Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

ECLI:NL:GHSHE:2025:674

Het hof stelt een regeling vast waarbij er een keer per week video bel contacten zullen zijn tussen de vader en de minderjarige. Wat betreft de omgangsregeling legt het hof de regie bij partijen en bepaalt dat er een begeleide omgangsregeling geldt vanaf het moment dat er voor de man hulpverlening is opgestart.

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 18 June 2025

Jurisprudentie – Uitspraken

ECLI:NL:GHSHE:2025:674 text/xml public 2025-06-18T14:58:34 2025-03-13 Raad voor de Rechtspraak nl Gerechtshof 's-Hertogenbosch 2025-03-13 200.333.860_01 Uitspraak Hoger beroep NL 's-Hertogenbosch Civiel recht; Personen- en familierecht Rechtspraak.nl http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2025:674 text/html public 2025-06-18T14:57:32 2025-06-18 Raad voor de Rechtspraak nl ECLI:NL:GHSHE:2025:674 Gerechtshof 's-Hertogenbosch , 13-03-2025 / 200.333.860_01
Het hof stelt een regeling vast waarbij er een keer per week video bel contacten zullen zijn tussen de vader en de minderjarige. Wat betreft de omgangsregeling legt het hof de regie bij partijen en bepaalt dat er een begeleide omgangsregeling geldt vanaf het moment dat er voor de man hulpverlening is opgestart.

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht

Uitspraak: 13 maart 2025

Zaaknummer: 200.333.860/01

Zaaknummer eerste aanleg: C/02/384576 FA RK 21-1840

in de zaak in hoger beroep van:

[de man] ,

voorheen wonende te [woonplaats] , thans verblijvende te [woonplaats] ,

verzoeker in hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

advocaat: voorheen mr. K. van Doorn thans mr. R.G.J. van Kerkhof,

tegen

[de vrouw] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerster in hoger beroep,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat: mr. P.P.M. Hendrikx-Heeren.

Deze zaak gaat over de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2021 te [geboorteplaats] , hierna: [minderjarige] .

In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:

de Raad voor de Kinderbescherming,

regio [regio] , locatie [locatie] ,

hierna te noemen: de raad.
<nr>5</nr>De beschikking d.d. 28 maart 2024
Bij die beschikking heeft het hof iedere verdere beslissing aangehouden tot 20 augustus 2024. Het hof heeft partijen verzocht om het hof te informeren over het verloop en de uitkomst van de begeleiding van partijen bij de omgang tussen de man en [minderjarige] door [betrokkene] (dan wel een andere begeleider), onder gelijktijdige verstrekking van een afschrift van die informatie aan de raad.
<nr>6</nr>Het verdere verloop van het geding in hoger beroep 6.1.
De voortzetting van de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 3 februari 2025. Bij die gelegenheid zijn gehoord:

- de man, bijgestaan door mr. Van Kerkhof;

-de vrouw, bijgestaan door mr. Hendriks;

- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .
6.2.
Het hof heeft kennisgenomen van de inhoud van:

- het V8-formulier van 23 juli 2024 van de advocaat van de vrouw;

- het V8-formulier van 13 augustus 2024 van de advocaat van de man;

- het V8-formulier van 16 augustus 2024 van de advocaat van de vrouw;

- het V8-formulier van 11 oktober 2024 van de advocaat van de vrouw;

- het V8-formulier van 24 oktober 2024 van de advocaat van de vrouw.
<nr>7</nr>De verdere beoordeling
Feiten
7.1.
Na de tussenbeschikking van het hof van 28 maart 2024 hebben er twee begeleide contactmomenten plaatsgevonden tussen de man en [minderjarige] . Het eerste moment vond plaats in maart 2024 en het tweede in april 2024. Desgevraagd tijdens de voortgezette mondelinge behandeling is door de vrouw verklaard dat [minderjarige] het eerste contactmoment aanvankelijk spannend vond maar dat het de tweede keer beter ging. De vrouw had daarom met [betrokkene] besproken dat de vrouw na verloop van tijd ook niet meer bij de contactmomenten aanwezig zou zijn. Na de voornoemde twee contactmomenten is er echter geen fysiek contact meer geweest tussen de man en [minderjarige] , omdat de man opnieuw in detentie is geraakt. Vanaf medio september 2024 vinden er regelmatig videobelmomenten tussen de man en [minderjarige] plaats.

Omvang van het geschil
7.2.
Op dit moment ligt in hoger beroep nog voor het verzoek van de man om de bestreden beschikking van 26 juli 2023 te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, zo nodig onder aanvulling of verbetering van de rechtsgronden, zijn verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling alsnog toe te wijzen.
7.3.
De man heeft tijdens de voortgezette mondelinge behandeling zijn verzoek in hoger beroep gehandhaafd. Hij benadrukt dat hij de begeleide omgang onder leiding van [betrokkene] als positief heeft ervaren. Het is zijn wens om (weer) naar een dergelijke omgangsregeling toe te werken. Medio februari 2025 komt de man uit detentie en krijgt hij nazorg via de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). Op termijn zal er aan de man een woning worden toegewezen. Tot die tijd woont hij bij zijn moeder.

Hij verzoekt het hof om, tot het moment dat er weer omgang tussen hem en [minderjarige] mogelijk is, de behandeling van deze zaak aan te houden.
7.4.
De vrouw verzoekt het hof om thans in een eindbeschikking het verzoek van de man af te wijzen. Zij benadrukt dat ze altijd heeft meegewerkt aan de begeleide contacten tussen de man en [minderjarige] maar dat door toedoen van de man de regeling voortijdig is gestopt.

De vrouw wil [minderjarige] beschermen tegen nieuwe teleurstellingen. Het is de wens van de vrouw dat de man zijn leven eerst op orde krijgt om vervolgens de contacten tussen hem en [minderjarige] onder begeleiding van [betrokkene] weer op te bouwen.

De toelichting die de man heeft gegeven op de manier waarop hij zijn leven na detentie weer zal gaan opbouwen is voor de vrouw te vaag. De vrouw vindt het noodzakelijk dat het eerst duidelijk is dat de man zijn leven op orde heeft om vervolgens toe te werken naar een omgangsregeling die blijvend is en die structureel door de man kan worden nagekomen.
7.5.
De raad stelt voor om de videobelmomenten tussen de man en [minderjarige] wekelijks voort te zetten dan wel dat de man de ene week belt met [minderjarige] en de andere week een filmpje of een kaartje stuurt. De raad benoemt dat de haalbaarheid van een regeling belangrijk is. Vervolgens kan er na een half jaar onder leiding van mevrouw [betrokkene] worden toegewerkt naar begeleide contacten. De raad adviseert het hof aan om de behandeling van de zaak - in afwachting van het verloop van deze begeleide contacten - voor één jaar aan te houden.
7.6.
Het hof acht zich voldoende voorgelicht om een eindbeslissing te nemen en beslist als volgt.

Omgangsregeling
7.7.
Ingevolge artikel 1:377a van het Burgerlijk Wetboek (BW) stelt de rechter op verzoek van de ouders of van een van hen, al dan niet voor bepaalde tijd, een regeling inzake de uitoefening van het omgangsrecht vast.
7.8.
Het hof overweegt als volgt.

Het hof begrijpt dat de twee begeleide contactmomenten tussen de man en [minderjarige] goed zijn verlopen, maar als gevolg van de hernieuwde detentie van de man noodgedwongen zijn gestopt. Partijen zijn het er over eens dat het in het belang van [minderjarige] is dat er, zodra de man weer uit detentie is, weer fysieke omgangsmomenten zijn tussen haar en de man. Ook zijn zij het eens dat mevrouw [betrokkene] deze contacten zal begeleiden. Partijen blijven echter verschillend denken over het tijdstip waarop de (begeleide) omgangsmomenten weer kunnen worden opgepakt en over de frequentie van deze momenten.

[minderjarige] is inmiddels vier jaar. Zij ontwikkelt zich goed en er bestaan op dat gebied geen zorgen. Op dit moment vindt er contact tussen de man en [minderjarige] plaats door middel van wekelijkse videobelmomenten. Het hof acht het positief dat het beeld van de man voor [minderjarige] op deze manier levendig is gehouden tijdens de periode dat de man niet in staat was om fysiek contact met haar te hebben. Ook hebben partijen laten zien dat zij, in het belang van [minderjarige] , op een constructieve manier met elkaar kunnen communiceren.

Tijdens de voortgezette mondelinge behandeling van het hof is gebleken dat de man medio februari 2025 uit detentie komt. Alsdan zal worden ingezet op een hulpverleningstraject via de Wmo door de gemeente [gemeente] , waarbij hij zal worden begeleid en nazorg zal krijgen. In het kader van dit traject zal er worden toegewerkt naar het vinden van een woning / zelfstandige woonplek voor de man. Tot die tijd woont de man bij zijn moeder.

Met de raad is het hof van oordeel dat de haalbaarheid van een regelmatige fysieke omgangsregeling tussen de man en [minderjarige] voorop moet staan. Het is van groot belang voor [minderjarige] dat zij niet opnieuw teleurgesteld wordt en de omgang weer na een paar keer stopt, zoals eerder is gebeurd. Dit maakt dat de omgangsregeling niet direct nadat de man uit detentie is kan starten.

Het hof acht daarom de volgende contact- c.q. omgangsregeling in het belang van [minderjarige] :

de man en [minderjarige] zijn gerechtigd tot het hebben van videobelmomenten, zoals deze ook nu wekelijks plaatsvinden en in onderling overleg tussen partijen worden geregeld;

vanaf het moment dat er voor de man hulpverlening via de gemeente [gemeente] (Wmo) is geregeld en is opgestart kan er, in overleg met mevrouw [betrokkene] , worden gestart met een begeleide omgangsregeling en zijn de man en [minderjarige] één keer per maand gerechtigd tot begeleide omgang met elkaar. De regie van deze regeling ligt bij partijen gezamenlijk.

Het hof heeft er, gelet op het constructieve overleg tussen partijen inzake de videobelmomenten, alle vertrouwen in dat partijen er op termijn samen uitkomen om, zo nodig door bemiddeling van mevrouw [betrokkene] , afspraken te maken over een permanente regeling tussen de man en [minderjarige] , waarbij de omgangsmomenten in onderling overleg verder kunnen worden uitgebreid qua tijdsduur en frequentie.
7.9.
De man verzoekt de behandeling van de onderhavige zaak verder aan te houden in afwachting van het verloop van de begeleide contacten. Het hof ziet hiertoe geen aanleiding. Het is aan de man om in het belang van [minderjarige] samen met de vrouw de begeleide omgangsmomenten te regelen en het hof gaat ervan uit dat hij daarbij het (door de vrouw aangegeven) tempo van [minderjarige] volgt. Gebleken is immers dat de vrouw niet onwelwillend tegenover een (begeleide) omgangsregeling tussen de man en [minderjarige] staat. Mocht dit onverhoopt niet lukken dan dient de meest gerede partij zich tot de rechtbank te wenden.

Proceskosten
7.10.
Het hof zal de proceskosten in hoger beroep compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten van het hoger beroep draagt.

De slotsom
7.11.
Gelet op het voorgaande zal het hof de beschikking waarvan beroep vernietigen, voor zover daarbij het verzoek van de man om een omgangsregeling tussen hem en [minderjarige] vast te stellen is afgewezen, en beslissen zoals hierna onder 8 vermeld.
<nr>8</nr>De beslissing
Het hof:

vernietigt de tussen partijen gegeven beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 26 juli 2023, voor zover daarbij het verzoek van de man om een omgangsregeling tussen hem en [minderjarige] vast te stellen is afgewezen;

en in zoverre opnieuw rechtdoende:

stelt tussen de man en [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2021 te [geboorteplaats] de volgende regeling vast:

de man en [minderjarige] zijn gerechtigd tot het hebben van videobelmomenten, zoals deze op dit moment wekelijks plaatsvinden en in onderling overleg tussen partijen worden geregeld;

de man en [minderjarige] zijn gerechtigd tot een door mevrouw [betrokkene] begeleide omgangsregeling van één keer per maand vanaf het moment dat er voor de man hulpverlening via de gemeente [gemeente] (Wmo) is opgestart;

verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

compenseert de proceskosten in hoger beroep, in die zin dat iedere partij de eigen kosten van het hoger beroep draagt;

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mrs. J.C.E. Ackermans-Wijn, A.M. Bossink, E.J.M. van Engelen en is in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.

Artikel delen