Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

ECLI:NL:GHAMS:2025:1114

Besturen van een auto onder invloed van alcohol, rijden in een auto terwijl de verdachte wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard en rijden in een auto terwijl zijn rijbewijs was gevorderd of terwijl de verdachte wist dat de geldigheid van zijn rijbewijs was geschorst. Voorwaardelijke gevangenisstraf van 8 weken, een taakstraf van 120 uren en een rijontzegging van 12 maanden.

Gerechtshof Amsterdam 25 April 2025

Jurisprudentie – Uitspraken

ECLI:NL:GHAMS:2025:1114 text/xml public 2025-04-25T18:08:04 2025-04-24 Raad voor de Rechtspraak nl Gerechtshof Amsterdam 2025-02-11 23-000637-24 Uitspraak Hoger beroep NL Amsterdam Strafrecht Rechtspraak.nl http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHAMS:2025:1114 text/html public 2025-04-25T17:59:54 2025-04-25 Raad voor de Rechtspraak nl ECLI:NL:GHAMS:2025:1114 Gerechtshof Amsterdam , 11-02-2025 / 23-000637-24
Besturen van een auto onder invloed van alcohol, rijden in een auto terwijl de verdachte wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard en rijden in een auto terwijl zijn rijbewijs was gevorderd of terwijl de verdachte wist dat de geldigheid van zijn rijbewijs was geschorst. Voorwaardelijke gevangenisstraf van 8 weken, een taakstraf van 120 uren en een rijontzegging van 12 maanden.

Afdeling strafrecht

Parketnummer: 23-000637-24

Datum uitspraak: 11 februari 2025

TEGENSPRAAK

Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 11 maart 2024 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 96-325497-22 (zaak A), 96-302704-23 (zaak B), 96-302849-23 (zaak C), 96-303022-23

(zaak D), 96-302643-23 (zaak E) en 96-303094-23 (zaak F) tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats] ,

adres: [adres] .
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 11 februari 2025.

De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman naar voren hebben gebracht.
Tenlasteleggingen
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

Zaak A hij op of omstreeks 21 juli 2022 te Zandvoort, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 820 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;

Zaak B hij op of omstreeks 27 juli 2022 te Schagen als degene van wie ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 de overgifte van een op zijn naam gesteld rijbewijs, een hem door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland afgegeven rijbewijs of een internationaal rijbewijs was gevorderd en/of van wie zodanig bewijs was ingevorderd en aan wie dat bewijs niet was teruggegeven, op de weg, De Langeloop, een motorrijtuig, (personenauto), van de categorie of categorieën, waarvoor dat bewijs was afgegeven, heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen;

Zaak C feit 1 hij op of omstreeks 7 augustus 2023 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 805 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;

feit 2 hij op of omstreeks 7 augustus 2023 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de A4, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;

Zaak D hij op of omstreeks 12 juni 2023 te Alkmaar terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, Nieuwe Schermerhoek, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;

Zaak E hij op of omstreeks 2 november 2022 te Alkmaar, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat de geldigheid van een op zijn naam gesteld rijbewijs ingevolge artikel 131, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994, voor een of meer categorieën van motorrijtuigen was geschorst, gedurende de tijd dat die schorsing van kracht was, op een weg, de Kennemerstraatweg, een motorrijtuig, (personenauto), van de categorie of categorieën, waarop de schorsing betrekking had, heeft bestuurd;

Zaak F hij op of omstreeks 6 augustus 2023 te Alkmaar terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de Lapis Lazulistraat, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Daarnaast heeft de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep een bekennende verklaring afgelegd die het hof tot het bewijs bezigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaken A, B, C onder 1 en 2, D, E

en F tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

Zaak A hij op 21 juli 2022 te Zandvoort, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 820 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;

Zaak B hij op 27 juli 2022 te Schagen als degene van wie ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 de overgifte van een op zijn naam gesteld rijbewijs was gevorderd, op de weg, De Langeloop, een motorrijtuig (personenauto), van de categorie of categorieën, waarvoor dat bewijs was afgegeven, heeft bestuurd;

Zaak C feit 1 hij op 7 augustus 2023 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 805 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;

feit 2 hij op 7 augustus 2023 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, de A4, als bestuurder een motorrijtuig (personenauto), van die categorie heeft bestuurd;

Zaak D hij op 12 juni 2023 te Alkmaar terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, als bestuurder een motorrijtuig (personenauto), van die categorie heeft bestuurd;

Zaak E hij op 2 november 2022 te Alkmaar, terwijl hij wist dat de geldigheid van een op zijn naam gesteld rijbewijs ingevolge artikel 131, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994, voor een of meer categorieën van motorrijtuigen was geschorst, gedurende de tijd dat die schorsing van kracht was, op een weg, de Kennemerstraatweg, een motorrijtuig (personenauto), van de categorie of categorieën, waarop de schorsing betrekking had, heeft bestuurd;

Zaak F hij op 6 augustus 2023 te Alkmaar terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, de Lapis Lazulistraat, als bestuurder een motorrijtuig (personenauto), van die categorie heeft bestuurd.

Hetgeen in de zaken A, B, C onder 1 en 2, D, E en F meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Nu de verdachte het bewezenverklaarde in zaak A tot en met F heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat het hof met de navolgende opsomming van de bewijsmiddelen, als bedoeld in artikel 359, derde lid, Sv.

Ten aanzien van zaak A

De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 11 februari 2025;

Een proces-verbaal rijden onder invloed met nummer PL1100-2022147547-1 van 22 juli 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (niet doorgenummerd);

Een afschrift van het resultaat van het ademonderzoek van 21 juli 2022 (niet doorgenummerd);

Ten aanzien van zaak B

4. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 11 februari 2025;

5. Een proces-verbaal rijden onder invloed met nummer PL1100-2022147547-1 van 22 juli 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (niet doorgenummerd);

6. Een proces-verbaal artikel 9 Wegenverkeerswet 1994 met nummer PL1100-2022152629-1 van 3 september 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (niet doorgenummerd);

7. Een uitdraai van het rijbewijsregister van 3 september 2022 (niet doorgenummerd);

Ten aanzien van zaak C feiten 1 en 2

8. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 11 februari 2025;

9. Een proces-verbaal rijden onder invloed met nummer PL27RP/23-003364 van 15 augustus 2023, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 5] (niet doorgenummerd);

10. Een afschrift van het resultaat van het ademonderzoek van 7 augustus 2023 (niet doorgenummerd);

11. Een uitdraai van het rijbewijsregister van 6 september 2023 (niet doorgenummerd);

Ten aanzien van zaak D

12. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 11 februari 2025;

12. Een proces-verbaal artikel 9 Wegenverkeerswet 1994 met nummer PL1100-2023123273-1 van 12 juni 2023, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6] (niet doorgenummerd);

12. Een uitdraai van het rijbewijsregister van 16 juni 2023 (niet doorgenummerd);

Ten aanzien van zaak E

15. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 11 februari 2025;

15. Een proces-verbaal artikel 9 Wegenverkeerswet 1994 met nummer PL1100-2022229417-1 van 2 november 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 7] en [verbalisant 8] (niet doorgenummerd);

15. Een uitdraai van het rijbewijsregister van 2 november 2022 (niet doorgenummerd);

Ten aanzien van zaak F

18. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 11 februari 2025;

18. Een proces-verbaal artikel 9 Wegenverkeerswet 1994 met nummer PL1100-2023168419-1 van 6 augustus 2023, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 9] (niet doorgenummerd);

18. Een uitdraai van het rijbewijsregister van 8 augustus 2023 (niet doorgenummerd).

De hiervoor vermelde bewijsmiddelen, voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5° Sv betreft, zijn telkens slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het in de zaken A, B, C onder 1 en 2, D, E en F bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het in zaak A bewezenverklaarde levert op:

overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994 (820 microgram).

Het in zaak B bewezenverklaarde levert op:

overtreding van artikel 9, zevende lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

Het in zaak C onder 1 bewezenverklaarde levert op:

overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994 (805 microgram).

Het in de zaken C onder 2, D en F bewezenverklaarde levert op:

telkens: overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

Het in zaak E bewezenverklaarde levert op:

overtreding van artikel 9, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het in de zaken A, B, C onder 1 en 2, D, E en F bewezenverklaarde uitsluit.
Oplegging van straffen
De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg in de zaken A, B, C onder 1 en 2, D, E en F

bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht weken en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van twaalf maanden. Daarnaast is de onder de verdachte inbeslaggenomen auto verbeurdverklaard.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het in de zaken A, B, C onder 1 en 2, D, E en F tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaren, een taakstraf voor de duur van 120 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van twaalf maanden. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte erbij is gebaat om te werken, niet meer met politie en justitie in aanraking is geweest en het erop lijkt dat het beter gaat met hem. Ten aanzien van de inbeslaggenomen auto heeft de advocaat-generaal verbeurdverklaring gevorderd.

De raadsman heeft verzocht geen gevangenisstraf maar een taakstraf op te leggen. Indien een gevangenisstraf wordt opgelegd, kan de verdachte niet werken en daardoor zijn schulden niet betalen. Bij de verdachte is sprake van een gedragsverandering, waarbij hij hulp krijgt van een praktijkondersteuner en een bewindvoerder. Het uitvoeren van een taakstraf kan een mooie opstap zijn voor het aankomende traject bij een jobcoach. De raadsman heeft aangevoerd dat een ontzegging van de rijbevoegdheid ook voorwaardelijk kan worden opgelegd, omdat een ontzegging beperkingen oplegt aan de verdachte.

Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.

De verdachte heeft zich twee keer schuldig gemaakt aan het besturen van een personenauto onder invloed van een grote hoeveelheid alcoholhoudende drank. Door zo te handelen heeft de verdachte de verkeersveiligheid in gevaar gebracht, zonder zich te bekommeren om het welzijn en de gezondheid van andere verkeersdeelnemers. Daarnaast heeft de verdachte meermalen in een personenauto gereden, terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Ook heeft hij in een personenauto gereden, terwijl zijn rijbewijs was gevorderd of terwijl de verdachte wist dat de geldigheid van zijn rijbewijs was geschorst. Daarmee heeft hij door het bevoegde gezag opgelegde verboden, die beogen het belang van de verkeersveiligheid te beschermen, genegeerd. Het hof rekent dit de verdachte aan.

Het hof heeft bij het bepalen van de soort en de omvang van de aan de verdachte op te leggen straf gelet op de oriëntatiepunten zoals deze voor zaken als de onderhavige zijn opgesteld door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Daarin wordt voor het rijden onder invloed van een auto als straffencombinatie genoemd een geldboete ter hoogte van € 950,00 en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van acht maanden. Voor het besturen van een motorrijtuig in geval van een ongeldig verklaard rijbewijs wordt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken genoemd.

Gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals deze zijn gebleken ter terechtzitting in hoger beroep, acht het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend. Het hof ziet aanleiding om aan de verdachte een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf op te leggen. Een voorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd om de verdachte ervan te weerhouden opnieuw terug te vallen in zijn oude gedrag. Gelet op de ernst van de feiten acht het hof een ontzegging van de rijbevoegdheid onontkoombaar.

Het hof acht, alles afwegende, een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van acht weken met een proeftijd van twee jaren, een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis, en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van twaalf maanden passend en geboden.

Het in de zaken A, B, E en F tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met betrekking tot de hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven personenauto. Deze auto behoort de verdachte toe en zal daarom worden verbeurd verklaard.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8, 9, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
BESLISSING
Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:

Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaken A, B, C onder 1 en 2, D, E en F tenlastegelegde heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart het in de zaken A, B, C onder 1 en 2, D, E en F bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) weken.

Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 60 (zestig) dagen hechtenis.

Ontzegt de verdachte ter zake van het in de zaken A, B, C onder 1 en 2, D, E en F bewezenverklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 (twaalf) maanden.

Verklaart verbeurd het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:

een personenauto (Volkswagen Polo, grijs, kenteken [kenteken] ).

Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.F.J.M. de Werd, mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg en mr. N.E. Kwak, in tegenwoordigheid van mr. G.G. Gielen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 11 februari 2025.

De jongste raadsheer en de griffier zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Artikel delen