Eemshaven geen gebruik worden gemaakt van de bouwvrijstelling.

Vragen van de leden van de PvdD-fractie

In uw beantwoording schrijft u dat het meten van de effecten van geluidsopwekking door windmolens op zee niet onder de NRD (Notitie Reikwijdte en Detailniveau) vallen. De leden van de PvdD-fractie vernemen graag waarom dit niet het geval is. Bent u het met hen eens dat de geluidseffecten van windmolens op zee van grote invloed kunnen zijn op de gezondheid van dieren die in de omgeving leven? Bent u het voorts met deze leden eens dat de effecten van geluidsopwekking van windmolens op zee alsnog toegevoegd moeten worden aan de NRD?

De effecten van geluidsopwekking door (de aanleg van) windturbines op zee kunnen van invloed zijn op dieren die in de omgeving leven. In alle milieueffectrapportages behorende bij kavelbesluiten voor windparken worden effecten van geluid en/of trillingen tijdens de aanleg, de exploitatie en/of ontmanteling van het windpark op onderwaterdieren (met name vissen en zeezoogdieren) onderzocht.

Het Programma Aansluiting Wind Op Zee – Eemshaven, waar het onderzoek naar een mogelijke aansluiting onder Schiermonnikoog door onderdeel van is, betreft echter niet de windturbines zelf, maar de aansluiting. Er wordt in dit programma dus geen onderzoek naar de geluidseffecten van (de aanleg van) windturbines gedaan, omdat dit al bij het kavelbesluit plaatsvindt. Wel wordt er onderzoek binnen dit programma gedaan naar onder andere de geluidseffecten van de (aanleg van) kabels en/of leidingen en het platform op zee op ecologie.

R.A.A. Jetten

Minister voor Klimaat en Energie

Voetnoten

1 https://www.rvo.nl/onderwerpen/bureau-energieprojecten/lopende-projecten/pawoz#stand-van-zaken

2 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2023/02/08/strategie-ter-bescherming-van-noordzeeinfrastructuur

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter