Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Jonathan Verschuuren: “In de landbouw staat het beleid gericht op terugdringing van emissies nog in de kinderschoenen”

Het Urgenda-doel werd op het nippertje gehaald, mede dankzij een warme winter en corona. Maar ook in 2021 is 25% Co2-reductie ten opzichte van 1990 noodzakelijk. Er zijn dus meer en betere maatregelen nodig, dat bleek ook uit de Klimaat- en energieverkenning die eind 2020 werd gepubliceerd. Drie experts komen aan het woord over het Nederlandse klimaatbeleid. Deze week Jonathan Verschuuren; over juridische ontwikkelingen, emissiebeleid in de landbouw en de voedseltransitie.

18 januari 2021

 
De Klimaat- en energieverkenning (KEV) 2020 laat goed de complexiteit van het huidige klimaat- en energierecht zien. We navigeren naar het doel uit de Klimaatovereenkomst van Parijs om in de tweede helft van deze eeuw de broeikasgasemissies in balans te laten zijn met wat vegetatie kan opnemen. Het eerste jaar van die tweede helft, 2050, wordt als uitgangspunt wordt genomen. Dat gaat via tussendoelen, vastgesteld door de Nederlandse rechter (2020) en de EU (2030), en met een duizelingwekkende hoeveelheid aan juridische en niet-juridische beleidsinstrumenten. Deels op Europees niveau, maar vooral op nationaal niveau vastgelegd. De onzekerheid is nog groot, vooral omdat op Europees niveau alles nog in beweging is, o.a. met de Europese Klimaatwet (een verordening die direct bindend is in de lidstaten en o.a. de doelen voor 2030 en 2050 vastlegt) en vervolgens met de aanpassing van bestaande wetgeving aan de hierin opgenomen nieuwe doelen. Het gaat dan waarschijnlijk om alle juridische instrumenten uit het klimaatbeleid, dus de emissiehandel, de regels betreffende de niet-ETS sectoren (Effort Sharing Regulation, ESR), en de regels inzake landgebruik (LULUCF Verordening) en wellicht ook nieuwe regels voor transport en gebouwde omgeving. Op het aanpalende, maar juridisch gescheiden, terrein van het Europese energierecht is ook alles in beweging ter voorbereiding op het geïntegreerd energiesysteem en waterstof.
“Naast de energietransitie staat de wereld ook voor een voedseltransitie”
Een sector die in de belangstelling staat, omdat daar het beleid gericht op terugdringing van emissies (afgezien van energiegebruik in de glastuinbouw) nog in de kinderschoenen staat, is de landbouw. Methaan- en lachgasemissies uit de veehouderij vormen enerzijds een belangrijke oorzaak van klimaatverandering, anderzijds bieden de grote arealen aan landbouwgrond in potentie ruimte voor extra vastlegging van koolstof uit de atmosfeer, zowel in de bodem als in vegetatie. Het eerste wordt grotendeels geregeld via de algemene doelstellingen in de ESR, het tweede via de LULUCF Verordening. Via het Gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt bovendien geprobeerd boeren aan te zetten tot extra maatregelen. Erg veel effect hebben deze regels nog niet. De KEV laat zien dat vooral andere milieure­gels, bijvoorbeeld gericht op stikstof of fosfaat, bijdragen aan daling van emissies uit veehouderij. Naast de energietransitie staat de wereld ook voor een voedseltransitie, niet alleen vanwege klimaatveran­dering, maar simpelweg ook omdat er onvoldoende ruimte is op aarde om voor de 10 miljard mensen in 2050 op deze manier het voedsel te blijven produceren. Ook de gevolgen voor milieu en natuur, denk aan de stikstofcrisis, en gezondheid (ongezond voedsel leidt mondiaal tot een enorm verlies aan gezonde levensjaren, óók in rijke landen) nopen tot een herbezinning. Verder staat, na de Covid-19 pandemie, het risico op zoönosen hoog op de agenda. Kern van deze transitie is een beweging richting (veel) meer plantaardig voedsel. Vanuit de wetenschap wordt inmiddels vrij eensgezind gepleit voor een snelle en drastische voedseltransitie. Dat vergt een goed georkestreerde aanpak door middel van de verschillende beschikbare juridische instrumenten, waarbij de sector veel meer integraal wordt bekeken in plaats gefragmenteerd vanuit de verschillende sporen en sub-sporen. Een goed doordachte instrumentenmix, waarbij alle schakels in de voedselketen, inclusief de consument, worden beïnvloed is daarvoor vereist. Ik verwacht dat de juridische omgeving voor het klimaatbeleid nog wel even in beweging zal zijn. Lees ook het eerste artikel uit deze serie: Marjan Minnesma: “Men zegt in woorden het Urgenda-vonnis te willen naleven, maar de daden zijn er niet naar” Lees hier meer over de Klimaat- en Energieverkenning 2020 van het PBL

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter