Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Reactie op motie Kamerlid Dik-Faber over weren van microplastics

Minister Van Ark stuurt de Tweede kamer een reactie op motie Kamerlid Dik-Faber over weren van microplastics.

12 maart 2021

Kamerstuk: kamerbrief

Kamerstuk: kamerbrief

Op 25 februari jl. heeft Kamerlid Dik-Faber tijdens het VAO Leefomgeving een motie ingediend (nr. 30175-365) over het weren van microplastics uit verzorgingsproducten (en voedselcontactmaterialen). Deze onderwerpen behoren tot de portefeuille van de minister van Medische Zorg. Daarom heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat mij verzocht op deze motie te reageren.

De motie vraagt drie acties:
(1) verbod op microplastics in verzorgingsproducten;
(2) verbod op schadelijke additieven in plastic “voedselcontactmaterialen” (gebruiksvoorwerpen voor voedsel, zoals zuigflessen);
(3) zorgen dat voedselcontactmaterialen geen microplastics afgeven.

Ad 1: Zoals u weet is een voorstel voor een restrictie op bewust toegevoegde microplastics in vergevorderd stadium. Ik verwacht binnen enkele maanden een voorstel voor wetgeving van de Europese Commissie. Doel hiervan is dat het bewust toevoegen van microplastics aan producten, waaronder verzorgingsproducten, verregaand wordt verboden. Hiermee wordt dus voldaan aan de wens die uit de motie spreekt.

Ad 2: Bij de productie van voedselcontactmaterialen van plastic mogen alleen veilige additieven worden gebruikt. Als dat nodig is, wordt er een maximum (“Specifieke Migratie Limiet”) gesteld aan de afgifte van stoffen aan voedsel. Het gevraagde in de motie is dus al de praktijk.

Ad 3: Bij de productie van voedselcontactmaterialen wordt geen gebruik gemaakt van microplastics. Wel komen er tijdens de levensduur bij het gebruik microplastics vrij. Dit kan komen door slijtage. Dit verschijnsel is wettelijk beperkt met een “migratielimiet” voor alle stoffen tezamen van 60 mg per kg voedsel. Op 10 februari jl. heeft u onze reactie ontvangen op de Kamervragen over microplastics in placenta’s van ongeboren baby’s.(1)

Hierbij gingen wij ook in op de vraag om nadere grenzen te stellen aan de mate waarin microplastics loskomen uit voedselcontactmaterialen. Hierbij hebben wij uiteengezet dat daarvoor op dit moment geen reden is omdat onvoldoende duidelijk is op welke schaal dit voorkomt en hoe schadelijk dit is. Hiernaar is onderzoek gaande. De onderzoeksresultaten zijn nodig om te bepalen welke aanvullende maatregelen een positief effect op de gezondheid kunnen hebben.

In de tussentijd kunnen consumenten zelf ook maatregelen nemen om de afgifte van microplastics door zuigflessen te beperken. In het besproken onderzoek werden onrealistisch hoge temperaturen gebruikt; het is verstandig deze omstandigheden te vermijden. Op de website van het Voedingscentrum staan betere richtlijnen voor het omgaan met deze flessen, zowel bij de bereiding van flessenvoeding als bij het schoonmaken van de flessen.

De eerste twee delen van de motie beschouw ik als ondersteuning van het gevoerde beleid. Omdat het derde deel van de motie op dit moment nog niet uitvoerbaar is, moet ik de motie echter toch ontraden.

Hoogachtend,

de minister voor Medische Zorg en Sport,

T. van Ark

Voetnoten

  1. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1634.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter