HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/02829
Datum 15 juli 2022
ARREST
In de zaak van
1. MARSARE B.V.,gevestigd te Amsterdam,
2. FORTALEZA B.V.,gevestigd te Amsterdam,
EISERESSEN tot cassatie,
hierna gezamenlijk: Marsare c.s.,
advocaat: J. van Weerden,
tegen
VERENIGING VAN EIGENAARS [het pand],gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de VvE,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/13/637553 / HA ZA 17-1104 van de rechtbank Amsterdam van 31 januari 2018 en 21 november 2018;
de arresten in de zaken 200.255.592/01 en 200.254.805/01 van het gerechtshof Amsterdam van 7 mei 2019, 14 mei 2019 en 6 april 2021.
Marsare c.s. hebben tegen het arrest van het hof 6 april 2021 beroep in cassatie ingesteld.
Tegen de VvE is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal S.D. Lindenbergh strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Marsare c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de VvE begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op 15 juli 2022.