Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

ECLI:NL:HR:2025:934

HR: 81.1 RO.

Hoge Raad 13 June 2025

Jurisprudentie – Uitspraken

ECLI:NL:HR:2025:934 text/xml public 2025-06-13T12:01:53 2025-06-13 Raad voor de Rechtspraak nl Hoge Raad 2025-06-13 24/00259 Uitspraak Artikel 81 RO-zaken Cassatie NL Bestuursrecht; Belastingrecht In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2023:4171 Rechtspraak.nl http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2025:934 text/html public 2025-06-13T12:01:27 2025-06-13 Raad voor de Rechtspraak nl ECLI:NL:HR:2025:934 Hoge Raad , 13-06-2025 / 24/00259
HR: 81.1 RO.

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 24/00259

Datum 13 juni 2025

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 13 december 2023, nrs. 23/00299 en 23/00300, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. BRE 21/1261 en 21/1262) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2015 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de voor dat jaar opgelegde aanslag in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en de daarbij gegeven beschikkingen inzake belastingrente.
<nr>1</nr>Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
<nr>2</nr>Beoordeling van de middelen
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
<nr>3</nr>Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
<nr>4</nr>Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer E.F. Faase als voorzitter, en de raadsheren P.A.G.M. Cools en F.G.F. Peters, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2025.

ECLI:NL:GHSHE:2023:4171.

Artikel delen