Menu

Zoek op
rubriek
Klimaatweb
0

Hoop om een betere wereld te maken

Wouter van der Galiën is voorzitter van JongRES Nederland. De organisatie van jongeren die zich inzet om de stem van de toekomst mee te laten klinken in de Regionale Energiestrategieën (RES). Van der Galiën is geboren in Sneek, en na wat omzwervingen via Dokkum en Aruba, woont hij nu in Groningen. Daar heeft hij bedrijfskunde gestudeerd. Al gauw zag hij de energietransitie als de grote uitdaging van zijn generatie. Zijn eerste baan was in de coöperatieve sfeer bij ‘Energie van Ons’. Daar ging het vooral over zon. Het was een goede leerschool over de coöperatieve wereld, hij heeft er de goede en lastiger kanten van gezien. Enerzijds heel gemotiveerde en ondernemende mensen, maar soms ook gebrek aan kennis en vooral ook aan de financiën om iets te kunnen ondernemen. Toen kwam RWE langs en werd hij windontwikkelaar in het noorden van het land. Van der Galiën ging dus over van zon naar wind, maar die horen ook samen. Wind & Zon zocht hem op en vroeg hem in eerste instantie te reageren op de interviews met jongeren die in de afgelopen vijf uitgaven van Wind & Zon geïnterviewd werden.

27 januari 2023

Achtergrond artikelen

Achtergrond artikelen

Het eerste interview (W&Z 2021-3) was met Martine Trip. Met 24 jaar het jongste bestuurslid ooit van een energiecoöperatie. Zij wilde het beeld van de oudere witte mannen die daar in aantal sterke domineren doorbreken. En vond dat juist jongeren zich moeten aanmelden om actief te zijn in de energietransitie.

Waarom lukt dat nog steeds zo slecht? En dan is er het probleem dat jongeren juist ook afhaken. Wat doet het bestuur van jongRES om hun leeftijdgenoten actief te krijgen en te houden in al die overlegvormen rond de energietransitie?

“We organiseren van alles, werken samen met de Klimaat en Energie Koepel van young professionals (KEK) en de Jongeren Klimaat Beweging (JKB). In de tijd van het Klimaatakkoord zaten die twee groepen aan tafel. Toen werd al duidelijk dat de uitvoering meer regionaal zou gaan worden. KEK en JKB vonden toen dat er ook regionale organisaties zouden moeten komen. In de coronatijd begonnen we een netwerk van regionale bewegingen op te zetten. Het is moeilijk om jongeren te vinden daarvoor, ze hebben weinig tijd naast studie, werk of bijbaan, leuke dingen doen en soms al kleine kinderen. Terwijl de oudere, veelal gepensioneerde mensen in de coöperaties vaak veel tijd hebben. En dat is ook nodig, want projecten van de grond krijgen kost erg veel tijd.

We zoeken er dus naar methoden om de participatie van jongeren te verankeren. Het zou mooi zijn als jongRES uiteindelijk overvloeit in de coöperatieve beweging. Het werken aan de energietransitie en in coöperaties moet aantrekkelijk worden voor jongeren. Maar ook de inleg kan alleen al een drempel zijn voor jongeren. Je moet dus kijken of jongeren laagdrempelig kunnen instappen. Dat zou wat kunnen helpen. We hebben natuurlijk al eerder met Energie Samen campagnes gevoerd om jongeren erbij te krijgen. Dat blijft heel moeilijk.

‘’Stel deelname van jongeren steeds als eis bij adviesraden.’’

Maak het dus interessant voor jongeren. Betaal ze ervoor, zodat ze niet naar de Albert Heijn hoeven voor hun bijverdiensten, maar aan de energietransitie kunnen werken. Veranker jongerenparticipatie in de lokale en regionale politiek. Waar nu aan gewerkt wordt door de Jongeren Klimaat Beweging is een generatietoets. Het is toch dwaas dat mensen die straks leven in de tijd waar op dit moment beleid voor wordt gemaakt, over dat beleid niets te zeggen hebben. Maak specifieke jongeren adviesraden. Stel deelname van jongeren steeds als eis bij adviesraden. Zij zijn bovendien zo nodig voor het positieve geluid, tegenover alle weerstanden.”

Het tweede interview (W&Z 2021-4) was met de 28-jarige Anne Schipper, de vorige voorzitter van jongRES. Zij wees onder meer op het feit dat jongeren zich in de energietransitie sterk onderscheiden van ouderen, doordat zij juist wél meer wind en zon willen in hun eigen omgeving. Wat is de ervaring van Van der Galiën daarmee? En hoe zou je dat ook meer tot recht kunnen laten komen?

‘’Het zou mooi zijn als jongRES uiteindelijk overvloeit in de coöperatieve beweging.’’

“Ja, jongeren willen in tegenstelling tot veel ouderen, juist wel en meer wind en zon, omdat dat schoon en goedkoop is. En willen ze daarnaast ook een betaalbare energievoorziening hebben. Tegelijkertijd is de energietransitie voor jongeren op zich niet spannend, het is voor hen gewoon een feit. Wind en zon zijn zo vanzelfsprekend. Het is natuurlijk deels onze eigen schuld dat jongeren zich te weinig met het energiebeleid bemoeien en zienswijzen willen indienen, maar gemeenten zouden ook actief jongeren kunnen opzoeken in hun eigen arena’s om ze bij het beleid betrekken. Ga als gemeente de meningen van jongeren ophalen. En neem ze dan net zo serieus als de inbrengen in zienswijzen. Want nu horen de gemeenteraadsleden alleen de negatieve verhalen van de indieners, terwijl de jongeren juist heel positief zijn, wat de raadsleden dus niet te horen krijgen. Daar moeten we de gemeenten en provincies op aanspreken. Wij kunnen dat als jongRES niet overal lokaal doen. Gemeenten zouden dat wel kunnen, om ook die toekomstgerichte en positieve stemmen te laten horen. De gemiddelde leeftijd in de gemeenteraden is overigens 54 jaar. In de provincies is dat ook zoiets. In die raden en staten nemen de ouderen van nu de besluiten over de energieprojecten van nu en straks. Gemeenten moeten dus iets doen om het geluid van de jongeren daarbij binnen te halen.”

In het derde interview (W&Z 2022-1) met Aniek Moonen (24), voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging, was de boodschap gericht op het per definitie betrekken van jongeren in besluitvorming in het energietransitie-beleid. Feitelijk mag dat beleid voor de lange termijn niet zonder jongeren tot stand komen. Daar moeten beleidsmakers hun verantwoordelijkheid ook voor nemen. Luister minder naar de markt en meer naar de jongeren, was het motto. Hoe proberen jullie vanuit jongRES die beleidsmakers daartoe te krijgen? En hoe gaat dat?

‘’Feitelijk mag dat beleid voor de lange termijn niet zonder jongeren tot stand komen.’’

“Het beleid voor de toekomst mag niet goedgekeurd worden als jongeren niet zijn geraadpleegd en niet meebeslissen. Jongeren moeten met besluitvorming voor de lange termijn juist aan het roer zitten. Er zijn al wel meer gemeenten die doorkrijgen dat ze vooral het negatieve geluid horen, maar dat het positieve er ook is en dat die nauwelijks via de inspraakwegen te horen zijn. We gaan door met daarvoor te vechten en over niet al te lange tijd komt de omslag. Dan hebben we het voor elkaar. Beter optimistisch zijn en uiteindelijk geen gelijk krijgen, dan pessimistisch zijn en uiteindelijk wel gelijk krijgen. Met optimisme heb je bovendien een leuker leven en de kans dat er nog wel wat gaat gebeuren. Het is juist het optimisme dat we nodig hebben. Want we staan voor heel grote uitdagingen, als je er steeds van uitgaat dat we het toch niet halen is dat funest. Je merkt bij jonge mensen dat dat toch ook gaat leven. Ze maken zich grote zorgen en zijn tegelijkertijd heel gemotiveerd en enthousiast om er tegenaan te gaan. Het is een soort van hoop om een betere wereld te maken en het besef dat je er met pessimisme sowieso niet komt.”

In het vierde interview (W&Z 2022-2) werd onder meer gepleit voor meer regie in de energietransitie vanuit de provinciale en landelijke overheid, met de blik op de lange termijn gericht. Daarbij kunnen jongeren niet ontbreken, dat is hun toekomst. Hoe speelt jongRES landelijk hierop in en wat is de strategie daarbij?

“Meer regie naar overheid, dat moeten Rijk en provincie inderdaad naar zich toe trekken. Er is geen tijd meer voor vertragen. In principe zijn de RES’en zo begonnen: met het idee dat ze de energietransitie heel lokaal gaan vormgeven, maar je ziet nu dat veel gemeenten zich gaan terugtrekken van door henzelf geformuleerd beleid, dat ze zelf hebben ondertekend. Het mooiste is als de gemeenten doorgaan met hun eigen beleid, maar als ze zich terugtrekken, dan moeten Rijk en provincie het overnemen. We hebben geen tijd voor vertraging, die luxe hebben we niet.

In laatste interview (W&Z 2022-3) met Luc Westendorp (32), assetmanager bij Windunie, wordt nadruk gelegd op het feit dat de grote industrie nog te veel buitenschot blijft en nog steeds te weinig maatregelen neemt. Terwijl de ernst en snelheid van de klimaatverandering steeds zichtbaarder en voelbaarder wordt. Is daar ook een rol voor jongRES?

‘’Het is een soort van hoop om een betere wereld te maken en het besef dat je er met pessimisme sowieso niet komt.”

“De grootste opgave ligt bij de Industrie. Die hebben jarenlang geprofiteerd van goedkoop gas. Daar was de hele samenleving op gebaseerd. De industrie moet nu om. Fundamentele verandering is nodig. Positief is de waterstofontwikkeling en grootschalige wind op zee. Bij grote partijen worden wel steeds meer jongeren aangenomen. Jongeren worden daarbij soms gekoppeld aan de hoogste baas. Nu staan we haast op het punt om radicaal te veranderen. Geef ons vijf, tien jaar, dan gaat het om. Kinderen en jongeren spreken de ouderen steeds meer aan, bijvoorbeeld binnen gezinnen. Dan komen ook de ouderen uiteindelijk ook in een stroomversnelling.”

‘’Ik krijg energie van jonge mensen om me heen die wat willen doen.’’

Van der Galiën is zelf projectleider duurzame energie bij RWE. Dat is een behoorlijk fossiel bedrijf. Hoe zit het daar met de jongeren en met het betrekken van jongeren in het bedrijf bij het beleid?

“Ik zit daar bij de groene tak. In 2040 wil RWE al het fossiel eruit hebben en volledig duurzaam zijn. Nu gaat alle financiering er al naartoe. Bij RWE zo’n 5 miljard. Het gaat om enorme bedragen om grote stappen mee te kunnen maken. Er is ook een traineetraject voor duurzaam. Ik krijg bij RWE de ruimte om me in te zetten voor jongRES. De focus ligt zoetjesaan echt wel bij groen. Iedereen moet veranderen en dat geldt ook voor de grote bedrijven, en de grote bedrijven steken hun geld dus nu in de verduurzaming. Als je als bedrijf geen duurzame stappen maakt, doe je er niet meer toe en ga je ten onder. Bedrijven moeten nu fundamenteel veranderen. Ik help daar graag bij. Je kunt meer doen als jongeren dan je denkt.”

“Mijn grootste zorg zijn de huidige oorlog, voedseltekorten en noodgedwongen migratiestromen. En daarbij de vraag of we wel snel genoeg gaan. Dat is het donkere scenario. Daartegenover staat het positieve scenario van de groene stad. De enige oorlog die wij moeten voeren is die van het volhouden: het groene voor ogen houden en daar keihard voor vechten. Ik krijg energie van jonge mensen om me heen die wat willen doen. Die een drive hebben die begint steeds meer te groeien. Ik doe een oproep aan jonge mensen om de positieve stem te laten horen, het moeten ja-schreeuwers worden. Laat niet alleen de nee-schreeuwers horen. En help raadsleden daarmee. Kernboodschap is: jongeren laat je horen.”

Dit artikel verscheen in de 4e editie van Wind&Zon 2022

Meer van vakblad Wind&Zon?

Bekijk hier de mogelijkheden voor een abonnement

Reacties

Laat een reactie achter