OK; enquête; toewijzing verzoek: benoeming leden raad van toezicht
Gerechtshof Amsterdam 13 June 2025
Jurisprudentie – Uitspraken
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2025:1547
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
13-06-2025
Datum publicatie
13-06-2025
Zaaknummer
200.354.715/01 OK
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Bijzondere kenmerken
Eerste aanleg - meervoudig
ECLI:NL:GHAMS:2025:1547text/xmlpublic2025-06-13T12:01:232025-06-13Raad voor de RechtspraaknlGerechtshof Amsterdam2025-06-13200.354.715/01 OKUitspraakEerste aanleg - meervoudigNLAmsterdamCiviel recht; OndernemingsrechtRechtspraak.nlhttp://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHAMS:2025:1547text/htmlpublic2025-06-13T10:36:142025-06-13Raad voor de RechtspraaknlECLI:NL:GHAMS:2025:1547 Gerechtshof Amsterdam , 13-06-2025 / 200.354.715/01 OK OK; enquête; toewijzing verzoek: benoeming leden raad van toezicht
ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer: 200.354.715/01 OK beschikking van de Ondernemingskamer van 13 juni 2025 inzake 1FNV PERSONEEL, gevestigd te Utrecht,
2. 480 LEDEN VAN DE VERENIGING FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING,
als vermeld op de lijst die als bijlage aan deze beschikking is gehecht,
VERZOEKSTERS,
advocaat: mr. J.D.A. Domela Nieuwenhuis, kantoorhoudende te Amsterdam, t e g e n de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid,
FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER,
niet verschenen, e n t e g e n 1HET INTERIM-BESTUUR VAN DE FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING, BELANGHEBBENDE,
advocaat: mr. S.M. Marges, kantoorhoudende te Utrecht, 2DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING, gevestigd te Utrecht,
BELANGHEBBENDE,
advocaat: mr. M.W. Josephus Jitta, kantoorhoudende te Amsterdam, 3DE ONDERNEMINGSRAAD VAN DE FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING, gevestigd te Utrecht,
4. DE SECTORRAAD OVERHEID VAN DE FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING,
gevestigd te Utrecht,
5. DE SECTORRAAD VERVOER VAN DE FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING,
gevestigd te Utrecht,
6. DE SECTORRAAD DIENSTEN VAN DE FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING,
gevestigd te Utrecht,
7. DE SECTORRAAD UITKERINGSGERECHTIGDEN VAN DE FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING,
gevestigd te Utrecht,
8. DE SECTORRAAD ZORG EN WELZIJN VAN DE FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING,
gevestigd te Utrecht,
9. DE SECTORRAAD METAAL VAN DE FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING, gevestigd te Utrecht,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten: mr. D. Schwartz en mr. L.C.J. Sprengers, beiden kantoorhoudende te Utrecht, 10HET LEDENPARLEMENT VAN DE FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING, gevestigd te Utrecht,
BELANGHEBBENDE,
advocaat: mr. O.J.W. Schotel en mr. R.J. Laméris, beiden kantoorhoudende te Amsterdam, 11DE WERKORGANISATIE VAN DE FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING, gevestigd te Utrecht,
BELANGHEBBENDE,
advocaat: mr. S.C.M. van Thiel, kantoorhoudende te Amsterdam. Hierna zullen partijen als volgt worden aangeduid: verzoekster sub 1 als FNV Personeel; verzoeksters samen als FNV Personeel c.s.; verweerster als FNV; belanghebbende sub 1 als het interim-bestuur; belanghebbende sub 2 als de raad van toezicht; belanghebbende sub 3 als de ondernemingsraad; belanghebbenden sub 4 tot en met 9 als de sectorraden; belanghebbende sub 10 als het ledenparlement; belanghebbende sub 11 als de werkorganisatie. 1Het verloop van het geding1.1 FNV Personeel c.s. hebben bij verzoekschrift van 19 mei 2025, zoals gewijzigd op 2 juni 2025 en verminderd ter zitting, de Ondernemingskamer verzocht, samengevat:
1. een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van FNV over de periode vanaf 1 januari 2024;
2. als onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure twee leden te benoemen in de raad van toezicht, met een doorslaggevende stem, die – zo nodig in afwijking van de statuten – tot taak zullen hebben:
(i) de analyse, duiding en afwikkeling van de onderzoeksrapporten van Verinorm en Unravelling;
(ii) het (doen) organiseren van verkiezingen voor het algemeen en het dagelijks bestuur;
(iii) het doen van aanbevelingen voor een aanpassing van de governance van FNV en het opstarten van een proces dat moet leiden tot wijziging daarvan;
3. FNV te veroordelen in de kosten van de procedure. 1.2 De ondernemingsraad en de sectorraden hebben ieder bij afzonderlijk verweerschrift van 27 mei 2025 de Ondernemingskamer laten weten het verzoek van FNV Personeel c.s. te steunen. 1.3 Het interim-bestuur heeft bij verweerschrift van 27 mei 2025 de Ondernemingskamer verzocht FNV Personeel c.s. niet-ontvankelijk te verklaren, dan wel het verzoek af te wijzen. Het interim-bestuur heeft ook zelf een voorwaardelijk tegenverzoek gedaan en de Ondernemingskamer, samengevat, verzocht om, als er toch een onderzoek wordt gelast:
1. te bepalen dat het onderzoek (mede) tot doel heeft om aanbevelingen te doen voor een verbetering van de governance van FNV;
2. als onmiddellijke voorziening twee leden te benoemen in de raad van toezicht voor de duur van de procedure, althans totdat twee nieuwe leden in de raad van toezicht zijn benoemd conform de daarvoor geldende interne procedure van FNV. 1.4 De raad van toezicht heeft bij verweerschrift van 27 mei 2025 de Ondernemingskamer verzocht FNV Personeel niet-ontvankelijk te verklaren. Verder heeft hij laten weten geen bezwaar te hebben tegen het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van FNV en de benoeming van één of meer leden in de raad van toezicht. De raad van toezicht heeft de Ondernemingskamer, samengevat, verzocht daarbij:
1. te bepalen dat het onderzoek zich (mede) uitstrekt tot (i) de wijze waarop de governance van FNV functioneert en verbeterd kan worden en (ii) de wijze waarop het aansturen van de directie van de werkorganisatie door het dagelijks bestuur functioneert en verbeterd kan worden; en
2. als onmiddellijke voorziening voor de duur van de procedure de noodzakelijke bevoegdheden met betrekking tot de verkiezingen voor het algemeen- en dagelijks bestuur aan de raad van toezicht toe te wijzen, voor zover nodig in afwijking van de statuten of interne reglementen van FNV. 1.5 De Ondernemingskamer heeft bij e-mail van 27 mei 2025 het ledenparlement en de werkorganisatie in de gelegenheid gesteld hun standpunten voorafgaand aan de zitting kenbaar te maken. De werkorganisatie heeft geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Het ledenparlement heeft bij aktes van 28 en 30 mei 2025 een feitelijke toelichting gegeven maar nog geen standpunt ingenomen ten aanzien van het verzoekschrift. 1.6 De verzoeken zijn behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 3 juni 2025. De advocaten hebben de standpunten van de verschillende partijen toegelicht aan de hand van overgelegde aantekeningen. Tijdens zijn pleidooi heeft mr. Domela Nieuwenhuis het voorwaardelijk verzoek gedaan om het onderzoek aan te houden als de raad van toezicht de taak krijgt opgedragen om aanbevelingen te doen voor het aanpassen van de governance van FNV. Hij heeft verder het verzoek verminderd tegen de achtergrond van de uitkomst van de vergadering van het ledenparlement van 2 juni 2025. Mr. Schotel heeft namens het ledenparlement verzocht de verzoeken af te wijzen. Mr. Van Thiel heeft geen spreekaantekeningen overgelegd en namens de werkorganisatie meegedeeld de verzoeken te ondersteunen. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt. 2Inleiding en feiten2.1 Tussen diverse geledingen van FNV bestaat al langere tijd een verschil van inzicht over de inrichting en bevoegdheden van de diverse organen van de vereniging. Dat geschil is nu geëscaleerd en partijen komen daar niet meer uit. 2.2 FNV is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die op 18 december 1975 is opgericht. In haar huidige vorm is FNV op 1 januari 2015 ontstaan uit een fusie van de vakcentrale FNV, FNV Bondgenoten, Abvakabo FNV, FNV Bouw en FNV Sport. Later zijn FNV Zelfstandigen, FNV Jong en een gedeelte van FNV Kiem ook opgegaan in FNV. Als gevolg van deze fusies zijn ongeveer 700.000 natuurlijke personen direct lid van FNV. Daarnaast zijn tien vakbonden als rechtspersoon lid van FNV, waaronder de Nederlandse Politiebond, Algemene Onderwijsbond en de Horecabond. De ongeveer 200.000 leden van deze vakbonden zijn indirect lid van FNV. 2.3 De activiteiten van FNV zijn onder andere gericht op collectieve en individuele belangenbehartiging. Zo brengt FNV collectieve arbeidsovereenkomsten tot stand met (verenigingen van) werkgevers en sluit zij sociaal plannen af bij reorganisaties. Daarnaast is FNV betrokken bij verschillende overleggen in de landelijke politiek en lid van de Stichting van de Arbeid en de Sociaal Economische Raad. Op die manier oefent zij invloed uit op wetgeving en beleid. Individuele belangenbehartiging betreft onder andere de (juridische) ondersteuning van haar leden. 2.4 Het algemeen bestuur van FNV kent 17 leden waarvan zeven leden het dagelijks bestuur vormen. De voorzitter van het algemeen bestuur is ook de voorzitter van het dagelijks bestuur. De leden van het algemeen en dagelijks bestuur worden benoemd door het ledenparlement. Op grond van de statuten van FNV en het reglement omtrent de verkiezingen van ledenparlement en algemeen bestuur (hierna: het reglement omtrent de verkiezingen) wordt op basis van een profielschets en een assessment door een toetsingscommissie een aantal geschikte kandidaten geselecteerd en op een kandidatenlijst geplaatst. Uit deze kandidatenlijst worden vervolgens door het ledenparlement de leden van het algemeen en dagelijks bestuur benoemd. Voor de voorzitter geldt dat hij wordt benoemd op voordracht van de leden van FNV. In de praktijk betekent dit dat de voorzitter wordt verkozen door de leden van FNV. 2.5 De raad van toezicht van FNV bestaat volgens de statuten uit vijf natuurlijke personen, die op voordracht van het algemeen bestuur worden benoemd door het ledenparlement. De raad van toezicht heeft als taak toezicht te houden op het beleid van het algemeen bestuur en op de algemene gang van zaken binnen FNV. Verder heeft de raad van toezicht de bevoegdheid om leden van het algemeen bestuur te schorsen en in geval van ontstentenis of belet van alle bestuursleden een tijdelijk bestuur aan te wijzen. 2.6 FNV is georganiseerd in 22 sectorale afdelingen. Elk (indirect) lid van FNV behoort tot één van de sectorale afdelingen. Er zijn 12 directe sectorale afdelingen (waaronder Metaal, Overheid, Vervoer en Diensten) en 10 indirecte sectorale afdelingen (vakbonden die als rechtspersoon lid zijn van FNV). Iedere directe sectorale afdeling heeft een sectorraad waarvan de leden worden verkozen door de leden van de betreffende sectorale afdeling. Het vakbondswerk van FNV wordt met name uitgevoerd door de actieve (kader)leden van een sectorale afdeling. 2.7 Het ledenparlement van FNV bestaat uit 104 afgevaardigden van de sectorale afdelingen, naar rato van het aantal leden dat de desbetreffende sector vertegenwoordigt. De afgevaardigden worden verkozen door de leden van de sectorale afdelingen. Alle bevoegdheden die niet aan andere organen binnen FNV zijn toegewezen, worden uitgeoefend door het ledenparlement. Het ledenparlement is onder andere bevoegd tot benoeming, schorsing en ontslag van de leden van het algemeen en het dagelijks bestuur en (na een voordracht van het algemeen bestuur) de raad van toezicht. 2.8 FNV heeft ongeveer 1.650 medewerkers in dienst die werkzaam zijn in de zogeheten werkorganisatie. De werkorganisatie staat onder leiding van een algemeen directeur. Er zijn zeven afdelingen binnen de werkorganisatie en de leidinggevenden van alle afdelingen vormen samen het managementteam. Het managementteam en de algemeen directeur vormen samen de directie van de werkorganisatie. Er is een ondernemingsraad ingesteld en de algemeen directeur is de bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). De werkorganisatie ondersteunt onder meer de (kader)leden van FNV bij het uitvoeren van vakbondsactiviteiten. 2.9 FNV Personeel is de vakbond van de werkorganisatie van FNV en van de medewerkers van de 10 vakbonden die lid zijn van FNV. FNV Personeel heeft geen rechtspersoonlijkheid en is een subsector van de sectorale afdeling Diensten van FNV. 2.10 Verkiezingen van het ledenparlement, het algemeen en dagelijks bestuur en de voorzitter van FNV vonden vanaf 2015 aanvankelijk niet gelijktijdig plaats. Op 30 augustus 2023 is een contourendocument herijking verkiezingsstelsel opgesteld. Naar aanleiding hiervan is in juni 2024 besloten dat de verkiezingen voor een nieuw ledenparlement zouden lopen tot 26 februari 2025, waarna de afgevaardigden per 1 maart 2025 zouden worden benoemd. De verkiezing van de voorzitter was gepland op 6 maart 2025 en de verkiezing van een nieuw algemeen en dagelijks bestuur zou daarna op 8 maart 2025 plaatsvinden. Het beoogde tijdspad was grof gezegd als volgt: vaststellen profielschets en aankondigen verkiezingen (3 maanden), kandidaatstelling (2 weken), toetsing kandidaten (3,5 maand), bekendmaken kandidatenlijst en campagneperiode (1 maand) en vervolgens verkiezingen. 2.11 Vanaf eind 2023 is binnen FNV besproken dat er in verband met begrotingstekorten als gevolg van een teruglopend ledenaantal een reorganisatie zou moeten plaatsvinden. De directie van de werkorganisatie is met het voorbereiden daarvan belast. Onderdeel van de reorganisatie was een huisvestingsplan met het voornemen om een aantal vakbondshuizen te sluiten die verspreid over Nederland zijn gevestigd. Dit huisvestingsplan raakte niet alleen de werkorganisatie maar ook de (kader)leden in het land. Nadat de plannen door de directie van de werkorganisatie met het algemeen bestuur waren besproken is gebleken dat het huisvestingsplan geen draagvlak had in het ledenparlement, vanwege de gevolgen voor de (kader)leden. Het onderwerp is tijdens opeenvolgende vergaderingen van het ledenparlement besproken omdat het van mening was dat onvoldoende vooruitgang werd geboekt. Het ledenparlement heeft met het algemeen bestuur een alternatief plan opgesteld. 2.12 Binnen FNV is lange tijd gewerkt aan het opstellen van een “Regeling Gewenst Gedrag”. Op 24 september 2024 heeft de algemeen directeur van de werkorganisatie laten weten dat de ondernemingsraad met de regeling had ingestemd en dat zij had besloten de regeling vast te stellen. In de regeling is vermeld dat deze van toepassing is op “alle medewerkers en kaderleden van FNV, ongeacht hun positie”. 2.13 Op 7 oktober 2024 zijn tijdens een vergadering van het ledenparlement twee moties door het ledenparlement aangenomen. De eerste betreft het besluit van de directie van de werkorganisatie om de Regeling Gewenst Gedrag vast te stellen. Het ledenparlement stelt in de eerste motie onder meer vast dat de directie geen zeggenschap heeft over verenigingszaken en de (kader)leden en dat de Regeling Gewenst Gedrag op (kader)leden dus niet van toepassing is. De tweede motie is een ‘motie van afkeuring tegen het Algemeen Bestuur FNV’. In die motie spreekt het ledenparlement zijn afkeuring uit over het handelen van het algemeen bestuur en de directie van de werkorganisatie met betrekking tot de vaststelling van de Regeling Gewenst Gedrag en de voortgang van de reorganisatie. In de slotverklaring schrijft het ledenparlement dat het van mening is dat het algemeen bestuur de samenwerking met de directeur van de werkorganisatie moet beëindigen om de verhoudingen binnen FNV te kunnen verbeteren. 2.14 De directeur van de werkorganisatie heeft zich op 14 oktober 2024 (tijdelijk) ziek gemeld. De algemeen secretaris van het bestuur van FNV heeft zich ook ziekgemeld. 2.15 Op 22 oktober 2024 heeft het algemeen bestuur een plan met de titel ‘Verbetering aansturing werkorganisatie en rolhygiëne’ (hierna: het 19-puntenplan) gepresenteerd. Het plan is gericht op een verbetering van de samenwerking tussen het algemeen bestuur en de directie van de werkorganisatie. In reactie op het 19-puntenplan heeft FNV Personeel op 19 november 2024 aan het algemeen bestuur laten weten het plan onaanvaardbaar te vinden. In die brief schrijft FNV Personeel onder andere: “Het kan niet zo zijn dat een conflict over huisvesting en reorganisatie in het Ledenparlement wordt opgelost door het opofferen van een directeur en het opleggen van een cultuurtraject aan de werkorganisatie.” 2.16 Als gevolg van de ontstane onrust tussen het algemeen bestuur en de werkorganisatie is een paritaire commissie ingesteld om onderzoek te doen. De doelstelling van het onderzoek is als volgt geformuleerd: “Het doel van het onderzoek is duidelijkheid te verkrijgen over de vraag of in de aanloop naar, tijdens en in de periode na de LP-vergadering van 7 en 8 oktober door alle betrokkenen transparant en integer is gehandeld. Het onderzoek richt zich op het vaststellen van feiten met betrekking tot de rol van betrokkenen in deze situatie en onderzoekt, als feiten daar aanleiding toe geven, of er sprake is van smaad/laster, integriteitsschendingen, machtsmisbruik of andere onregelmatigheden.” 2.17 In de aanloop naar de verkiezingen hebben de (toen) zittende voorzitter en de vice-voorzitter van het dagelijks bestuur van FNV zich kandidaat gesteld voor het voorzitterschap. 2.18 Op 17 januari 2025 heeft de voorzitter van het ledenparlement aan de raad van toezicht meegedeeld dat bij hem melding is gedaan van een integriteitsschending door de vice-voorzitter van het algemeen bestuur van FNV. De raad van toezicht heeft daarop besloten daarnaar onderzoek te laten doen en dat onderzoek te beleggen bij de voorzitter van het algemeen bestuur en de voorzitter van het ledenparlement. 2.19 Het onderzoek heeft al snel tot de conclusie geleid dat de melding van een integriteitsschending ongegrond is. Vanwege de uitkomst van het onderzoek en in het licht van diens kandidaatstelling voor het voorzitterschap heeft de vice-voorzitter van het algemeen bestuur laten weten dat hij een nader onderzoek verlangde naar de gang van zaken rondom de melding. Aanvankelijk heeft het algemeen bestuur dit opgepakt, maar de raad van toezicht heeft op 26 januari 2025 aan het ledenparlement laten weten dat hij via een gedelegeerd opdrachtgever door een externe partij, Verinorm, onderzoek zal laten uitvoeren naar de melding van de integriteitsschending. 2.20 Op 31 januari 2025 heeft de paritaire commissie verslag uitgebracht over de voortgang van het onderzoek omtrent de moties in het ledenparlement. De paritaire commissie schrijft dat zij heeft besloten om extern onderzoek te laten verrichten vanwege gevoelens van onrust en onveiligheid binnen FNV. Unravelling Onderzoek & Advies (hierna: Unravelling) heeft vervolgens opdracht gekregen om het onderzoek uit te voeren waarbij de hoofdvraag als volgt is geformuleerd: “Welke feiten en omstandigheden voor, tijdens of na de vergadering van het Ledenparlement op 7 en 8 oktober 2024 hebben een rol gespeeld bij de totstandkoming van de motie van afkeuring en de daarop volgende ziekmeldingen van de algemeen directeur en de algemeen secretaris, wat zijn de dieper liggende oorzaken en de gevolgen van deze kwestie en welke leerpunten zijn daaruit te destilleren?” 2.21 In januari 2025 is bij FNV Personeel bekend geworden dat de algemeen secretaris van het algemeen bestuur in 2024 onderzoek heeft laten verrichten naar gebeurtenissen in de sectorale afdeling Vervoer. Onderwerp van dat onderzoek was onder andere het handelen van medewerkers van de werkorganisatie geweest. De directie van de werkorganisatie en de overige leden van het algemeen bestuur waren niet op de hoogte van dit onderzoek. 2.22 FNV Personeel heeft op 5 februari 2025 geëist dat het algemeen bestuur per direct zou terugtreden, dat de raad van toezicht een interim-bestuur zou benoemen en de verkiezingen die stonden gepland voor maart 2025 zouden worden uitgesteld. Het ontbreken van een veilige en integere werkorganisatie werd als reden aangevoerd. In reactie hierop heeft het ledenparlement in zijn vergadering van 6 februari 2025 steun uitgesproken voor het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur heeft op 8 februari 2025 meegedeeld dat de verkiezingen door zullen gaan. 2.23 De directie van de werkorganisatie heeft op 11 februari 2025 een brief gestuurd aan het dagelijks bestuur. In die brief is de directie ingegaan op de gebeurtenissen van de periode daarvoor en de verhoudingen tussen enerzijds het ledenparlement en het algemeen bestuur en anderzijds de directie van de werkorganisatie. Zij schrijft onder andere: “Als MT staan wij in voor de veiligheid van onze mensen. Veiligheid die in het geding is en door het MT niet langer te garanderen is. Voor ons als MT is nu de maat vol. (…) We gaan ervan uit dat het bestuur bovenstaande eisen (…) inwilligt, bij gebreke waarvan we het vertrouwen in en de samenwerking met de algemeen secretaris opzeggen.” 2.24 Op 12 februari 2025 is bekendgemaakt dat de verkiezingen voor het algemeen bestuur en het voorzitterschap worden opgeschort zodat de verschillende partijen met elkaar in gesprek kunnen gaan en de uitkomsten van de lopende onderzoeken kunnen worden afgewacht. De verkiezingen voor de afgevaardigden voor het ledenparlement zijn niet uitgesteld. 2.25 Een tiental sectorraden heeft op 15 februari 2025 een brief geschreven aan het algemeen bestuur waarin zij hun onvrede uiten en stellen dat in het belang van FNV het algemeen bestuur moet terugtreden en de verkiezingen voor het algemeen bestuur moeten worden uitgesteld tot de verschillende onderzoeken zijn afgerond. 2.26 Op 17 februari 2025 hebben de medewerkers van FNV gestaakt vanwege de volgens hen onveilige werksituatie. 2.27 De directie van de werkorganisatie heeft op 18 februari 2025 het vertrouwen in het algemeen bestuur opgezegd omdat het algemeen bestuur niet had gereageerd op haar brieven en ook geen actie had ondernomen. Dit heeft ertoe geleid dat de directie geen overleg meer heeft gevoerd met het algemeen bestuur en ook geen ondersteuning aan het algemeen en dagelijks bestuur meer heeft geboden. 2.28 Op 24 februari 2025 heeft de raad van toezicht het ledenparlement bijeengeroepen voor een vergadering op 28 februari 2025. In het oproepingsbericht schrijft de raad van toezicht: “Deze vergadering wordt bijeen geroepen vanwege een acuut risico voor de continuïteit en de reputatie van de vereniging. We signaleren:
- Het ontbreken van rolhygiëne. De verhouding tussen Ledenparlement, algemeen bestuur (waaronder dagelijks bestuur) en directie van de werkorganisatie is in de statuten en in het Directiestatuut voldoende duidelijk beschreven, maar daar wordt in de praktijk volstrekt onvoldoende naar gehandeld;
- Gebrek aan eenheid van bestuur (…);
- Het als gevolg van voorgaande punten onvoldoende invulling geven aan (…) het besturen van de FNV-vereniging, waaronder het dagelijks aansturen van de directie van de werkorganisatie. Vanuit de werkorganisatie is een ronduit vijandige houding jegens het bestuur ontstaan, waardoor van een goede, noodzakelijke samenwerking geen sprake meer is en vanuit FNV Personeel worden acties tegen het bestuur gevoerd, die door het bestuur niet adequaat beantwoord worden. (…) Door collectief aftreden van het huidige bestuur ontstaat ruimte voor de aanstelling van een interim bestuur door de Raad van Toezicht, met de opdracht om de orde en rust in de vereniging zodanig te herstellen dat de thans geschorste verkiezingen van de voorzitter van de FNV en van het algemeen bestuur op ordentelijke wijze en rechtdoende aan de huidige statutaire verdeling van rollen, taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, kunnen plaatsvinden.” 2.29 FNV Personeel heeft op 27 februari 2025 aan het algemeen bestuur en de raad van toezicht haar bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken binnen FNV kenbaar gemaakt. FNV Personeel schrijft onder andere: “Ondertussen verdwijnt in de buitenwereld de geloofwaardigheid van de FNV op verschillende dossiers als sneeuw voor de zon. Collega’s worden in allerlei gremia aangesproken op onze interne verdeeldheid en voortgaande sociale onveiligheid. Ook druppelen de opzeggingen met als aanleiding deze interne strijd binnen. Beiden maken dat de slagkracht van de FNV vermindert waardoor de continuïteit van de FNV onder druk komt. Daarnaast speelt de reputatieschade voor de gehele FNV, de media staan vol met artikelen over alle verschillende incidenten en het gebrek aan oplossingen.” 2.30 De ondernemingsraad heeft op 28 februari 2025 de brief van FNV Personeel van 27 februari 2025 onderschreven. 2.31 Het ledenparlement heeft op 28 februari 2025 besloten tot het voorwaardelijk ontslag van het algemeen bestuur per 8 maart 2025, namelijk voor het geval de bestuurders hun verklaring van aftreden per 8 maart 2025 zouden herroepen, met uitzondering van de voorzitter, die per 10 maart 2025 automatisch zou defungeren. 2.32 Per 1 maart 2025 zijn de nieuwe leden van het ledenparlement benoemd. 2.33 Op 5 maart 2025 heeft de raad van toezicht kenbaar gemaakt welke opdracht hij aan een te benoemen interim-bestuur zal meegeven. In die opdracht zijn de volgende thema’s opgenomen: - zorgdragen voor het objectief en onafhankelijk afronden van de lopende onderzoeken ;
- het verbeteren van het functioneren van de governance;
- het verbeteren van de communicatie en transparantie; en,
- het bepalen van het juiste moment en de voorwaarden voor eerlijke bestuurs- en voorzitterverkiezingen. 2.34 FNV Personeel heeft op 7 maart 2025 een brief verstuurd aan de raad van toezicht waarin zij uiteenzet dat de raad van toezicht onvoldoende inzicht heeft in het functioneren van de werkorganisatie en de uitdagingen die spelen omdat de raad van toezicht niet in gesprek gaat met FNV Personeel. FNV Personeel heeft de raad van toezicht gevraagd af te treden. 2.35 Op 8 respectievelijk 10 maart 2025 zijn alle leden van het algemeen en dagelijks bestuur gedefungeerd. De raad van toezicht heeft op 11 en 13 maart 2025 een interim-bestuur benoemd bestaande uit drie leden voor de duur van één maand, met de mogelijkheid tot verlenging. Eind maart 2025 heeft de raad van toezicht de voorzitter van het interim-bestuur geschorst vanwege een, volgens de raad van toezicht, onvolledige en onjuiste informatieverstrekking. 2.36 FNV Personeel heeft bij brief van 1 april 2025 haar aanvullende bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken van FNV kenbaar gemaakt aan de raad van toezicht. FNV Personeel schrijft onder andere: “Waar er aldus pril vertrouwen is ontstaan en enige rust in de organisatie is teruggekeerd, begrijpen wij nu dat u de nieuwbenoemde interim-voorzitter heeft geschorst omdat u van oordeel bent dat hij niet functioneert en tekortschiet in het tonen van verbindend leiderschap. Wij vinden deze schorsing en de daarvoor opgegeven redenen onbegrijpelijk. Door de schorsing zal de onrust in onze organisatie weer toenemen, de FNV weer zonder voorzitter zijn, haar volledige stuurloosheid voortduren en haar aanzien naar buiten verder afbrokkelen.” 2.37 Op 1 april 2025 heeft overleg plaatsgevonden tussen de raad van toezicht en het interim-bestuur. Als gevolg daarvan is de schorsing van de voorzitter van het interim-bestuur ingetrokken en heeft de raad van toezicht besloten de aanstelling van het interim-bestuur te verlengen tot respectievelijk 11 en 13 mei 2025. 2.38 In reactie op een verzoek van FNV Personeel heeft de raad van toezicht op 3 april 2025 per e-mail aan FNV Personeel meegedeeld dat het rapport van Verinorm – dat op 14 maart 2025 aan de gedelegeerd opdrachtgever was uitgebracht – niet met FNV Personeel kon worden gedeeld vanwege met name de bescherming van de privacy van de daarin genoemde personen. De raad van toezicht heeft laten weten dat een samenvatting wordt voorbereid en zal worden gedeeld. 2.39 Een samenvatting van het rapport van Verinorm is op 16 april 2025 gedeeld met het ledenparlement en de voorzitters van de sectorraden. In de samenvatting staat onder meer vermeld: “Het onderzoek is complex gebleken en heeft zich in een voor de FNV turbulente tijd afgespeeld (verkiezingen, stakingen). De (individuele) belangen zijn groot gebleken, alsook de ondervonden weerstand bij sommige respondenten om mee te werken aan (delen van) het onderzoek. Als onderzoekers hebben wij te maken gehad met tegenstrijdige en soms leugenachtige verklaringen, wat het onderzoek heeft bemoeilijkt. Daarnaast hebben wij gaande het onderzoek te maken gekregen met advocaten die de ‘belangen’ van hun cliënt probeerden te waarborgen door – te dreigen met aansprakelijkheidsstelling – ons te bewegen om bepaalde informatie niet in het rapport te vermelden. Daarin zijn wij niet meegegaan. (…) Wat betreft de aanleiding, de ‘valse melding’, constateren we dat er op basis van een signaal is gemeld bij de RvT, die op zijn beurt het advies heeft gegeven een intern (voor)onderzoek daarnaar [OK: te] laten uitvoeren. (…) Hoewel het vooronderzoek leidt tot de vaststelling dat de aantijgingen niet juist zijn, had de RvT er beter aan gedaan, om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen, te adviseren om het vooronderzoek naar de melding extern te laten uitvoeren in plaats van door de voorzitters. Het interne onderzoek heeft geleid tot de conclusie dat de ‘melding’ niet op feiten is gebaseerd. Tot dezelfde conclusie komen wij als onderzoekers. Van smaad/laster is in onze optiek geen sprake, omdat er op basis van de feiten en omstandigheden niet vast staat dat sprake is van het bewust aantasten van de eer en goede naam door het openbaar maken van beschuldigingen. Daarbij tekenen wij aan dat een definitief oordeel aan de rechter is. Het betreft een opeenstapeling van aan elkaar geknoopte geruchten door verschillende personen. Dat laat onverlet dat degene op wie de ‘melding’ betrekking heeft daar wel gevolgen van heeft ondervonden en in zijn integriteit is aangetast. (…) Een aantal zaken dat ziet op een van de betrokkenen in het onderzoek is geverifieerd en aantoonbaar waar. Deze zaken, die relevant zijn om een bestuurlijke beslissing over te nemen, zijn niet met het gehele bestuur gedeeld, waardoor het voltallige bestuur, dat collegiaal dient te opereren, niet op de hoogte was en geen verantwoordelijkheid kon nemen voor bepaalde beslissingen. Ook de RvT was hierover niet geïnformeerd. Tot slot merken we op dat voornoemde kwesties niet op zichzelf lijken te staan, maar een uiting zijn van een dieperliggend conflict tussen het bestuur, de werkorganisatie en het ledenparlement. De governance van de FNV wordt momenteel door een andere partij onderzocht en vormt geen onderdeel van ons onderzoek.” 2.40 Op 17 april 2025 heeft FNV Personeel in een brief aan de raad van toezicht haar zorgen geuit over de vraag of de raad van toezicht het interim-bestuur wel de ruimte en gelegenheid geeft om zijn opdracht uit te voeren. In de brief staat onder meer: “Het is zorgelijk omdat het voortdurende ‘goede gesprek’ over de uitvoering van de verstrekte opdracht tot gevolg heeft dat het interim-bestuur beperkt is in zijn slagkracht en de mogelijkheid om FNV daadwerkelijk te besturen. Inmiddels lijkt duidelijk dat het interim-bestuur door de RvT wordt belemmerd in de uitvoering van zijn taak en niet in staat wordt gesteld een duidelijke lijn uit te zetten en op een aantal zaken door te pakken. Dat er niet wordt doorgepakt is ook merkbaar binnen de werkorganisatie en dat leidt tot gevoelens van onmacht, onzekerheid en onbegrip.” 2.41 Op 9 en 10 mei 2025 hebben vergaderingen plaatsgevonden van het ledenparlement. De raad van toezicht heeft tijdens die vergaderingen aan het ledenparlement meegedeeld dat er een vertrouwensbreuk tussen hem en het interim-bestuur was ontstaan en de vraag voorgelegd of de aanstelling van het interim-bestuur moet worden verlengd. Het ledenparlement heeft in een motie uitgesproken niet in te stemmen met een verlenging van de aanstelling van het interim-bestuur. Daarnaast heeft het ledenparlement in een motie besloten de verkiezingen voor het algemeen en dagelijks bestuur te houden op 11 juli 2025. Het bepalen van een datum voor de verkiezing van de voorzitter heeft het ledenparlement aangehouden. De onderwerpen van beide moties stonden niet op de vooraf verspreide agenda van de vergadering van het ledenparlement. 2.42 Als gevolg van het niet-verlengen van zijn aanstelling is het interim-bestuur per 11 en 13 mei 2025 gedefungeerd. De raad van toezicht heeft op 13 mei 2025 een nieuw interim-bestuur benoemd bestaande uit vier leden. Het interim-bestuur heeft de opdracht gekregen om ernaar te streven de opgeschorte verkiezingen voor het algemeen en het dagelijks bestuur op 11 juli 2025 te laten plaatsvinden. Diezelfde dag heeft FNV Personeel in een brief aan de raad van toezicht en het net benoemde interim-bestuur onder meer het volgende geschreven: “Naar het oordeel van FNV Personeel brengt het besluit om de opdracht van het IB niet te verlengen een oplossing van de bestaande problemen alleen verder weg en zet dat besluit de bestaande vertroebelde verhoudingen onnodig ernstig onder druk. FNV Personeel heeft er geen enkel vertrouwen in dat een nieuw IB de bestaande crisis binnen de FNV beter het hoofd kan bieden, temeer nu dat nieuwe IB onder andere bestaat uit een bestuurslid dat al eerder op voorspraak van de RvT voorwaardelijk is ontslagen door het Ledenparlement. Ook het besluit om de verkiezingen op korte termijn opnieuw op te starten zonder deugdelijke analyse en afwikkeling van de lopende onderzoeken is onverantwoord en bovendien in strijd met eerder gedane toezeggingen. Dit besluit drijft de verschillende gremia binnen de FNV alleen maar verder uiteen en verhoudt zich bovendien niet met de in samenspraak met het IB uitgesproken intentie om die verkiezingen te organiseren in de periode gelegen tussen september en november van dit jaar. Het opnieuw opstarten van die verkiezingen impliceert voorts dat die verkiezingen worden gehouden met dezelfde kandidaten die eerder verkiesbaar waren. Dat betekent dat de mogelijkheid van een nieuwe start met nieuwe mensen daarmee uitgesloten is, terwijl er nog geen analyse heeft plaatsgevonden van de vraag of die nieuwe start wenselijk, of nodig is.” 2.43 De ondernemingsraad heeft op 16 mei 2025 de brief van FNV Personeel van 13 mei 2025 onderschreven. 2.44 Op 16 mei 2025 heeft Unravelling een samenvatting van de onderzoeksresultaten gepubliceerd. In de samenvatting is het volgende opgenomen: “Er is sprake van een diepe bestuurlijke crisis. Deze is niet het gevolg van één geïsoleerd incident, maar het resultaat van een samenspel van factoren op het niveau van structuur, wijze van besturing binnen die structuur, cultuur, persoonlijke verhoudingen en politieke dynamiek als gevolg van aanstaande bestuursverkiezingen. De eenzijdige vaststelling van de Regeling gewenst gedrag vormde de concrete aanleiding, maar was slechts de druppel die de emmer deed overlopen. Binnen het LP bestaat al jarenlang groeiend ongenoegen over zowel het functioneren van de werkorganisatie als het onvermogen van het bestuur om deze aan te sturen. Op de achtergrond speelde tevens de onvrede bij het LP over de aanstaande reorganisatie een rol. Dit alles maakte dat het LP een buitengewoon ingrijpende als ook discutabel interventie deed, die veel weg had van een machtsgreep. De escalatie ronde vergadering van het LP op 7 en 8 oktober 2024 – met de motie van afkeuring tegen het bestuur, de slotverklaring over de noodzaak afscheid te nemen van de algemeen directeur, en de daaropvolgende ziekmeldingen van de algemeen directeur en de algemeen secretaris – weerspiegelt een dieperliggende systeemfout in de governance van de FNV. Het bestuur binnen de FNV functioneert in de praktijk gebrekkig. In plaats van een gezamenlijke, collectieve verantwoordelijkheid en gezamenlijke besluitvorming, is sprake van een permissieve bestuurscultuur die zich kenmerkt door: onvoldoende aansturing, individuele handelingsvrijheid, informele machtsvorming en gebrekkig intern corrigerend vermogen. Het ontbreken van verbindend en ethisch leiderschap, een complexe en vage governance-structuur, en de dreigende dominantie van het LP versterken deze problemen. Collegiaal bestuur is binnen de FNV meer een formele notie dan een functionerende werkelijkheid. Dit is het bestuur aan te rekenen. Het ontbreekt aan effectieve ‘checks and balances’. Zowel formele toezichtsmechanismen als informele tegenkrachten functioneren onvoldoende. De RvT is zoekende naar de eigen rol en opereert te weinig onafhankelijk en treedt soms te zwak en dan weer te krachtig op. Het LP is te ruw en onbehouwen voor een controlerende rol met oog voor het algemeen belang van FNV. Daardoor ontstond een kwetsbaar systeem waarin individueel handelen en machtsvorming konden plaatsvinden zonder effectieve correctie of verantwoording. De interne gedragscode schrijft voor dat iedereen binnen de FNV zich tegenover elkaar collegiaal en respectvol dient te gedragen. Strijdbaarheid als kernwaarde heeft echter de overhand, waardoor er in de praktijk geen sprake is van collegiaal en respectvol gedrag. De interne communicatie verloopt gebrekkig, conflicten worden niet tijdig gede-escaleerd, en besluitvorming vindt regelmatig plaats zonder voldoende draagvlak of transparantie. Dit alles leidt tot ernstige schade aan het onderlinge vertrouwen, de sociale veiligheid binnen de organisatie en het gezag van het bestuur, zowel intern als extern.” 2.45 Op 20 mei 2025 zijn twee van de drie op dat moment nog zittende leden van de raad van toezicht afgetreden. 2.46 Het ledenparlement heeft in diens vergadering van 2 juni 2025 besloten om de verkiezingen voor het algemeen en het dagelijks bestuur te verplaatsen naar 15 september 2025. 3De gronden van de beslissing De standpunten van partijen 3.1 FNV Personeel c.s. hebben aan het verzoek ten grondslag gelegd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van FNV en dat de toestand van de vereniging het nodig maakt dat onmiddellijke voorzieningen worden getroffen. Als toelichting hebben FNV Personeel c.s. – samengevat – het volgende naar voren gebracht: - Er is al langere tijd sprake van ernstige onrust binnen FNV als gevolg van een voortdurend conflict tussen de werkorganisatie, het algemeen bestuur en het ledenparlement over de invulling van bestuur en zeggenschap binnen de vereniging. Bij het personeel van de werkorganisatie bestaan breed gedragen gevoelens van onveiligheid, die zelfs tot een staking hebben geleid. Deze onrust vindt zijn oorsprong in een gebrekkige governance en leidt tot een groot wantrouwen, verdeeldheid en verstoorde verhoudingen tussen de verschillende gremia van FNV en een impasse in het bestuur.
- FNV is niet in staat op eigen kracht uit deze impasse te geraken. Het vorige bestuur is per 8 maart 2025 teruggetreden of ontslagen en de voorzitter per 10 maart 2025. De aanstelling van het door de raad van toezicht benoemde eerste interim-bestuur is niet verlengd en er is vervolgens een tweede interim-bestuur benoemd. De verkiezingen voor een nieuw algemeen bestuur zijn uitgesteld en niet duidelijk is op welke wijze die zullen gaan plaatsvinden.
- De rapporten van Verinorm en Unravelling hebben (deels) betrekking op de gebrekkige governance en het handelen van leden van het oude algemeen en dagelijks bestuur die zich herkiesbaar hebben gesteld, maar die rapporten worden niet openbaar gemaakt. Een duiding van die rapporten en de daaraan te verbinden gevolgen voor de governance, de verkiezingen en de plaatsing op de kandidatenlijst heeft niet plaatsgevonden.
- Inmiddels zijn – nadat eerder al twee van de vijf leden van de raad van toezicht waren opgestapt – ook twee van de drie resterende leden opgestapt. FNV slaagt er niet in om in de huidige omstandigheden op korte termijn nieuwe leden in de raad van toezicht te benoemen. FNV heeft dringend behoefte aan een slagvaardig nieuw algemeen en dagelijks bestuur en een voorzitter. De onrust en interne verdeeldheid binnen FNV blijven niet onopgemerkt. De slagkracht, het aanzien en de continuïteit van FNV staan op het spel vanwege de diepe bestuurlijke crisis, de aandacht in de media en het onvermogen om leden te behouden en te werven. 3.2 De ondernemingsraad en de sectorraden ondersteunen de verzoeken van FNV Personeel c.s. Ook zij menen dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken. De sectorraden voegen daar nog aan toe dat ook de verhouding tussen de sectorraden en de afgevaardigden in het ledenparlement te wensen overlaat, omdat over de onderwerpen waarover het ledenparlement moet besluiten onvoldoende ruggespraak met de sectorraden plaatsvindt. De ondernemingsraad en de sectorraden onderschrijven de noodzaak om de verzochte onmiddellijke voorzieningen te treffen. 3.3 De raad van toezicht onderschrijft dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van FNV. Kern van het probleem zit volgens de raad van toezicht in het spanningsveld tussen de vereniging en de werkorganisatie en de gekozen governance waarbij de aansturing van de directie van de werkorganisatie bij het dagelijks bestuur ligt en de uiteindelijke zeggenschap binnen de vereniging bij de leden. De raad van toezicht meent dat het treffen van onmiddellijke voorzieningen in het belang van de vereniging vereist is om te komen tot de verkiezing van een nieuw algemeen en dagelijks bestuur en een verbetering van de governance. 3.4 De werkorganisatie heeft zich daarbij aangesloten. 3.5 Het interim-bestuur betwist niet dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van FNV, maar meent dat de Ondernemingskamer desondanks geen onderzoek zou moeten gelasten. Volgens het interim-bestuur is FNV er met name bij gebaat dat er zo snel mogelijk “rust in de tent” komt en een onderzoek draagt daar niet aan bij. Het interim-bestuur maakt bezwaar tegen het gelasten van onmiddellijke voorzieningen. Het interim-bestuur fungeert naar behoren en zal zich overeenkomstig de statuten gaan bezighouden met het organiseren van verkiezingen voor een nieuw algemeen en dagelijks bestuur. Aanvulling van de raad van toezicht kan plaatsvinden door benoeming door het ledenparlement. Bij die stand van zaken bestaat geen noodzaak voorzieningen te treffen die ingrijpen in het democratisch proces binnen FNV. 3.6 Het ledenparlement sluit zich daarbij aan. Op de vergadering van het ledenparlement van 2 juni 2025 is besloten de verkiezingen uit te stellen tot 15 september 2025. Met inachtneming van de statutaire regeling kan op die datum, onder leiding van het interim-bestuur op basis van de huidige kandidatenlijst, een nieuw algemeen en dagelijks bestuur worden gekozen. Tot die tijd kan het interim-bestuur zijn taken blijven vervullen en zo nodig in samenspraak met het ledenparlement duiding geven aan de rapporten van Verinorm en Unravelling. Het treffen van de verzochte onmiddellijke voorzieningen zou alleen maar leiden tot verder uitstel van de verkiezingen. Het ledenparlement verzet zich bovendien tegen het treffen van onmiddellijke voorzieningen omdat die afbreuk doen aan de verenigingsdemocratie. Binnen de huidige statutaire regeling van FNV ligt de uiteindelijke zeggenschap bij de leden, vertegenwoordigd door het ledenparlement. Het ledenparlement functioneert naar behoren en kan zijn taken prima vervullen. De openstaande vacatures in de raad van toezicht kunnen via de gewone benoemingsprocedure worden vervuld, aldus het ledenparlement. Ontvankelijkheid van FNV Personeel c.s. 3.7 Op grond van artikel 2:346 lid 1 onder a BW zijn de 480 leden van FNV gezamenlijk bevoegd de Ondernemingskamer te verzoeken een onderzoek te gelasten naar het beleid en de gang van zaken van FNV. Ingevolge artikel 2:347 BW kan een dergelijk verzoek ook worden gedaan door – kort gezegd – een vereniging van werknemers die ten minste twee jaar volledige rechtsbevoegdheid bezit. FNV Personeel is niet een dergelijke vereniging, nu zij geen volledige rechtsbevoegdheid bezit. Dit betekent dat FNV Personeel niet ontvankelijk is in haar verzoek. Gegronde redenen 3.8 De Ondernemingskamer stelt vast dat alle partijen het erover eens zijn dat er gegronde redenen bestaan om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van FNV te twijfelen. Dat is terecht. Uit hetgeen hiervoor onder de feiten is weergegeven blijkt dat tussen de diverse geledingen van FNV al langer sprake is van een verstoorde relatie en een groeiend wantrouwen. Daarbij zijn – mede onder druk van de aanstaande reorganisatie – de werkorganisatie, het algemeen bestuur en het ledenparlement in toenemende mate tegenover elkaar komen te staan. Hoewel alle partijen menen te handelen in het belang van FNV, haar leden en haar werknemers, slagen zij er niet om hun geschillen bij te leggen. In plaats van vruchtbaar overleg wordt de confrontatie gezocht in de vorm van moties van afkeuring, ultimatums aan het bestuur en het opzeggen van vertrouwen. 3.9 Dit voortdurend conflict heeft er inmiddels toe geleid dat het ledenparlement op 7 oktober 2024 het algemeen bestuur heeft opgeroepen de relatie met de algemeen directeur van de werkorganisatie te beëindigen, waarna de algemeen directeur en de algemeen secretaris zich gedurende langere tijd ziek hebben gemeld, dat het algemeen en dagelijks bestuur per 8 maart 2025 is afgetreden of ontslagen, dat FNV sinds 10 maart 2025 geen gekozen voorzitter meer heeft, dat de raad van toezicht inmiddels een tweede interim-bestuur heeft benoemd, nadat het vertrouwen in het eerste interim-bestuur al na twee maanden werd opgezegd, dat de geplande verkiezingen voor een nieuw algemeen en dagelijks bestuur niet hebben kunnen plaatsvinden en zijn uitgesteld tot in ieder geval 15 september 2025 en dat de raad van toezicht – die op grond van de statuten uit vijf personen dient te bestaan – nog maar één lid heeft. 3.10 In de tussentijd is er binnen FNV een paritaire commissie ingesteld om onderzoek te doen naar de vraag of door alle betrokkenen transparant en integer is gehandeld bij de moties van het ledenparlement van 7 oktober 2024. Deze commissie heeft aanleiding gezien dit onderzoek extern te laten uitvoeren door Unravelling. Daarnaast is onderzoek gedaan naar een onterecht gebleken melding van een integriteitsschending van een van de twee kandidaten voor het voorzitterschap, waarbij dat onderzoek aanvankelijk (mede) in handen werd gelegd van de andere kandidaat. Uiteindelijk is besloten om het onderzoek extern te laten uitvoeren door Verinorm. Beide onderzoeken zijn inmiddels afgerond. De samenvattingen van de onderzoeksrapporten (vgl. hiervoor onder 2.39 en 2.44) bevestigen dat sprake is van een aanhoudend en diep conflict tussen het bestuur, de werkorganisatie en het ledenparlement. De rapporten kunnen niet breed gedeeld worden voor zover zij betrekking hebben op personen, met als gevolg dat onduidelijk blijft welke gevolgen de onderzoeken zouden moeten hebben voor de (kandidatenlijst voor de) aanstaande verkiezingen. In januari 2025 is bekend geworden dat de algemeen secretaris onderzoek heeft laten verrichten naar medewerkers van FNV buiten medeweten van de overige leden van het algemeen bestuur en de directie van de werkorganisatie. Dit alles voedt het reeds bestaande wantrouwen en zorgt voor een onveilig gevoel bij de werknemers. Binnen de werkorganisatie bestaat daarnaast grote ontevredenheid over de wijze waarop het algemeen bestuur en het ledenparlement omgaan met de belangen van de werknemers van FNV en de aansturing van de directie van de werkorganisatie. De ondernemingsraad deelt die onvrede. Dit alles heeft er zelfs toe geleid dat op 17 februari 2025 door de werknemers van FNV is gestaakt. 3.11 De raad van toezicht is er niet in geslaagd om deze gespannen verhoudingen tot rust te brengen. Integendeel, nadat het algemeen bestuur per 8 en 10 maart 2025 was gedefungeerd, is een eerste interim-bestuur benoemd. Al na drie weken ontstond er een vertrouwensconflict tussen de voorzitter van het interim-bestuur en de raad van toezicht. Uiteindelijk heeft het ledenparlement niet ingestemd met verlenging van de benoeming en is het eerste interim-bestuur maar twee maanden in functie geweest. Hierop is op 13 mei 2025 door de raad van toezicht een tweede interim-bestuur benoemd. Diezelfde dag hebben de werknemers verenigd in FNV Personeel laten weten geen vertrouwen meer te hebben in een nieuw interim-bestuur en in verkiezingen op basis van de bestaande kandidatenlijst zonder dat daarbij kenbaar opvolging wordt gegeven aan de conclusies van de rapporten van Verinorm en Unravelling. 3.12 De Ondernemingskamer stelt op grond van het voorgaande vast dat de diverse organen van FNV er kennelijk niet in slagen om binnen de huidige governance het bestaande conflict in onderling overleg op te lossen en dat FNV als gevolg daarvan op dit moment niet kan beschikken over een algemeen en dagelijks bestuur met een voldoende draagvlak binnen alle geledingen van de vereniging. Daarbij komt dat er op dit moment geen voldoende vertrouwen lijkt te bestaan in het verkiezingsproces dat op korte termijn zou moeten leiden tot een voldoende gedragen nieuw algemeen bestuur, terwijl er ook voor de dieperliggende oorzaken van het bestaande conflict binnen FNV geen oplossing voorhanden lijkt te zijn. Dit alles levert gegronde redenen op voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van FNV, die het gelasten van een onderzoek kunnen rechtvaardigen. Onderzoek 3.13 De Ondernemingskamer zal een onderzoek gelasten naar het beleid en de gang van zaken van FNV zoals hiervoor onder 3.8 tot en met 3.12 genoemd. Anders dan het ledenparlement en het interim-bestuur menen is het gelasten van een dergelijk onderzoek ook in het belang van FNV, nu daaruit zal kunnen blijken wat de oorzaken zijn van het onderliggende conflict en dit onderzoek bouwstenen zal kunnen aanleveren voor het treffen van maatregelen die toekomstige conflicten kunnen voorkomen. 3.14 De Ondernemingskamer zal evenwel de aanwijzing van een onderzoeker voorlopig aanhouden om te bezien of al door het treffen van de hierna te noemen onmiddellijke voorzieningen een oplossing van het geschil kan worden bereikt. Ieder van partijen of de door de Ondernemingskamer benoemde functionarissen kan op elk moment de Ondernemingskamer verzoeken de onderzoeker aan te wijzen. Voor het geval het komt tot aanwijzing van een onderzoeker, zal de Ondernemingskamer de onderzoeker vragen om binnen zes weken een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken en deze aan de Ondernemingskamer toe te sturen. De Ondernemingskamer zal partijen in dat geval in de gelegenheid stellen zich uit te laten over die begroting en vervolgens het onderzoeksbudget vaststellen. 3.15 De Ondernemingskamer zal de kosten van het onderzoek voor rekening brengen van FNV. Onmiddellijke voorzieningen 3.16 De Ondernemingskamer is van oordeel dat de toestand van FNV, zoals die blijkt uit het voorgaande, het nodig maakt dat onmiddellijke voorzieningen worden getroffen. Het belang van FNV, haar leden, haar medewerkers en het algemeen belang dat FNV als grootste Nederlandse vakvereniging dient, vergen dat FNV op de kortst mogelijke termijn weer kan beschikken over een slagvaardig en representatief algemeen bestuur en voorzitter, die een zo breed mogelijk vertrouwen genieten onder alle geledingen van FNV. Daarvoor is het nodig dat zo spoedig mogelijk een verkiezingsproces op gang komt dat enerzijds voldoende onafhankelijk en transparant is vormgegeven zodat de uitkomst door alle betrokkenen geaccepteerd kan worden en anderzijds voldoende waarborgen biedt voor de bescherming van de privacy en de veiligheid van de betrokken kandidaten. Daarnaast vergt het belang van FNV dat de bestaande knelpunten in de governance van FNV kritisch beoordeeld worden en dat binnen de vereniging een proces op gang wordt gebracht dat kan leiden tot een aanpassing van die governance en het wegnemen van knelpunten. 3.17 De Ondernemingskamer zal om die reden bij wijze van onmiddellijk voorziening – vooralsnog voor de duur van het geding – twee nieuwe leden in de raad van toezicht benoemen die in het bijzonder tot taak krijgen om, zo nodig in afwijking van de statuten en interne reglementen van FNV, waaronder het reglement omtrent verkiezingen: - zorg te dragen voor het organiseren en vormgeven van de verkiezingen voor een nieuw algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter van FNV, en daarbij zo nodig ook te beslissen over een inperking of uitbreiding van de kandidatenlijst, de benoeming van een toetsingscommissie en de timing van de verkiezingen;
- te (laten) adviseren over mogelijke aanpassingen in de governance van FNV en een proces op gang te brengen dat kan leiden tot een aanpassing van die governance en het wegnemen van knelpunten daarin. De door de Ondernemingskamer te benoemen leden van de raad van toezicht zullen binnen de raad van toezicht gezamenlijk een beslissende stem hebben, ook als de raad van toezicht wordt uitgebreid naar vijf leden. Daarbij zullen zij alle bevoegdheden kunnen uitoefenen die de statuten van FNV aan de raad van toezicht toekennen, waaronder ook het schorsen van bestuursleden (artikel 22.1) en het benoemen van een interim-bestuur bij ontstentenis of belet van het gehele bestuur (artikel 27). 3.18 De Ondernemingskamer zal de kosten van de te benoemen leden van de raad van toezicht voor rekening brengen van FNV. 3.19 Voor het treffen van andere onmiddellijke voorzieningen ziet de Ondernemingskamer vooralsnog geen aanleiding. Proceskosten 3.20 De Ondernemingskamer gaat met partijen ervan uit dat de proceskosten uiteindelijk worden gedragen door FNV en ziet daarom geen aanleiding een proceskostenveroordeling uit te spreken.
4. De beslissing De Ondernemingskamer: verklaart FNV Personeel niet-ontvankelijk in haar verzoek; beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Federatie Nederlandse Vakbeweging over de periode vanaf 1 januari 2024 zoals omschreven in rechtsoverweging 3.13 van deze beschikking; benoemt een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon om het onderzoek te verrichten; houdt in verband met het bepaalde in 3.14 de vaststelling van het onderzoeksbudget aan en verzoekt de onderzoeker binnen zes weken na de beschikking waarbij hij als onderzoeker wordt aangewezen een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken en deze aan de Ondernemingskamer toe te sturen; bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Federatie Nederlandse Vakbeweging en dat zij voor de betaling daarvan ten genoegen van de onderzoeker voor het begin van diens werkzaamheden zekerheid moet stellen; benoemt mr. A.W.H. Vink tot raadsheer-commissaris, zoals bedoeld in artikel 2:350 lid 4 BW; benoemt bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van de procedure - voor zover nodig in afwijking van de statuten – twee nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken personen tot leden van de raad van toezicht van Federatie Nederlandse Vakbeweging; bepaalt dat de door de Ondernemingskamer te benoemen leden van de raad van toezicht in het bijzonder tot taak hebben om, zo nodig in afwijking van de statuten en interne reglementen van FNV: - zorg te dragen voor het organiseren en vormgeven van verkiezingen voor een nieuw algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter van Federatie Nederlandse Vakbeweging, en daarbij zo nodig ook bevoegd zijn te beslissen over een inperking of uitbreiding van de kandidatenlijst, de benoeming van een toetsingscommissie en de timing van de verkiezingen;
- te (laten) adviseren over mogelijke aanpassingen in de governance van Federatie Nederlandse Vakbeweging en een proces op gang te brengen dat kan leiden tot een aanpassing van die governance en het wegnemen van knelpunten daarin. bepaalt dat de door de Ondernemingskamer te benoemen leden van de raad van toezicht gezamenlijk een beslissende stem hebben binnen de raad van toezicht; bepaalt dat het salaris en de kosten van de door de Ondernemingskamer benoemde leden van de raad van toezicht voor rekening komen van de Federatie Nederlandse Vakbeweging en bepaalt dat de Federatie Nederlandse Vakbeweging voor de betaling daarvan ten genoegen van ieder benoemd lid van de raad van toezicht zekerheid dient te stellen vóór de aanvang van diens werkzaamheden; verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad; wijst af hetgeen meer of anders is verzocht. Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. A.P. Wessels en mr. E. Loesberg, raadsheren, en drs. M.A. Scheltema en prof. dr. mr. S. ten Have, raden, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Frans en mr. L. van Hoof, griffiers, en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2025.