Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

ECLI:NL:GHARL:2024:7139

20 November 2024

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden, afdeling civiel

zaaknummer gerechtshof 200.343.618/01

zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 10365045

arrest van 19 november 2024

in de zaak van

de vennootschap onder firma De Leeuw Agro,

die is gevestigd in Maasbommel,

die hoger beroep heeft ingesteld,

en bij de kantonrechter optrad als eiseres,

hierna: De Leeuw,

advocaat: mr. K. Coenders-El Dahri uit Beuningen,

tegen

[geïntimeerde1] C.V.,

die is gevestigd in [plaats1] ,

2. [geïntimeerde2],

die woont in [plaats1] ,

3. [geïntimeerde3],

die woont in [plaats1] ,

en bij de kantonrechter optraden als gedaagden,

hierna: [geïntimeerden],

advocaat: mr. B. Bijlsma te Tilburg.

Het verloop van de procedure

1.1De Leeuw heeft bij exploot van 4 juni 2024 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 5 maart 2024 dat de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, tussen partijen heeft uitgesproken. De zaak is aangebracht op de rolzitting van 30 juli 2024.

1.2Na betaling van het griffierecht door partijen is De Leeuw een termijn gegeven tot
9 september 2024 voor het nemen van de memorie van grieven.

1.3Op 9 september 2024 heeft De Leeuw geen memorie van grieven genomen, waarna daarvoor een laatste aanhouding is verleend tot 8 oktober 2024.

1.4Op de rolzitting van 8 oktober 2024 heeft De Leeuw geen memorie van grieven genomen, maar via een H8-formulier de mededeling aan het hof gedaan dat zij het hoger beroep vanwege gezondheidsomstandigheden wenst in te trekken.

1.5 [geïntimeerden] hebben in een H14-formulier van 23 oktober 2024 bezwaar gemaakt tegen het verzoek tot intrekking van de zaak door De Leeuw en vermeld daarmee alleen akkoord te gaan als De Leeuw de door [geïntimeerden] gemaakte kosten betaald. [geïntimeerden] hebben in een H10-formulier van 1 november 2024 arrest gevraagd.

Het oordeel van het hof

2.1Een intrekking en doorhaling van de zaak op eenzijdig verzoek (van in dit geval alleen De Leeuw) is niet mogelijk. Uit de mededeling dat zij het hoger beroep wil intrekken en het niet indienen van de memorie grieven volgt dat het hoger beroep niet voldoende is gemotiveerd en niet is voorzien van voldoende gepreciseerde en onderbouwde klachten tegen het vonnis van 5 maart 2024. Omdat ook niet is gebleken dat dit vonnis in strijd is met recht van openbare orde, zal De Leeuw niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep.

2.2De Leeuw zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep aan de zijde van [geïntimeerden] . Onder die kosten vallen ook de nakosten die nodig zijn voor de betekening van de uitspraak, zonder dat het hof deze kosten in het dictum hoeft te specificeren.n

HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853.

De beslissing

Het hof:

verklaart De Leeuw niet-ontvankelijk in het hoger beroep;

veroordeelt De Leeuw tot betaling van de volgende proceskosten van [geïntimeerden] :

€ 2.175,- aan griffierecht

€ 607,- aan salaris van de advocaat van [geïntimeerden] (½ procespunt × appeltarief II).

Dit arrest is gewezen door mrs. J.H. Kuiper, M.W. Zandbergen en W.F. Boele, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
19 november 2024.

Artikel delen