RECHTBANK LIMBURG
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: ROE 22/1068
(gemachtigde: mr. C.H.J. Voncken-Crijns),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: het UWV), verweerder
(gemachtigde: mr. D.E.C. Veugen).
Aan dit geding heeft verder deelgenomen:
Stichting Woonzorgcentrum de Beyart, gevestigd in Maastricht, derde partij (hierna ook: werkgever).
Het UWV heeft de aanvraag van eiser om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) afgewezen, omdat eiser minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
In bezwaar is het UWV bij dit besluit gebleven.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen deze beslissing op bezwaar (het bestreden besluit) van 1 april 2022.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift en een rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts B&B).
De werkgever heeft verklaard als derde-partij aan het geding te willen deelnemen, maar alleen de uitspraak te willen ontvangen. Het dossier is daarom niet door de rechtbank aan de werkgever of zijn gemachtigde toegestuurd. Eiser heeft geen toestemming gegeven om medische gegevens te delen met zijn werkgever. De rechtbank zal in de uitspraak geen medische informatie opnemen, om te voorkomen dat de werkgever alsnog kennisneemt van de medische situatie van eiser.
Met stilzwijgende toestemming van partijen is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.
1. Eiser heeft voor het laatst gewerkt als teamleider facilitaire dienst bij Stichting Woonzorgcentrum de Beyart voor gemiddeld 35,86 uur per week. Op 20 augustus 2018 heeft eiser zich ziekgemeld voor dit werk vanwege gezondheidsklachten.
2. Eiser heeft een aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet WIA gedaan. Het UWV heeft na medisch en arbeidskundig onderzoek de besluiten genomen die in de inleiding zijn genoemd.
3. Het UWV vindt dat eiser op 16 augustus 2021 minder dan 35% arbeidsongeschikt is en heeft daarom geweigerd om aan eiser een WIA-uitkering toe te kennen.
4. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een verzekeringsarts B&B van 21 maart 2022. De medische belastbaarheid van eiser is opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 21 maart 2022.
5. Het UWV heeft de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B) van 28 maart 2022.
6. Eiser is het niet eens met het UWV. Hij verwijst daartoe naar de gronden in bezwaar. Daarnaast stelt hij dat zijn medische problematiek onvoldoende op waarde is geschat. Hij kampt met forse klachten die hem in het dagelijks leven ernstig beperken. Hij is hierdoor niet in staat om 8 uur per dag en 40 uur per week te werken. Ook vindt hij dat hij meer beperkt is op frequent buigen, tillen en dragen.
7. Eiser acht zich niet in staat de geduide functies te verrichten. Met name de functie van Medior soldering operator is niet geschikt, vanwege een overschrijding op het item 1.8.6, werk zonder verhoogd persoonlijk risico.
8. In geval van gegrondverklaring verzoekt eiser de rechtbank om het UWV te veroordelen tot vergoeding van de schade die eiser lijdt, dan wel zal gaan lijden als gevolg van de onrechtmatigheid van het bestreden besluit.
9. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiser geen recht heeft op een WIA-uitkering omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiser daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiser op 16 augustus 2021 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
10. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiser op 16 augustus 2021 minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dus geen recht heeft op een WIA-uitkering. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
11. Voor zover eiser in zijn beroepschrift verwijst naar dat wat hij in bezwaar heeft aangevoerd, overweegt de rechtbank dat het aan eiser is om in beroep gemotiveerd en specifiek aan te voeren waarom hij het niet eens is met het bestreden besluit. De verwijzing naar het bezwaarschrift wordt niet als zo’n gemotiveerde en specifieke betwisting opgevat. Daarop is immers gereageerd in het bestreden besluit. Eiser zal dus moeten aanvoeren waarom hij het met die reactie niet eens is. Gelet hierop zal de rechtbank de beoordeling van het beroep plaatsen in het licht van de in beroep nader uitgewerkte gronden en niet in het licht van wat in bezwaar is aangevoerd.
Medische grondslag van het bestreden besluit
12. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiser op 16 augustus 2021 in het rapport van 21 maart 2022 op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. Hij motiveert waarom hij geen grond ziet om aan te nemen dat eiser geen duurzaam benutbare mogelijkheden heeft. Eiser is niet opgenomen in ziekenhuis of instelling, is niet bedlegerig of ADL-afhankelijk en er is geen sprake van onvermogen tot persoonlijk en sociaal functioneren. De verzekeringsarts B&B stelt vast dat eisers eigen waardering van de ervaren beperkingen afwijkt van de op basis van objectieve medische gegevens reëel geachte beperkingen, en concludeert dat dat op zich onvoldoende is om verdergaande beperkingen aan te nemen. Hij ziet wel aanleiding om eiser te beperken voor een verhoogd persoonlijk risico en beroepsvervoer. Voor het overige ziet hij geen aanleiding de FML aan te passen, omdat dit niet volgt uit de medische informatie. Aan de hand van de Standaard Duurbelastbaarheid in arbeid heeft de verzekeringsarts B&B gemotiveerd waarom in geval van eiser er geen indicatie is voor een duurbeperking. Er is geen sprake van een tekort aan energie, een te groot energieverbruik, verminderde mogelijkheden tot recuperatie of verminderde beschikbaarheid. Ook is er geen sprake van een stoornis op grond waarvan preventief een urenbeperking kan gelden.
13. De verzekeringsarts B&B heeft in het nadere rapport van 5 januari 2023 gemotiveerd toegelicht waarom hij naar aanleiding van het beroepschrift, waarin eiser verwijst naar de medische informatie die in de bezwaarprocedure werd opgevraagd, geen aanleiding ziet om de FML aan te passen. De rechtbank kan deze toelichting volgen. Omdat eiser zijn standpunten in beroep niet met nieuwe medische informatie heeft onderbouwd, ziet de rechtbank geen aanleiding te twijfelen aan de medische belastbaarheid van eiser zoals de verzekeringsarts B&B die heeft vastgesteld.
14. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiser op 16 augustus 2021 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die de verzekeringsarts B&B heeft vastgesteld.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
15. De arbeidsdeskundige heeft op grond van de FML van 27 juli 2021 vastgesteld dat eiser niet geschikt is voor zijn eigen werk als teamleider facilitaire dienst, omdat deze functie zijn belastbaarheid overschrijdt. De arbeidsdeskundige heeft vervolgens functies gezocht die eiser in theorie nog wel kan uitvoeren. Dat heeft drie functies en twee reservefuncties opgeleverd.
Het gaat om:
- ( sbc-code 315132) Archiefmedewerker;
- ( sbc-code 553020) Documentair informatiebeheerder C;
- ( sbc-code 111180) Medior soldering operator.
De reservefuncties zijn:
- ( sbc-code 315120) Medewerker receptie;
- ( sbc-code 532040) Medewerker bezwaar (C-functionaris).
16. De arbeidsdeskundige B&B heeft op basis van de aangescherpte FML van 21 maart 2022 vastgesteld dat eiser nog steeds geschikt is voor alle bovengenoemde functies.
17. De arbeidsdeskundige en de arbeidsdeskundige B&B hebben in hun rapporten en de resultaat functiebeoordeling voldoende uitgelegd waarom deze functies geschikt zijn voor eiser. Zij hebben de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. De arbeidsdeskundige B&B heeft ten aanzien van de functie van Medior soldering operator toegelicht dat geen sprake van een overschrijding op item 1.8.6, omdat daarin geen sprake is van een gevaarzettende situatie. In de functie wordt niet gewerkt met open machines met ronddraaiende scherpe onderdelen, waarvoor de verzekeringsarts B&B eiser beperkt heeft geacht. Verder is toegelicht dat in geen van de geduide functies sprake is van beroepsmatig een voertuig besturen. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd dat eiser in staat is de functies te vervullen.
18. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiser op 16 augustus 2021 met de middelste van de drie voor de schatting gebruikte functies 82,65% kan verdienen van het loon dat hij verdiende met zijn eigen werk, zodat hij voor de overige 17,35% arbeidsongeschikt is.
19. Het UWV heeft terecht geweigerd om eiser per 16 augustus 2021 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij per die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
20. Het beroep van eiser is ongegrond. Dit betekent dat hij geen gelijk krijgt. Omdat eiser in beroep geen gelijk krijgt, komt de rechtbank niet toe aan zijn verzoek om schadevergoeding en worden de door hem gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 8 mei 2023 door mr. S.E.C. Debets, rechter, in aanwezigheid van mr. J.B.C. Hoeksel, griffier.
griffier |
rechter |
De uitspraak is verzonden op 8 mei 2023.
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.