RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/3976
(gemachtigde: mr. A.J.M. Mohrmann),
en
(gemachtigde: M.M. van Asperen).
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om overbrenging naar Nederland.
1.1.Verweerder heeft bij e-mailbericht van 16 mei 2023 op dit verzoek gereageerd. Eiser heeft hiertegen rechtstreeks beroep ingesteld.
1.2.Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.De rechtbank heeft het beroep op 28 februari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van verweerder, namens verweerder is ook mr. A.J.M. Zwiep verschenen. De rechtbank heeft het onderzoek op zitting geschorst in afwachting van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) over de vraag of het e-mailbericht van verweerder wel of niet als besluit moet worden aangemerkt.
1.4.De Afdeling heeft op 10 april 2024 uitspraak gedaan.n
Zie onder meer de uitspraak van de Afdeling van 10 april 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1500.
Waar gaat deze zaak over?
2. Op 29 maart 2023 heeft eiser een verzoek bij verweerder ingediend om hem vanuit Afghanistan over te brengen naar Nederland. Eiser stelt dat hij tussen 2006 en 2010 als bewaker bij de Afghan Security Guard (hierna: ASG-bewaker) heeft gewerkt. Eiser beroept zich op de Tolkenregeling. Verweerder heeft dit verzoek afgewezen omdat eiser niet aan de voorwaarden voor de Tolkenregeling voldoet.
Wat vinden partijen in beroep?
3. Eiser betoogt dat hij wel aan de voorwaarden voor de Tolkenregeling voldoet. Daarnaast voert hij aan dat de afwijzing van zijn verzoek door verweerder een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hij verwijst daarbij onder meer naar de uitspraak van de Afdeling van 14 september 2022.n
Zie de uitspraak van de Afdeling van 14 september 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2592.
4. Verweerder stelt dat een reactie op een verzoek om overbrenging uit Afghanistan op grond van de Tolkenregeling geen besluit is in de zin van de Awb. Dat betekent dat eiser zich niet tot de bestuursrechter kan wenden. Verweerder heeft verwezen naar eerdere uitspraken van deze rechtbank.n
Rechtbank Den Haag, 2 augustus 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:11493 en ECLI:NL:RBDHA:2023:11495.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. De Afdeling heeft op 10 april 2024 geoordeeld dat de afwijzing van een verzoek op grond van de Tolkenregeling een besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb.n
Zie noot 1. Artikel 7:1a van de Awb.
6. Het beroep is niet-ontvankelijk. De rechtbank zal het beroepschrift doorzenden naar verweerder om te worden behandeld als een bezwaarschrift.n
Artikel 6:15 van de Awb.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van
mr.S. Hoeijmans, griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 19 april 2024.
griffier |
rechter |
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.