ECLI:NL:GHSHE:2025:210
niet betalen griffierecht artikel 127a lid 2 Rv
Gerechtshof 's-Hertogenbosch 28 April 2025
ECLI:NL:GHSHE:2025:210
text/xml
public
2025-04-28T14:58:44
2025-01-28
Raad voor de Rechtspraak
nl
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
2025-01-28
200.346.583_01
Uitspraak
Hoger beroep
NL
's-Hertogenbosch
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Rechtspraak.nl
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2025:210
text/html
public
2025-04-28T14:53:56
2025-04-28
Raad voor de Rechtspraak
nl
ECLI:NL:GHSHE:2025:210 Gerechtshof 's-Hertogenbosch , 28-01-2025 / 200.346.583_01
niet betalen griffierecht artikel 127a lid 2 Rv
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Team Handelsrecht
zaaknummer 200.346.583/01
arrest van 28 januari 2025
in de zaak van
[bewindvoerder A] , h.o.d.n. [bedrijf A] , i.h.h.v. bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [persoon A],
kantoorhoudende te [plaats A] ,
appellante,
hierna aan te duiden als respectievelijk de bewindvoerder en [persoon A] ,
advocaat: mr. M.M. van der Marel te Eindhoven,
tegen
[stichting XX] ,
gevestigd en kantoorhoudende te [plaats A] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als [stichting XX] ,
advocaat: mr. B. Poort te Eindhoven,
op het bij exploot van dagvaarding van 24 september 2024 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 12 september 2024, door de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats [plaats A] , gewezen tussen de bewindvoerder als gedaagde en [stichting XX] als eiseres.
1Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 10948738 CV EXPL 24-1230)
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.
2Het geding in hoger beroep
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de appeldagvaarding met één productie;
de akte met één productie van de zijde van de bewindvoerder op de rol van 10 december 2024;
de akte van de zijde van [stichting XX] op de rol van 10 december 2024.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken.
3De beoordeling
3.1.
De bewindvoerder heeft bij voormeld exploot [stichting XX] gedagvaard te verschijnen op de zitting van dit hof van 8 oktober 2024. De zaak is ingeschreven. Op de rol van 26 november 2024 is geconstateerd dat de bewindvoerder het griffierecht niet tijdig had voldaan. De bewindvoerder is per e-mail en brief gedateerd op 27 november 2024 bericht dat in verband met de niet tijdige betaling van het griffierecht de originele memorie van grieven, welke is ontvangen op 20 november 2024, niet is geaccepteerd en daarom retour wordt gezonden. De zaak is vervolgens conform de bepalingen van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven (LPR) verwezen naar de rol van 10 december 2024 voor akte partijen. De bewindvoerder kon zich uitlaten over toepassing van artikel 127a lid 3 Rv en [stichting XX] kon zich uitlaten over een voorgenomen incidenteel appel. Op die rol hebben beide partijen een akte genomen. De zaak is daarna voor arrest gezet.
3.2.
De bewindvoerder stelt dat toepassing van artikel 127a lid 1 en 2 Rv leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. De bewindvoerder heeft in dat kader aangevoerd dat sprake is van absolute betalingsonmacht en geen betalingsonwil. Op de leefgeld- en spaarrekening van [persoon A] staat nagenoeg € 0,00. Op de beheerrekening van de bewindvoerder stond op 28 november 2024 enig saldo maar dat heeft de bewindvoerder gereserveerd voor de noodzakelijke kosten voor het levensonderhoud, in het bijzonder de kosten die samenhangen met de klinische behandeling die [persoon A] volgt voor zijn verslavingsproblematiek. De bewindvoerder heeft een aanvraag gedaan voor bijzondere bijstand voor de griffiekosten. De bewindvoerder verzoekt het hof om het griffierecht kwijt te schelden dan wel om de bewindvoerder in de gelegenheid te stellen om het griffierecht te voldoen na ontvangst van de bijzondere bijstand. De bewindvoerder stelt een evident en zeer groot belang te hebben bij voortzetting van het hoger beroep. Daar komt bij dat volgens de bewindvoerder de belangen van [stichting XX] niet zijn geschaad. Ook worden deze niet geschaad als aan de bewindvoerder een aanvullende termijn wordt gegund om het griffierecht te voldoen.
3.3.
[stichting XX] heeft het hof bij akte bericht dat zij geen incidenteel appel wenst in te stellen als het hof aan haar ontslag van instantie verleent. Mocht het hof geen ontslag van instantie verlenen en de zaak voor memorie van grieven komt te staan, dan wenst [stichting XX] het recht op het instellen van incidenteel appel te behouden.
3.4.
Het hof oordeelt als volgt.
3.5.
Op grond van het bepaalde in artikel 3 lid 3 Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz) diende de bewindvoerder het griffierecht binnen vier weken na de eerste roldatum
– 8 oktober 2024 – te voldoen, dus uiterlijk op 5 november 2024. Op grond van artikel 2.5 van het LPR is die betalingstermijn met twee weken verlengd. Dat betekent dat het griffierecht van de bewindvoerder uiterlijk op 19 november 2024 had moeten zijn voldaan.
3.6.
De zaak heeft ter controle van betaling van het griffierecht op de rol gestaan van 26 november 2024. Op die datum bleek dat de bewindvoerder niet had betaald. Ten tijde van deze uitspraak is het griffierecht nog steeds niet betaald.
3.7.
Op grond van het bepaalde in artikel 3 lid 3 Wgbz en artikel 353 juncto artikel 127a lid 2 Rv dient de rechter in beginsel ontslag van instantie uit te spreken indien de bewindvoerder het door haar verschuldigde griffierecht niet of niet tijdig heeft voldaan. Alleen in de bij wet voorziene situatie dat toepassing van de sanctie, gelet op het belang van één of meer van de partijen bij toegang tot de rechter, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, mag de rechter afzien van het toepassen van de sanctie van ontslag van instantie (artikel 127a lid 3 Rv).
3.8.
In de akte genomen op de rol van 10 december 2024 heeft de bewindvoerder gesteld dat toepassing van artikel 127a lid 2 Rv leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard en doet zij een beroep op de hardheidsclausule van artikel 127a lid 3 Rv. Volgens het hof staat vast dat de bewindvoerder het griffierecht niet heeft betaald en dat de oorzaak daarvan is gelegen in een omstandigheid gelegen aan de zijde van de bewindvoerder. De enkele stelling dat sprake is van betalingsonmacht en dat daardoor niet is betaald, kan niet zonder meer leiden tot toepassing van de hardheidsclausule. De bewindvoerder heeft ter onderbouwing slechts een aanvraag voor bijzondere bijstand overgelegd. Deze aanvraag is echter pas aangevraagd op 28 november 2024, terwijl de appeldagvaarding op 24 september 2024 is uitgebracht tegen de roldatum van 8 oktober 2024 en ruim na het verstrijken van de uiterste betaaldatum. In de akte uitlaten is verder niets over de voortgang van die aanvraag vermeld. Daarbij speelt mee dat de bewindvoerder wordt bijgestaan door een advocaat. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij ervan op de hoogte is dat en binnen welke termijn griffierecht moet worden betaald en ook wat de gevolgen zijn van een niet(-tijdige) betaling. Het beroep op de hardheidsclausule van artikel 127a lid 3 Rv slaagt gelet op het vorenstaande dan ook niet. Ook ambtshalve is het hof niet gebleken van feiten of omstandigheden die toepassing van de hardheidsclausule van artikel 127a lid 3 Rv zouden rechtvaardigen.
3.9.
Het voorgaande leidt ertoe dat [stichting XX] , nu zij geen incidenteel appel wenst in te stellen en heeft verzocht om haar ontslag van instantie te verlenen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 127a lid 2 Rv van deze instantie zal worden ontslagen. Als de in het ongelijk gestelde partij zal de bewindvoerder worden veroordeeld in de proceskosten.
4De uitspraak
Het hof:
ontslaat [stichting XX] van deze instantie;
veroordeelt de bewindvoerder in de proceskosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [stichting XX] begroot op € 798,00 aan griffierecht en op € 607,00 (0,5 punt x tarief II) aan salaris advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, E.H. Schulten en J.M.H. Schoenmakers en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 28 januari 2025.
griffier rolraadsheer