Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/1432
en
(gemachtigde: mr. M.C. van der Linden).
Bij besluit van 21 oktober 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van eiser om inzage op grond van de Wiv 2017n
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017.
Bij besluit van 26 januari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser gedeeltelijk gegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 22 februari 2023 op zitting behandeld. Eiser is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser heeft op grond van artikel 80 van de Wiv 2017 verzocht om inzage in een advies met betrekking tot proactieve vervolging van “Bewegers”n
Uit het kwartaalbericht binnenlandse veiligheidsdienst 1989 IV volgt dat dit leden betreft van de anti-imperialistische stroming binnen de Nederlandse politiek activistische Beweging.
2. Verweerder heeft aan eiser vijf documenten verstrekt. In die documenten heeft verweerder de persoonsgegevens van derden en passages die niet zien op het inzageverzoek gemaskeerd. In document 4 heeft verweerder eveneens inzage geweigerd in gegevens waaruit de actuele werkwijze van de AIVDn
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Op grond van artikel 84, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wiv 2017; bescherming van de nationale veiligheid.
3. Verweerder heeft het bezwaar van eiser gedeeltelijk gegrond verklaard. Verweerder heeft kenbaar gemaakt welke weigeringsgronden zien op welke delen van document 4. Ook is verweerder van oordeel dat hij de weigeringsgrond dat er sprake is van actuele werkwijzen te ruim heeft toegepast en heeft eiser alsnog inzage gegeven in een eerder geweigerd deel van datzelfde document. Verder heeft verweerder een nadere motivering gegeven voor de toepassing van de weigeringsgrond actuele werkwijze. Verweerder betwist dat er meer documenten aanwezig zijn. Verweerder handhaaft daarbij zijn standpunt dat hij zich niet uit hoeft te laten over de vraag of er actuele gegevens over de Bewegers bij de AIVD aanwezig zijn.
Wat vindt eiser?
4. Eiser betoogt dat verweerder ten onrechte niet te kennen geeft of er sprake is van actuele gegevens. Verweerder is gehouden daar inzicht in te geven. Het standpunt van verweerder dat anti-overheidsactivisme nog steeds een actueel onderwerp is waar de AIVD aandacht aan besteed, gaat in deze niet op. De gegevens waarvan eiser inzage heeft verzocht betreffen geen anti-overheidsactivisme. Bovendien is dat een te breed onderwerp waar alles onder zou kunnen worden geschaard. Voorts heeft verweerder de motivering dat gegevens worden geweigerd omdat er sprake is van actuele werkwijzen onvoldoende gemotiveerd. Zelfs de CTIVDn
Commissie Toezicht Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten.
Eiser stelt verder dat verweerder nog steeds niet duidelijk heeft gemaakt waarom in document 4 inzage in de passages boven het lemma IVON en onder het lemma AMOK is geweigerd. Voorts is ongeloofwaardig dat de gegevens onder het lemma IVON alleen uit persoonsgegevens bestaat, nu de lemma’s over andere groepen een beschrijving van feiten bevatten.
Eiser acht het ongeloofwaardig dat er niet meer documenten over het onderwerp bij verweerder aanwezig zijn. De gevraagde informatie ziet op ‘pro-actieve vervolging van Bewegers’, naar aanleiding van een kort verslag van het managementteam van de BVDn
Binnenlandse Veiligheidsdienst
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. Eiser heeft aan de rechtbank toestemming verleend om mede op grond van de geheime stukken uitspraak te doen.n
Artikel 8:29, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Actuele gegevens
6. Het is vaste rechtspraak van de hoogste bestuursrechter dat de AIVD zijn wettelijke taak uitsluitend binnen een zekere mate van geheimhouding effectief kan uitoefenen en zijn bronnen en actuele werkwijzen geheim moet kunnen houden, omdat het geven van inzicht daarin ten koste gaat van het goed functioneren van de AIVD en daarmee ten koste van de nationale veiligheid, ter bescherming waarvan de AIVD is opgericht. In gevallen waarin met een beroep op artikel 84, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wiv kennisneming wordt geweigerd moet het besluit een op de aanvraag toegesneden deugdelijke motivering bevatten.n
Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) van 19 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:176.
7. Het is voorts vaste rechtspraak dat verweerder de vraag of er actuele gegevens bij de AIVD aanwezig zijn, onbeantwoord mag laten. Een verplichting voor verweerder om kenbaar te maken of er actuele gegevens worden verwerkt, maakt geheimhouding van dat feit illusoir, hetgeen de AIVD voor de toekomst belemmert in zijn taakuitoefening.n
Uitspraak van de Afdeling van 31 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2624.
8. Verweerder heeft erop gewezen dat de Bewegers destijds doelbewust persoonsgegevens – waaronder de adressen – van politieambtenaren die werkzaam waren voor de BVD, hebben gepubliceerd en dat in het jaarverslag 2020 van de AIVD expliciet is vermeld dat het publiceren van adressen van agenten door groepjes en eenlingen nog steeds gebeurt. Verweerder heeft daarmee voldoende gemotiveerd dat het verzoek van eiser mede ziet op een actueel onderwerp en terecht geen antwoord gegeven op de vraag of er actuele gegevens van de Bewegers zijn.
Actuele werkwijze
9. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de toepassing van de weigeringsgrond dat er sprake is van een actuele werkwijze voldoende gemotiveerd. Zo heeft verweerder te kennen gegeven dat de geweigerde passages zien op verbeterpunten in het operationele handelen en de beveiligingsmaatregelen van de BVD en dat deze verbeterpunten thans de werkwijze vormen bij de contra inlichtingenoperaties. Verweerder heeft er daarbij op gewezen dat eiser uit de wel aan hem verstrekte kopteksten en inleidende zinnen kan opmaken dat het gaat om gegevens over opleiding en privacybescherming van operateurs, locaties van politieke inlichtingendiensten (PID’s) en safehouses, het benaderen en runnen van informanten en de beveiliging van operaties. Na inzage in de geheime stukken is het de rechtbank niet gebleken dat verweerder ook inzage in oude, niet meer in gebruik zijnde werkwijzen heeft geweigerd.
10. Nu verweerder de weigeringsgrond actuele werkwijze voldoende heeft gemotiveerd, ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat eiser in zijn procespositie is geschaad. Daarbij komt dat de bestuursrechter op basis van de geheime stukken kan beoordelen of de weigeringsgronden op juiste wijze zijn toegepast. Het is vaste rechtspraak dat de procedure van artikel 8:29 van de Awb met voldoende waarborgen is omkleed, zodat het recht op een eerlijk proces daarmee niet in zijn essentie wordt beperkt.n
Uitspraak van de Afdeling van 12 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:709.
Persoonsgegevens van derden
11. Na inzage in de geheime stukken is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de geweigerde passages onder de kopjes IVON en AMOK persoonsgegevens betreffen.
Archiefonderzoek
12. Het is vaste rechtspraak van de hoogste bestuursrechter dat wanneer een bestuursorgaan stelt dat na onderzoek is gebleken dat hij een bepaald document niet of niet meer heeft en een dergelijke mededeling niet ongeloofwaardig voorkomt, het in beginsel aan degene die om informatie verzoekt is om aannemelijk te maken dat het bestuursorgaan dat document toch heeft.n
Zie de hiervoor genoemde uitspraak van de Afdeling van 19 januari 2022.
13. Verweerder heeft erop gewezen dat uit de aan eiser verstrekte documenten blijkt dat de BVD in 1991 ervoor heeft gekozen om haar eigen operationeel handelen verder te professionaliseren en haar operationele beveiligingsmaatregelen te verbeteren, in plaats van de Bewegers te frustreren of hun activiteiten te verstoren. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat dit een verklaring kan zijn waarom er geen documenten zijn aangetroffen over een pro actieve vervolging van Bewegers. Daarbij heeft verweerder te kennen gegeven dat hij in bezwaar heeft gezocht naar informatie die ziet op ‘vervolging van Bewegers’ en daarbij op de term ‘Bewegers’ heeft gezocht in de Database Historische Archieven en in een inventarislijst van documenten die worden overgebracht naar het Nationaal Archief. Door algemeen op de term ‘Bewegers’ te zoeken, heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank een afdoende zoekslag gemaakt. De rechtbank acht de mededeling van verweerder dat er niet meer documenten over de Bewegers zijn aangetroffen dan ook niet ongeloofwaardig. Met de enkele verwijzing naar een agendapunt van het managementteam over vervolging van Bewegers heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat er meer informatie aanwezig zou moeten zijn. Verweerder heeft er daarbij op gewezen dat ook uit de notulen van die vergadering in 1991 blijkt dat het punt is afgerond.
Conclusie
14. Het beroep is ongegrond. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Nobel, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.