Volgens wn onjuiste inschaling. Gemeente kon in redelijkheid komen tot indeling van de functie in een bepaalde functiegroep binnen functiewaarderingssysteem HR21.
Rechtbank Gelderland 18 June 2025
Jurisprudentie – Uitspraken
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2025:4429
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
11-06-2025
Datum publicatie
18-06-2025
Zaaknummer
11437228
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Bijzondere kenmerken
Eerste aanleg - enkelvoudig
ECLI:NL:RBGEL:2025:4429text/xmlpublic2025-06-18T12:00:202025-06-11Raad voor de RechtspraaknlRechtbank Gelderland2025-06-1111437228UitspraakEerste aanleg - enkelvoudigOp tegenspraakNLZutphenCiviel recht; ArbeidsrechtRechtspraak.nlhttp://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2025:4429text/htmlpublic2025-06-17T11:46:192025-06-18Raad voor de RechtspraaknlECLI:NL:RBGEL:2025:4429 Rechtbank Gelderland , 11-06-2025 / 11437228 Volgens wn onjuiste inschaling. Gemeente kon in redelijkheid komen tot indeling van de functie in een bepaalde functiegroep binnen functiewaarderingssysteem HR21.
RECHTBANK GELDERLAND Civiel recht
Kantonrechter Zittingsplaats Zutphen Zaaknummer: 11437228 CV EXPL 24-3498 Vonnis van 11 juni 2025 in de zaak van
[eiser]
,
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
procederend in persoon, tegen GEMEENTE BRONCKHORST,
te Hengelo,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Gemeente Bronckhorst,
gemachtigde: mr. M.J. Kolijn-van de Merwe. 1De procedure1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 8 januari 2025
- het bericht van 18 februari 2025 met productie(s) van [eiser]- de mondelinge behandeling van 14 mei 2025, ter gelegenheid waarvan door de gemachtigde van Gemeente Bronckhorst spreekaantekeningen zijn voorgedragen en waarvan voor het overige door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2De feiten2.1.
[eiser] is van 1 maart 1998 tot 1 maart 2020 in dienst geweest van (de rechtsvoorganger van) Gemeente Bronckhorst, aanvankelijk op basis van een aanstelling en vanaf 1 januari 2020 tot 1 maart 2020 op basis van een arbeidsovereenkomst. 2.2. De functie van [eiser] was consulent A bij het Team Financiën en Interne controle (hierna: het team). 2.3. In 2016/2017 heeft het team een doorontwikkeling gekend. In die periode zijn de taken van [eiser] gewijzigd in die zin dat hij geen consulenttaken meer verrichtte en het accent van zijn functie is komen te liggen bij het specialisme fiscaliteit (btw-specialist) en de verantwoordelijkheid voor de tweede tussenrapportage (planning en control). 2.4. Begin 2018 heeft Gemeente Bronckhorst aangekondigd dat er een herwaardering van de functies binnen het team zou plaatsvinden aan de hand van het Functiehuis Achterhoek met als peildatum 1 januari 2018. 2.5. Gemeente Bronckhorst heeft [eiser] in verband met deze herwaardering om een omschrijving van zijn werkzaamheden en taken verzocht. [eiser] heeft in april 2018 de volgende omschrijving van zijn taken gegeven:
“(…) Ik bent verantwoordelijk voor het initiëren, ontwikkelen, uitvoeren en actualiseren van integrale en strategische beleidskaders in middellange en lange termijn verband; Ik stuur complexe (fiscale) processen binnen het cluster en de organisatie aan; Ik bent breed inzetbaar op diverse beleidsdomeinen in het cluster; Ik denkt mee over organisatiebrede vraagstukken en vertaalt deze naar concrete acties voor het cluster en de organisatie; Ik besteed een deel van mijn tijd aan dewerkzaamheden voor de ondernemingsraad Ik bent verantwoordelijk voor de kwaliteit en de integrale beleidsontwikkeling binnen voor mijn taken Ik zorgt samen met de collega’s binnen de fiscaliteit voor samenhang tussen de belangen van de gemeente en het horizontaal toezicht met de belastingdienst; Ik ben voor mijn taakvelden verantwoordelijk voor het opleveren van projectplannen, bewaken van resultaten, deadlines en verantwoordingsverslagen; Vanuit mijn kennis en ervaring ben ik - zowel op inhoud als proces - sparringpartner voor collega’s, vooral binnen het cluster. Taken zijn: Btw specialist Uitvoeren wet vennootschapsbelasting Uitvoeren Wet Markt en Overheid Regie op de tussenrapportages. Facilitator werkoverleggen Secretaris ondernemingsraad. Adviseur bij majeure projecten (…) Besteding fonds bovenwijks Werkkostenregeling WKR Jongerenhuisvesting Huisvesting voortgezet onderwijs Vorden” 2.6. Bij besluit van 1 oktober 2018 is [eiser] met terugwerkende kracht tot 1 januari 2018 geplaatst in het generieke functieprofiel Beleidsmedewerker B, schaal 10 (hierna: het besluit). Bij het besluit is het Advies betreffende functiewaardering gevoegd waarin het besluit nader is gemotiveerd. De in 2.5 weergegeven omschrijving van de werkzaamheden maakt deel uit van dit advies. 2.7. Op 10 november 2018 heeft [eiser] bezwaar gemaakt tegen het besluit. 2.8. Op 12 november 2018 heeft [eiser] in een e-mail onder meer het volgende aan Gemeente Bronckhorst geschreven:
“Hierbij zoals afgesproken (…) een nadere toelichting op mijn taken (…)
Hoofddoel van de taken in de functie van btw specialist is om de gemeente fiscaal in control te brengen en te houden.
(…)
Onder fiscaal control wordt verstaan dat de Gemeente Bronckhorst als fiscale entiteit juiste en tijdige fiscale aangiften indient bij de belastingdienst.
De wijze waarop daaraan door Bronckhorst invulling wordt gegeven is vastgelegd in het convenant “horizontaal toezicht”. Dit is een overeenkomst tussen de belastingdienst en de gemeente Bronckhorst. De op basis van dit convenant door Bronckhorst in te richten Tax control framework moet het gestelde hoofddoel waarborgen. Het Tax control framework is het geheel van op te stellen interne regels en procedures (…) Het behoort tot mijn taak daarover naar eigen inzicht initiatieven te ontwikkelen en bindende voorstellen te doen aan college en management.
(…)
De fiscale positie van de gemeente de daarmee ook het financieel belang ontwikkelt zich steeds. (…) Ik doe daarvoor naar eigen inzicht voorstellen die betrekking hebben op een vertaling daarvan naar de fiscale situatie in Bronckhorst. (…) Met het convenant horizontaal toezicht op grond waarvan ik intensief contact heb met de belastingdienst probeer ik dat te voorkomen door vooraf specifieke situaties met hen te bespreken en een positief standpunt voor Bronckhorst te bepleiten.
(…)
Een ander doel van fiscaal control is het fiscaal meest voordelige wijze uitvoering geven aan besluiten van de gemeente.
(…)” 2.9. Naar aanleiding van het bezwaar van [eiser] heeft Gemeente Bronckhorst een extern waarderingsdeskundige gevraagd om onderzoek te doen. Dit onderzoek heeft geleid tot het ‘Advies functiewaardering BTW-specialist’. In dit advies is onder meer het volgende te lezen:
“(…)
Daarnaast heb ik aan de hand van het addendum van [eiser] nogmaals naar de inpassing gekeken. Door [eiser] wordt gesteld dat zijn taken gewaardeerd moeten worden op HBO-werk en denkniveau aangevuld met zeer ruime ervaring. Dit is een omschrijving die past bij het naast hogere profiel beleidsmedewerker A. Naar mijn mening is de omschrijving in dit profiel niet van toepassing op de BTW-taken van [eiser] . In zijn functie is nadrukkelijk sprake van landelijke/europese wet en regelgeving met bij behorende jurisprudentie die het speelveld met betrekking tot complexe vraagstukken van groot maatschappelijk belang die deelgebied- en/of werkterrein overstijgend zijn. De BTW-taken zijn niet passend op het profiel beleidsmedewerker A.
(…)
Uitgaande van het functiehuis Achterhoek en daarin opgenomen profielen met een organiek en generiek karakter en jun onderling verhoudingen in zwaarte is er geen aanleiding om de inpassing van de BTW-specialist in opwaartse zin te heroverwegen.
(…)
Dit functiehuis kan wel worden uitgebreid met een specifieke functie van BTW-specialist. De weg daar naar toe is lang en omslachtig. (…) Mijn inschatting van de waardering van een dergelijk specifiek profiel BTW-specialist is dat deze onvoldoende extra punten gaat opleveren om via de conversietabel tot een hogere schaal te komen. 2.10. Op 24 april 2019 is [eiser] in het kader van zijn bezwaar gehoord door de Regionale Bezwarencommissie Personele Aangelegenheden (hierna: de commissie). De commissie heeft op 16 mei 2019 advies uitgebracht. Daarin is - onder meer - het volgende vermeld:
“De commissie stelt vast dat in de functie beleidsmedewerker A en B het accent zich richt op het initiëren en ontwikkelen van strategisch / tactische beleid en het adviseren over strategische/ tactische ontwikkelingen. Zoals bezwaarde ter zitting heeft toegelicht betreffen zijn werkzaamheden overwegend het sociaal in control brengen van de gemeente. Hij verricht nauwelijks taken op het gebied van het ontwikkelen van beleid (…). De werkzaamheden van bezwaarde wijken naar het oordeel van de commissie substantieel af van de taken van de beleidsmedewerker A en B zodat de commissie om die reden inpassing in beide functies niet relevant vindt. (…)
Gelet op het voorgaande acht de commissie de bezwaren gegrond. De commissie doet de suggestie om de functie van btw-specialist nader te beschrijven en te waarderen binnen het functiehuis Achterhoek of een ander toekomstig functiewaarderingssysteem zoals HR21 wat thans (…) binnen de gemeente in onderzoek is.” 2.11. Gemeente Bronckhorst heeft op 11 juli 2019 bij beslissing op bezwaar het bezwaar van [eiser] ongegrond verklaard en het besluit gehandhaafd. 2.12. Op 13 augustus 2019 heeft [eiser] zich ziek gemeld. 2.13.
[eiser] is tegen de beslissing op bezwaar in beroep gegaan. 2.14. Partijen hebben ondertussen een mediationtraject gevolgd dat is afgerond op 27 november 2019. 2.15. Op verzoek van [eiser] is aan hem bij besluit van 19 december 2019 eervol ontslag verleend met ingang van 1 maart 2020. 2.16. Op 2 november 2020 heeft de bestuursrechter van de rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de beroepsprocedure. De bestuursrechter heeft geoordeeld dat de inpassing van de functie van [eiser] in de functie van Beleidsmedewerker B onhoudbaar is en dat het besluit moet worden vernietigd. De rechtbank heeft het primaire besluit herroepen en de uitspraak van 2 november 2020 in de plaats van het besluit laten treden. Ten slotte heeft de rechtbank overwogen dat het aan Gemeente Bronckhorst is hoe nu verder te gaan. 2.17. Op 29 maart 2021 heeft Gemeente Bronckhorst aan [eiser] per brief het volgende geschreven:
“Op 20 januari 2021 heeft onze raadsvrouw bericht (...) dat wij uitvoering zullen geven aan de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 2 november 2020. (…) Dit betekent dat de inpassing- en waarderingsprocedure van jouw voormalige functie opnieuw zal gebeuren. Via deze brief informeren we jou over dit proces. (…) Omdat de onderliggende functiewaarderingssystematiek (kantonrechter: Functiehuis Achterhoek) sinds enkele jaren niet meer wordt onderhouden, is het besluit genomen om over te stappen op een nieuw functiewaarderingssysteem. Er is besloten dat alle nog openstaande waarderingen worden meegenomen in het nieuwe functiewaarderingssysteem.
Dat betekent dat jouw functie gewaardeerd zal worden via het nieuwe functiewaarderingssysteem HR 21. (…)” 2.18. Op 16 december 2021 is [eiser] geïnformeerd dat op 20 juli 2021 door het college van burgemeester en wethouders is besloten tot invoering van HR21. 2.19. Op de volgende afbeelding zijn de verschillende functiegroepen (Advies, Ontwikkeling, Uitvoering en Handhaving) binnen de functiereeks ‘Beleid’ te zien en hoe deze zich tot elkaar verhouden ten aanzien van de inschaling (weergegeven in de meest linker kolom): Afbeelding productie 48 conclusie van antwoord 2.20. Op 27 juli 2022 is een kerntakenbeschrijving/taakinventarisatie (een omschrijving van de taken van [eiser] op hoofdlijnen zoals hij deze verrichtte ten tijde van zijn dienstverband in 2018) aan [eiser] gestuurd.
Nadat [eiser] opmerkingen had gemaakt over deze beschrijving, heeft Gemeente Bronckhorst de kerntakenbeschrijving aangepast in die zin dat de eerste kerntaak ‘behandelt VPB, BCP en BTW-vraagstukken, monitort bijbehorende processen en onderhoudt hiervoor in- en externe contacten’ is veranderd in ‘adviseert over en behandelt VPB, BCP en BTW-vraagstukken, monitort bijbehorende processen en onderhoudt hiervoor in- en externe contacten.’ 2.21. Op 9 maart 2023 heeft Gemeente Bronckhorst [eiser] meegedeeld dat de functie van btw-specialist in HR21 werd omgezet naar het generieke functieprofiel Medewerker Beleidsuitvoering I met salarisschaal 10. 2.22. Naar aanleiding van deze beslissing heeft [eiser] op 20 maart 2023 een verzoek om advies ingediend bij de Regionale Geschillencommissie (ingesteld op grond van de sinds 1 januari 2020 van toepassing zijnde cao Gemeenten). 2.23. Op 2 mei 2024 heeft de Regionale Geschillencommissie advies uitgebracht. In dit advies is - onder meer - het volgende te lezen:
“(…)
Gelet op de voorgeschiedenis van de inpassing van de functie van verzoeker dient het vorige takenpakker van verzoeker zoals dat in 2018 is beschreven als uitgangspunt te worden genomen. Meer specifiek gaat het om de beschrijving van de werkzaamheden van verzoeker zoals deze bij het besluit van 3 oktober 2018 tot functiewaardering in 2018 is vermeld. Ten behoeve van de aansluiting op (…) HR 21 heeft de werkgever per functie een beschrijving op hoofdlijnen in de vorm van een kerntakenbeschrijving opgesteld. Daarbij wordt gekeken naar de opgedragen, structurele en substantiële werkzaamheden. In het onderhavige geval heeft de werkgever de kerntakenbeschrijving aangepast na overleg met verzoeker. De omstandigheid dat de werkgever niet alle door verzoeker aangevoerde taken heeft vermeld in de kerntakenbeschrijving maakt niet dat de kerntakenbeschrijving reeds om die reden niet correct zou zijn. (…) Gezien de werkzaamheden die door aangeven van de leidinggevende van bij bovenvermeld besluit van 3 oktober 2018 zijn vermeld heeft werkgever kunnen volstaan met de kerntakenbeschrijving zoals hij dit heeft opgesteld en gehanteerd. De omstandigheid dat verzoeker een eigen beschrijving heeft gegeven van zijn taken en werkzaamheden maakt dat niet anders. Werkgever heeft deze beschrijving van verzoeker betrokken bij de beschrijving van de werkzaamheden van verzoeker zoals vermeld bij het besluit van 3 oktober 2018 maar iet volledig overgenomen.
Voor zover verzoeker stelt dat hij beleidsinitiërende en – ontwikkelende taken heeft die ten onrechte niet zijn opgenomen in de kerntakenbeschrijving, overweegt de commissie dat zowel de regionale bezwarencommissie personele aangelegenheden als de rechtbank hebben vastgesteld dat de werkzaamheden van verzoeker overwegend het fiscaal in orde brengen van de gemeente betreffen en dat verzoeker niet of nauwelijks taken op het gebied van het ontwikkelen van beleid verricht. Nu in de onderhavige procedure dezelfde werkzaamheden als uitgangspunt worden genomen, ziet de commissie geen aanleiding voor het oordeel dat de kerntakenbeschrijving op dit punt niet juist zou zijn. De commissie neemt de door de werkgever opgestelde kerntakenbeschrijving dan ook als uitgangspunt.
(…)
De commissie deelt het standpunt van werkgever dat de functiegroep advies niet passend is omdat de functie BTW specialist naast het uitvoeren en toepassen van wet- en regelgeving en van vastgesteld beleid, vooral gericht is op de advisering over beleidsuitvoerende vraagstukken en niet op structurele en substantiële beleidsadvisering- en ontwikkeling.
(…)
Het advies van de commissie
De commissie adviseert om het verzoek van de heer [eiser] van 20 maart 2023 niet te honoreren en de beslissingen van de gemeente Bronckhorst van 9 maart 2023 waarbij de functie van verzoeker van BTW specialist is ingedeeld in de HR21 normbeschrijving Medewerker Beleidsuitvoering I in stand te laten.” 2.24. Op 31 mei 2024 heeft Gemeente Bronckhorst het advies van de Regionale Geschillencommissie overgenomen en de indeling in het normprofiel Medewerker Beleidsvoering I in stand gelaten. 3Het geschil3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Gemeente Bronckhorst:
I. zal gebieden om alsnog zorg te dragen voor een correcte inpassing van de door [eiser] verrichte taken en werkzaamheden per 1 januari 2018 en wel in een correcte en relevante functie en [eiser] aldus per 1 januari 2018 te belonen op basis van (minimaal) salarisschaal 11, dit binnen 2 maanden na datum betekening van het in deze te wijzen vonnis door [eiser] aan Gemeente Bronckhorst en tevens op aantoonbaar gedegen gronden en motivering en op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag of dagdeel dat Gemeente Bronckhorst hiermee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft of is gebleven met een maximum van € 100.000,00 aan te verbeuren dwangsommen;
II zal veroordelen tot betaling aan [eiser] tegen voldoende bewijs van kwijting van:
a. het netto equivalent van het (aldus) door Gemeente Bronckhorst nog te betalen c.q. te weinig betaalde en zodoende achterstallig zijnde (bruto) salaris c.a. vanaf 24 augustus 2016 tot datum einde dienstverband, vermeerderd met de wettelijke rente, wettelijke verhoging en de buitengerechtelijke incassokosten, te rekenen vanaf 1 januari 2018, dan wel 2 oktober 2018, tot aan de dag der algehele voldoening, en dit alles binnen 2 maanden na betekening van het in deze te wijzen vonnis en voorzien van gelijktijdig aan [eiser] meegezonden en voldoende bruto/netto specificatie ter zake;
b. een netto voorschot ad € 25.000,00 op voornoemde nabetalingen en wel binnen 30 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis;
c. een bedrag van € 25.000,00 ten titel van schadevergoeding wegens de door [eiser] geleden en nog te lijden materiele en immateriële schade als gevolg van het wanpresteren en/of onrechtmatig handelen door Gemeente Bronckhorst;
d. de kosten van deze procedure, inclusief de nakosten. 3.2.
[eiser] legt aan de vordering - samengevat - het volgende ten grondslag. Gemeente Bronckhorst heeft de functie die [eiser] op 1 januari 2018 had, niet dan wel verkeerd ingeschaald. Gemeente Bronckhorst heeft zijn functie ingedeeld in Medewerker Beleidsuitvoering I met salarisschaal 10, terwijl dat volgens [eiser] ten minste Medewerker Ontwikkeling II in schaal 11 had moeten zijn. [eiser] stelt zich op het standpunt dat de functie van btw-specialist een beleidsinitiërende functie is en daarom in de functiematrix Gemeente Bronckhorst onder beleidsontwikkeling valt en niet onder beleidsuitvoering. [eiser] heeft om die reden vanaf 1 januari 2018 nog recht op betaling van het loon met toebehoren berekend op grond van de juiste inschaling. Door deze tekortkoming dan wel onrechtmatige daad heeft [eiser] schade geleden die Gemeente Bronckhorst aam hem moet vergoeden. 3.3. Gemeente Bronckhorst voert verweer. Gemeente Bronckhorst concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure. 3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan. 4De beoordeling4.1. De vraag waar het in deze zaak om gaat is of Gemeente Bronckhorst de functie zoals [eiser] die per 1 januari 2018 vervulde juist heeft ingeschaald op grond van het functiewaarderingssysteem HR21. Gemeente Bronckhorst heeft de functie van [eiser] ingeschaald in de Functiegroep Uitvoering, Medewerker Beleidsuitvoering I, terwijl [eiser] meent dat zijn functie ten minste had moeten worden ingepast in de Functiegroep Ontwikkeling, Medewerker Ontwikkeling II, met schaal 11. 4.2. Bij de beantwoording van die vraag stelt de kantonrechter het volgende voorop. De werkgever heeft als degene die de functie-indeling verricht, binnen de grenzen van het toepasselijke functiewaarderingssysteem een zekere beoordelingsvrijheid. De kantonrechter moet daarom slechts beoordelen of de werkgever binnen deze grenzen in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. 4.3. De kantonrechter is van oordeel dat Gemeente Bronckhorst op basis van HR21 in redelijkheid tot het besluit is gekomen om de functie van [eiser] in te delen in Functiegroep Uitvoering, Medewerker Beleidsuitvoering I, met salarisschaal 10. Dit oordeel wordt als volgt gemotiveerd. 4.4. Gemeente Bronckhorst heeft aangevoerd dat de functie van [eiser] terecht is ingepast in de Functiegroep Uitvoering. Naast de Functiegroep Uitvoering, kent HR21 een Functiegroep Ontwikkeling (zie 2.19). In de functiegroep Ontwikkeling is - afwijkend van de Functiegroep Uitvoering - ‘het initiëren en/of ontwikkelen van extern gericht beleid’ als functiekenmerk opgenomen. Voor inpassing van een functie in de Functiegroep Ontwikkeling, is daarom vereist dat de nadruk in de functie ligt op het ontwikkelen van nieuw beleid dat extern gericht is. De nadruk in de functie btw-specialist lag volgens Gemeente Bronckhorst niet op het gebied van het ontwikkelen van nieuw (extern) beleid, maar op het financieel in control brengen/houden van de organisatie.
Bij de inpassing van de functie van btw-specialist heeft Gemeente Bronckhorst een kerntakenomschrijving opgesteld. Daarin zijn de belangrijkste kenmerken van de functie beschreven zonder alle details en taken te benoemen. Uitgangspunt bij de kerntakenomschrijving is volgens Gemeente Bronckhorst dat de taken structureel, substantieel en opgedragen zijn, waardoor er sprake is van een objectivering van de taken en werkzaamheden van een werknemer.
Gemeente Bronckhorst heeft tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat zij bij het opstellen van deze kerntakenbeschrijving heeft teruggekeken naar wat de functie van [eiser] op 1 januari 2018 inhield, waarbij zij de bijlage bij het primaire besluit (van 1 oktober 2018) heeft meegenomen. Gemeente Bronckhorst heeft op basis van de kerntakenomschrijving de functie van [eiser] ingepast in de functie Medewerker Beleidsuitvoering I in functiegroep uitvoering. 4.5.
[eiser] heeft ten eerste aangevoerd dat aan hem een toezegging is gedaan dat de functie van btw-specialist in schaal 11 zou worden ingeschaald. Ter onderbouwing van deze stelling heeft [eiser] aangevoerd dat zijn leidinggevende in 2016/2017 (de heer [naam 1] , hierna: [naam 1] ) op het moment dat het team een doorontwikkeling onderging, heeft gezegd dat er ruimte voor een extra functieschaal 11 kwam. Om daarop vooruit te lopen heeft [naam 1] besloten dat de consulenttaken die [eiser] tot dan toe had, werden overgenomen en dat [eiser] in het vervolg de functie van btw-specialist zou hebben, aldus [eiser] . Gemeente Bronckhorst heeft betwist dat een dergelijke toezegging is gedaan. Gemeente Bronckhorst heeft tijdens de mondelinge behandeling aantekeningen van [naam 1] uit de betreffende periode overgelegd. In deze aantekeningen staat het volgende:
“2016 zomer
(…) [naam 1] (kantonrechter: [naam 1] ) bespreekt met [eiser] (kantonrechter: [eiser] ) de gewenste doorontwikkeling van [eiser] op de onderdelen fiscaliteit en P&C (tussenrapportage). Op dat moment is voor niemand duidelijk wat de effecten hiervan zijn op de functiezwaarte. In het gesprek met [eiser] is aangegeven dat er thans geen sprake is van wijziging van functieniveau. Functiewaardering moet t.z.t. duidelijkheid geven of er sprake is van een hoger te waarderen functie.”
Naar het oordeel van de kantonrechter valt hieruit af te leiden dat door [naam 1] met [eiser] weliswaar is gesproken over de mogelijkheid om de functie van btw-specialist te kunnen onderbrengen in een functieschaal 11, maar niet dat [naam 1] op dit punt een rechtens afdwingbare toezegging zou hebben gedaan. Omdat [eiser] geen nadere onderbouwing heeft gegeven van zijn standpunt, heeft [eiser] onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit de toezegging volgt. 4.6.
[eiser] heeft verder gesteld dat de kerntakenomschrijving van juli 2022, waarop de inpassing is gebaseerd, geen recht doet aan de werkzaamheden en taken die hij had in 2018. [eiser] heeft aangevoerd dat Gemeente Bronckhorst de inpassing van zijn functie moest baseren op het in april 2018 door hem opgestelde overzicht en de toelichting die hij daarop in zijn e-mail van 12 november 2018 heeft gegeven. Daaruit blijkt volgens [eiser] dat zijn werkzaamheden mede bestonden uit het initiëren, ontwikkelen, uitvoeren en actualiseren van integrale en strategische beleidskaders in middellange en lange termijn verband. 4.7.
[eiser] wordt in zijn stelling niet gevolgd. Gemeente Bronckhorst heeft haar beslissing tot inpassing van de functie gebaseerd op de werkzaamheden die [eiser] verrichtte in 2018. Gemeente Bronckhorst heeft deze werkzaamheden echter - anders dan [eiser] voorstaat - niet aangemerkt als werkzaamheden die in de functiegroep Ontwikkeling thuishoren, omdat de taken en werkzaamheden van [eiser] niet het initiëren en/of ontwikkelen van extern gericht beleid omvatten. Verder heeft Gemeente Bronckhorst aangevoerd dat de concrete taken en werkzaamheden moeten worden geobjectiveerd, in die zin dat de taken en werkzaamheden van [eiser] structureel, substantieel en opgedragen moet zijn. Dat brengt mee dat ook als een deel van de taken en werkzaamheden van [eiser] bestond uit het initiëren, ontwikkelen, uitvoeren en actualiseren van integrale en strategische beleidskaders in middellange en lange termijn verband, dit nog niet meebrengt dat Gemeente Bronckhorst zijn functie had moeten inpassen in de functiegroep Ontwikkeling, Medewerker Ontwikkeling II met schaal 11. Van belang is dat [eiser] in zijn e-mail van 12 november 2018 zelf heeft geschreven dat het hoofddoel van zijn functie inhoudt het financieel in control brengen en houden van Gemeente Bronckhorst. De door [eiser] in april en november 2018 gegeven beschrijving van de werkzaamheden die daarbij horen, zijn naar het oordeel van de kantonrechter met name gericht op uitvoering van wet- en regelgeving en het maken van intern beleid.
Verder is nog van belang dat de adviezen en uitspraken van verschillende instanties die in het geschil tussen [eiser] en Gemeente Bronckhorst zijn gegeven en gedaan, het standpunt van Gemeente Bronckhorst onderschrijven. Allereerst heeft de extern waarderingsdeskundige aan de hand van de toelichting van [eiser] van 12 november 2018 in de bezwaarfase naar de inpassing door Gemeente Bronckhorst gekeken. Deze deskundige heeft geschreven dat de toelichting van [eiser] niet rechtvaardigt dat de functie van [eiser] zou worden ingedeeld in het naastgelegen hogere profiel (op basis van het toen nog geldende functiehuis Achterhoek), Beleidsmedewerker A. Verder heeft de Regionale bezwarencommissie Personele Aangelegenheden overwogen dat [eiser] niet of nauwelijks taken verricht op het gebied van het ontwikkelen van beleid. Ook de bestuursrechter van de rechtbank Gelderland heeft overwogen dat de werkzaamheden van [eiser] in overwegende mate het in control brengen van de gemeente betreffen. Ten slotte heeft de Regionale Geschillencommissie geconcludeerd dat de functie btw specialist op basis van de kerntakenbeschrijving terecht is ingedeeld in het functieprofiel Medewerker Beleidsuitvoering I. 4.8. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vorderingen van [eiser] zullen worden afgewezen. 4.9.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Gemeente Bronckhorst worden vastgesteld en begroot op: - salaris gemachtigde € 1.630,00 (2 punten × € 815,00) - nakosten € 135,00 (plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing) Totaal € 1.765,00 4.10. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing. 5De beslissing5.1. wijst de vordering af, 5.2. veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 1.765,00, te betalen binnen vier weken na vandaag, te vermeerderen met de kosten van betekening voor het geval het vonnis daarna wordt betekend, 5.3. veroordeelt [eiser] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen vier weken na vandaag zijn betaald en over de kosten van betekening, twee weken na die betekening, 5.4. verklaart het vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. S.E. Sijsma en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2025. ECLI:NL:HR:2003:AF3800, r.o. 3.3. Achtereenvolgens weergegeven in 2.5 en 2.8