Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

ECLI:NL:RBDHA:2025:14408

Wahv. Verkeersboete. Overschrijding redelijke termijn. De kantonrechter wijkt af van jurisprudentie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2023:6369) dat in zo’n geval de verkeersboete met 25% moet worden verminderd en de proceskosten moeten worden vergoed. Hij sluit aan bij jurisprudentie van de Hoge Raad. De rechtseenheid legt meer gewicht in de schaal dan het eigenstandige kara...

Rechtbank Den Haag 5 August 2025

Jurisprudentie – Uitspraken

ECLI:NL:RBDHA:2025:14408 text/xml public 2025-08-05T12:00:22 2025-08-04 Raad voor de Rechtspraak nl Rechtbank Den Haag 2025-08-01 11556059 MB VERZ 25-1539 Uitspraak Eerste aanleg - enkelvoudig Proces-verbaal NL Den Haag Strafrecht Rechtspraak.nl http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2025:14408 text/html public 2025-08-04T14:07:09 2025-08-05 Raad voor de Rechtspraak nl ECLI:NL:RBDHA:2025:14408 Rechtbank Den Haag , 01-08-2025 / 11556059 MB VERZ 25-1539
Wahv. Verkeersboete. Overschrijding redelijke termijn. De kantonrechter wijkt af van jurisprudentie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2023:6369) dat in zo’n geval de verkeersboete met 25% moet worden verminderd en de proceskosten moeten worden vergoed. Hij sluit aan bij jurisprudentie van de Hoge Raad. De rechtseenheid legt meer gewicht in de schaal dan het eigenstandige karakter van de Wahv. Volgt ongegrondverklaring van het beroep. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Rechtbank DEN HAAG
Zittingsplaats ’s-Gravenhage

CJIB-nummer: [CJIB-nummer]

Registratienummer team straf: 11556059 MB VERZ 25-1539

Uitspraakdatum : 1 augustus 2025

Beslissing van de kantonrechter, tevens houdende het opgemaakte proces-verbaal van de zitting

in de zaak van
[betrokkene]
adres: [adres] , [postcode] te [woonplaats]

hierna: betrokkene

gemachtigde: L.E. Ekkel (Verkeersboete.nl)

vertegenwoordiger van de officier van justitie: mr. E. Morsink.
Het verloop van de procedure
Aan betrokkene is een verkeersboete opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De zaak is behandeld op de zitting van 1 augustus 2025. Op de zitting zijn de gemachtigde en de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen.
Overwegingen
Verkeersboete

Het gaat om een bedrag van € 238,00 (inclusief administratiekosten) wegens overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom met 22 kilometer per uur op 16 november 2022 (feitcode VB022).

Beroepsgronden en standpunten

De beroepsgrond houdt het volgende in:

- De redelijke termijn is overschreden en daarom moet de verkeersboete met 25% worden verminderd. Verder komen de proceskosten voor vergoeding in aanmerking.

De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting voorgesteld het beroep deels gegrond te verklaren, de verkeersboete met 25% te verminderen en een proceskostenvergoeding toe te kennen.

Oordeel

Het beroep is ongegrond.

Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende.

Vaststaat dat de gedraging is verricht.

Met partijen is de kantonrechter van oordeel dat de redelijke termijn is overschreden. Hij doet namelijk te laat uitspraak. Dit is niet aan betrokkene te wijten. Volgens vaste jurisprudentie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden moet de verkeersboete dan met 25% worden verminderd en komen de proceskosten voor vergoeding in aanmerking. De kantonrechter ziet aanleiding om van deze jurisprudentie af te wijken. Hij overweegt daartoe het volgende.

In zijn arresten van 17 juni 2008 en 26 maart 2024 heeft de Hoge Raad in strafzaken als uitgangspunt geformuleerd dat in geval van geldboetes tot € 1.000,00 kan worden volstaan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden. Een vermindering van de geldboete is dan dus niet aan de orde. De kantonrechter past deze jurisprudentie ook toe op verkeersboetes als hier aan de orde (zogeheten ‘Mulderboetes’). Daartoe acht hij van belang dat de Hoge Raad de grens van € 1.000,00 in zijn arrest van 14 juni 2024 heeft doorgetrokken naar de vraag of bij overschrijding van de redelijke termijn immateriële schadevergoeding moet worden toegekend. De Hoge Raad heeft in dit laatstgenoemde arrest uitdrukkelijk verwezen naar zijn jurisprudentie in strafzaken en in belastingzaken waarin een bestuurlijke boete in het geding is. Het eigenstandige karakter van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften leidt niet tot een andere uitkomst. Naar het oordeel van de kantonrechter legt de rechtseenheid namelijk meer gewicht in de schaal.

Dit alles betekent dat de kantonrechter in zaken over een verkeersboete geen vermindering van 25% zal toepassen als de redelijke termijn is overschreden en de verkeersboete minder dan € 1.000,00 bedraagt. Hij zal volstaan met de constatering dat van een dergelijke overschrijding sprake is. Deze manier van compensatie past ook beter bij de aard van verkeersboetes, die volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens worden opgelegd voor minor traffic offences.

Er is ook overigens niet gebleken van bijzondere omstandigheden die tot afzien dan wel vermindering van de verkeersboete leiden.

Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. J.R.K.A.M. Waasdorp, kantonrechter, bijgestaan door J.S Hagenaar, griffier, en in het openbaar uitgesproken.

De griffier De kantonrechter

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:

a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of

b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.

Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Den Haag, Team Straf en dient door degene die het beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.

De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht. Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.

Zie het arrest van 28 juli 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:6369.

ECLI:NL:HR:2008:BD2578.

ECLI:NL:HR:2024:492.

ECLI:NL:HR:2024:853.

Zie het al genoemde arrest van de Hoge Raad van 17 juni 2008 en dat van 19 december 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0191.

Artikel delen