Team Handelsrecht
zaaknummer 200.312.693/01
arrest van 24 januari 2023
in de zaak van
Eco Solutions Nederland B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
appellante,
hierna aan te duiden als appellante,
advocaat: mr. D.D. Dielissen-Breukers te Eindhoven (onttrokken),
tegen
Handelsonderneming Solidair B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als geïntimeerde,
advocaat: mr. N.P.H. Vissers te Leusden,
op het bij exploot van dagvaarding van 4 november 2021 en het herstelexploot van 9 maart 2022 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 4 augustus 2021, door de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, gewezen tussen appellante als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie en geïntimeerde als eiseres in conventie, verweerster in reconventie.
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.
2.1.Appellante heeft bij voormelde exploten geïntimeerde opgeroepen om te verschijnen ter openbare terechtzitting van dit hof van 5 juli 2022, waarbij in een nog in te dienen memorie van grieven nadere gronden zullen worden aangevoerd ter onderbouwing van de eis en conclusie zoals in de appeldagvaarding vermeld.
In een tussenarrest van 16 augustus 2022 heeft het hof in deze zaak een mondelinge behandeling na aanbrengen op 3 oktober 2022 bepaald.
Bij H-2 formulier van 29 september 2022 heeft de advocaat van appellante zich onttrokken per 3 oktober 2022. De mondelinge behandeling na aanbrengen van 3 oktober 2022 is niet doorgegaan. De zaak is vervolgens op de voet van artikel 6.2 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven (LPR) verwezen naar de rol van 18 oktober 2022 voor stellen procesvertegenwoordiger appellante. Op die rol heeft zich voor appellante geen nieuwe advocaat gesteld.
2.4.In de akte beraad geïntimeerde voor de rol van 1 november 2022 heeft geïntimeerde het hof verzocht arrest te wijzen en appellante in de proceskosten te veroordelen. Het hof heeft daarna op diezelfde roldatum een datum voor arrest bepaald.
Het hof ziet aanleiding de zaak naar de rol van 7 maart 2023 te verwijzen voor memorie van grieven, ambtshalve peremptoir.
Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 7 maart 2023 voor memorie van grieven, ambtshalve peremptoir;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, E.H. Schulten en J.M.H. Schoenmakers en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 24 januari 2023.
griffier rolraadsheer