De overheid incasseerde in 2020 14,2 miljard euro aan belastingen op energie. Het gaat hierbij om accijns, brandstofbelasting, regulerende energiebelasting en emissierechten. Cijfers over het totaal netto energieverbruik zijn beschikbaar tot en met 2020. Omgerekend werd in 2020 per gigajoule energieverbruik gemiddeld 4,47 euro belasting geheven. Daarbij zijn er forse verschillen tussen klein- en grootverbruikers: huishoudens betaalden 12,42 euro, bedrijven 2,71 euro per gigajoule.
Huishoudens betalen al jaren veel meer belasting per eenheid energie dan het bedrijfsleven. In 2001 ging het om 5,07 euro per GJ voor huishoudens, waar het bedrijfsleven 1,15 euro per gigajoule (GJ) betaalde. In 2020 betaalden de huishoudens 12,42 euro en bedrijven 2,71.
Een van de redenen dat de lasten zo uiteenlopen, is dat de belastingtarieven voor grootgebruikers, in de praktijk zijn dit bedrijven, over het algemeen veel lager zijn dan die van kleingebruikers, zoals de huishoudens. Als kleinverbruikers kunnen de huishoudens niet profiteren van de gunstige belastingtarieven die gelden voor grootverbruikers. Deze tarieven zijn betrekkelijk laag om de concurrentiepositie van het bedrijfsleven ten opzichte van het buitenland niet te verslechteren. Daarnaast worden niet alle energiedragers evenredig belast. Zo wordt er bijvoorbeeld geen belasting op kerosine geheven.