Op de twaalfde editie van het Springtij Forum op Terschelling zijn 750 deelnemers met elkaar in gesprek over het klimaat, duurzaamheid en de energietransitie. Dit jaarlijkse evenement, dat sinds de oprichting in 2010 door Wouter van Dieren, steeds meer klimaatprofessionals trekt, is uitgegroeid tot een ware beweging.
Tout le monde van de moderne klimaatstrijder is aanwezig, van (oud-)ministers, wethouders en hoogleraren tot klimaatactivisten. Maar ook het bedrijfsleven en de bancaire sector is goed vertegenwoordigd. Iedereen wil een graantje meepikken nu er dan toch daadwerkelijk een start gemaakt lijkt te zijn in het op de knieën krijgen van het bedrijfsleven, getuige de zaak die Milieudefensie won tegen Shell en het omslagpunt bij Tata Steel.
Springtij is tot in de puntjes verzorgd wat bijdraagt aan een gevoel van samenhorigheid en purpose. De sfeer op Terschelling draagt bij aan dit gevoel; van lokale boeren en producenten die laten zien hoe je met de aarde verbonden kunt zijn, de prachtige setting in de natuur van de workshops, een vegetarisch zesgangendiner tot een silent disco bij maanlicht.
Belangrijk onderdeel van het programma waren de workshops (Tallships genoemd door de organisatie) die verschillende onderdelen van de klimaattransitie behandelden. Een van de meest prangende thema’s was Water, zowel de overvloed ervan – zoals wij deze zomer in Limburg nog hebben ervaren – als het tekort eraan werd belicht. Het besef dat het anders moet en dat we moeten samenwerken drong hier helder door. Zo doen het Waterschap Vallei en Veluwe en Vitens, in een Tallship over Droogte, de belofte om samen concrete plannen te maken om de waarde van water te benutten en daarbij niet de individuele belangen voorop te stellen.
Binnen het thema de Agrarische & Natuurlijke Omgeving is stikstof de grootste maatschappelijke opgave van dit moment. Een aantal partijen, zoals natuurorganisaties, de bouw, boeren, burgers (dat zijn we immers allemaal) en de Rijksoverheid zijn goed vertegenwoordigd in deze discussie. De grootste kritiek is dat het onderwerp steeds meer is gejuridiseerd. In dit kader was het jammer dat er geen vertegenwoordiger van de politiek aanwezig was bij deze discussie.
Bij het thema over de rol van banken, verzekeraars en pensioenfondsen ontstond er haast een soort tweedeling in de sessie. In het wat omvangrijke panel werd vooral aangegeven hoe lastig de problemen zijn en hoe moeilijk bijvoorbeeld de samenstelling van fondsen (fossiel én duurzaam bij elkaar) zijn aan te pakken. Vanuit de zaal kwamen juist wel voorbeelden hoe het anders kan, dat bedrijven met duidelijke stappenplannen werken om hun CO2-emissies te reduceren. Maar vooral kwam ook vanuit het jonge deel van de zaal de nadruk op urgentie.
Dat binnen de klimaatdiscussie de meeste relevante bedrijven en de milieubewegingen ook daadwerkelijk met elkaar in gesprek willen over de moeilijke onderwerpen kwam naar voren bij de sessies over de Industrie en Samenleving. Het bedrijfsleven geeft aan dat de druk van de samenleving wel degelijk effect heeft op hun denken en handelen. Om dan tot gewenste veranderingen over te gaan wordt vergemakkelijkt door klimaatbelangenorganisaties die het gesprek willen aangaan en niet op extreme standpunten blijven hangen. Ook hier betekent dat wel dat de toegewijde deelnemers soms niet tevreden zijn over de snelheid en de reikwijdte van die ingezette veranderingen voor het klimaat.
Al met al waren veel van de workshopsessies erop gericht het gevoel mee te geven dat de ramp ook echt nabij is en dat door beter leven, minder stress en vooral veel solidariteit met de medemens, het begin van de beweging gevormd is en daadwerkelijk doorgezet kan worden. Het was soms een tikkeltje zweverig, met de hoofdfocus op de uitwisseling van ideeën en tips. Met alle aanwezige experts had de discussie ook meer vanuit een inhoudelijke en oplossingsgerichte hoek gevoerd kunnen worden en meer toegespitst op hoe verder te komen. Prettige uitzondering hierop is het debat geleid door Harm Edens in het Springtij Café (terug te zien op de website van Springtij).
Met ruim 60 sponsoren uit overheid en bedrijfsleven en 750 deelnemers is Springtij duidelijk het grootste en meest gedragen evenement op het gebied van duurzaamheid. Daarbij rezen wel vragen over de financiering van het evenement. De winnaars van de Wubbo Ockels Nova Zembla-prijs, Laurie van den Burg en Nine de Pater vragen zich af waarom het evenement mede wordt gesponsord door de Gasunie, prominent lid van de oude fossiele industrie, en vragen dan ook het sponsorship te stoppen. Marjan Minnesma, die de Wubbo Ockels Brandarisprijs kreeg toegekend, kon helaas niet aanwezig zijn maar liet weten het hiermee eens te zijn. De stelling leidt tot een splijting onder de aanwezigen: mag een partij als de Gasunie aanwezig zijn als sponsor of alleen als deelnemer, uiteraard onder de voorwaarde dat zij zich actief inzetten voor de energietransitie?
Daarbij wordt de rol van de overheid als wetgever om de transitie te verankeren enigszins gebagatelliseerd. Opvallende afwezige zijn dan ook de gemeenten. Springtij telde niet meer dan tien aanwezige gemeenten, waarbij je toch zou zeggen dat dit de plek is waar de transitie moet gaan plaatsvinden en de rol van de burger als participant zijn beslag moet krijgen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door aan te sluiten bij de wijkteams die de gemeenten hebben opgezet voor het sociaal domein, zoals Maarten Hajer betoogd.
Springtij gelooft vooral in een beweging van onderaf, waarbij de aanwezigen worden opgeroepen het woord van de naderende klimaatramp te verspreiden. De aanwezigen zijn overigens opvallend wit en weinig divers, een feit dat schrijver Özcan Akyol en rapper Typhoon, als enige twee vertegenwoordigers van diversiteit, haarfijn bloot leggen. Want van een breed maatschappelijk draagvlak kunnen we nog niet spreken. We zagen hier toch vooral de hoogopgeleide veelverdiener die zich graag inzet voor het redden van het klimaat en niet de “gewone mens” die aan het eind van de maand de extra kosten van de energietransitie op zijn energierekening gepresenteerd krijgt en dat financieel dus makkelijk kan hebben.
Al met al slaagt Springtij erin een gevoel van urgentie en momentum te creëren. Springtij probeert hierbij ook nadrukkelijke de jongere generatie te betrekken, zij die dadelijk nog in een land en op een aarde willen leven die niet overstroomd en vervuild is. Het samenkomen van jong en oud kristalliseert zich de tweede avond helder uit wanneer het hele publiek wordt opgezweept door de muzikale act van Typhoon wat, na vele maanden coronamaatregelen, leidt tot het soort eenwording die nog hard nodig zal zijn om deze transitie in gang te zetten.
Een impressie en video’s van diverse sessies zijn terug te vinden op de website van Springtij.