Uitspraakdatum: 17 april 2024 Tussenvonnis van de kantonrechter in de zaak van: de vennootschap naar buitenlands recht
Hoist Finance AB (publ), als rechtsopvolger onder algemene titel van Hoist Kredit AB (publ), als rechtsopvolgster onder bijzondere titel van de besloten vennootschap Essent Retail Energie B.V.
gevestigd te Stockholm (Zweden)
de eisende partij
gemachtigde: mr. E.L.B. Hundscheidt tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen 1Het procesverloop1.1. De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend. 2De beoordeling2.1. De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 309,78, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 253,53. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten. 2.2. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
(Pre) contractuele informatieplichten 2.3. De kantonrechter is van oordeel dat de eisende partij voldoende heeft toegelicht en onderbouwd dat is voldaan aan de precontractuele informatieplichten van artikel 6:230m lid 1 BW en artikel 6:230v lid 2 BW. Op de (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230v lid 3 BW en 6:230v lid 7 BW gaat de kantonrechter nader in.
Bestelknop 2.4. Artikel 6:230v lid 3 BW is toegesneden op overeenkomsten die op elektronische wijze worden gesloten, zoals de onderhavige overeenkomst. In dit artikellid is als bijzondere verplichting bepaald dat de handelaar het elektronische bestelproces zo moet inrichten dat de consument een aanbod pas kan aanvaarden als hem op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk is gemaakt dat zijn bestelling een betalingsverplichting inhoudt. 2.5. Om te beoordelen of de handelaar aan deze verplichting heeft voldaan, moet alleen rekening worden gehouden met de woorden op de bestelknop waarmee de consument het bestelproces afrondt. Zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 7 april 2022 (ECLI:EU:C:2022:269). Er mag geen acht worden geslagen op de verdere omstandigheden van het bestelproces. 2.6. De gedaagde partij is op 11 april 2022 de overeenkomst aangegaan met Essent Retail Energie B.V. (de rechtsvoorganger van de eisende partij, hierna: Essent), door middel van een bestelknop. De eisende partij heeft toegelicht dat op de bestelknop de woorden “Bevestig overeenkomst met betalingsverplichting” stonden. 2.7. De kantonrechter is er ambtshalve mee bekend dat – in ieder geval – tot en met 10 december 2020 de bestelknop van Essent niet voldeed aan de vereisten van artikel 6:230v lid 3 BW. Om te kunnen beoordelen of in dit geval is voldaan aan de precontractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 3 BW, is van belang dat de bestelknop wordt weergegeven waarmee de gedaagde partij de overeenkomst is aangegaan. De eisende partij wordt daarom in de gelegenheid gesteld om zich hierover uit te laten. Hierbij dient de eisende partij in ieder geval in te gaan op de volgende vragen:
- Wanneer heeft Essent haar bestelknop gewijzigd?
- Met welke bestelknop is de gedaagde partij de overeenkomst aangegaan? 2.8. De kantonrechter benadrukt dat zij graag een concreet antwoord van de eisende partij wenst te vernemen op voornoemde vragen. Dit mede vanuit processueel en economisch oogpunt. Er zijn namelijk ook andere zaken door de eisende partij aanhangig gemaakt waarin dezelfde vragen spelen. De contractuele informatieplicht 2.9. De eisende partij vindt dat zij heeft voldaan aan de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 onder a BW. Zij heeft de bevestiging van de energieovereenkomst overgelegd, maar zonder de zogenoemde header. 2.10. Om te kunnen vaststellen dat is voldaan aan artikel 6:230v lid 7 onder a BW moet een aan de gedaagde partij verzonden bevestiging van de energieovereenkomst van de eisende partij worden overgelegd die voldoet aan de eisen van dat artikel. Dat wil zeggen een concrete, daadwerkelijk aan de gedaagde partij verzonden bevestiging. Die ontbreekt in dit geval. 2.10. De kantonrechter is daarom van oordeel dat de eisende partij niet aan de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 BW heeft voldaan en zal daarvoor een sanctie toepassen.
Nadere toelichting 2.11. De eisende partij wordt opgedragen een nadere, onderbouwde toelichting te geven zoals bedoeld onder rechtsoverweging 2.7. Indien de eisende partij daaraan niet of niet volledig voldoet, zal de kantonrechter daaraan op grond van de artikelen 22 en 139 Rv de gevolgen verbinden die hij geraden acht. 2.12. Als naleving van het hiervoor beschreven bevel een verandering of vermeerdering van de eis of de gronden van de eis meebrengt, moet de eisende partij dit vonnis met de aanvulling op de dagvaarding aan de gedaagde partij betekenen. Ook moet zij dan de gedaagde partij oproepen om op de hierna te noemen datum op de rolzitting te verschijnen om voort te procederen in de zaak. Artikel 130 Rv en de goede procesorde vereisen dit. De kosten van de betekening blijven in dat geval voor rekening van de eisende partij. 2.13. Iedere verdere beslissing wordt in dit stadium van het geding aangehouden. 3De beslissing De kantonrechter: 3.1. beveelt de eisende partij om bij akte te nemen op de rol van 15 mei 2024 de stellingen in de dagvaarding nader toe te lichten door de inlichtingen te verstrekken zoals bedoeld onder rechtsoverweging 2.7; 3.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De griffier De kantonrechter