Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

ECLI:NL:RBOBR:2025:3492

Het ontslag op staande voet houdt stand. Onder andere sprake van belangenverstrengeling aan de zijde van werknemer door het verrichten van nevenwerkzaamheden en daar geen openheid van zaken over te geven.

Rechtbank Oost-Brabant 24 June 2025

Jurisprudentie – Uitspraken

ECLI:NL:RBOBR:2025:3492 text/xml public 2025-06-24T09:00:29 2025-06-18 Raad voor de Rechtspraak nl Rechtbank Oost-Brabant 2025-06-18 11511854 EJ VERZ 25-40 Uitspraak Beschikking NL Eindhoven Civiel recht Rechtspraak.nl http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOBR:2025:3492 text/html public 2025-06-20T13:10:28 2025-06-24 Raad voor de Rechtspraak nl ECLI:NL:RBOBR:2025:3492 Rechtbank Oost-Brabant , 18-06-2025 / 11511854 EJ VERZ 25-40
Het ontslag op staande voet houdt stand. Onder andere sprake van belangenverstrengeling aan de zijde van werknemer door het verrichten van nevenwerkzaamheden en daar geen openheid van zaken over te geven.

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Eindhoven

Zaaknummer / rekestnummer: 11511854 EJ VERZ 25-40

Beschikking van 18 juni 2025

in de zaak van

[verzoeker] ,

te [woonplaats] ,

verzoekende partij in het initiële verzoek,

verwerende partij in het (voorwaardelijk) tegenverzoek,

hierna te noemen: [verzoeker] ,

gemachtigde: mr. D. Pieterse,

tegen

ASML NETHERLANDS B.V.,

te Veldhoven,

verwerende partij in het initiële verzoek,

verzoekende partij in het (voorwaardelijk) tegenverzoek,

hierna te noemen: ASML,

gemachtigde: mr. C.P. van den Eijnden.
<nr>1</nr>De procedure 1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift met producties 1 tot en met 12;

- het verweerschrift, met (voorwaardelijke) tegenverzoeken met producties 1 tot en met 11;

- de mondelinge behandeling van 14 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;

- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [verzoeker] ;

- de pleitnota van de gemachtigde van ASML.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.
<nr>2</nr>De feiten 2.1.
[verzoeker] , geboren [geboortedatum] 1988, is sinds 1 augustus 2016 in dienst bij ASML. [verzoeker] is laatstelijk werkzaam geweest in de functie van Senior IT Analist met een loon van € 7.028,11 bruto per maand exclusief emolumenten. De cao Metalektro is van toepassing.
2.2.
In de Code of Conduct van ASML staat onder andere:

De reputatie van ASML is afhankelijk van het gedrag van ons allemaal. Onze reputatie is de grondslag van het zakelijk functioneren van ons bedrijf in het verleden, heden en toekomst. Daarom:

10. Doen we zaken op basis van excellence, betrokkenheid, integriteit en eerlijkheid. We verwachten hetzelfde van de partijen waarmee we maken doen;

11. Vermijden we (mogelijke) belangenconflicten tussen persoonlijke en zakelijke relaties. Dit betekent ook dat we geen beroepsmatige mogelijkheden gebruiken voor het verkrijgen van persoonlijk voordeel.’
2.3.
Met ingang van 1 juli 2019 is [verzoeker] , naast zijn werkzaamheden voor ASML, een eenmanszaak gestart onder de naam van [bedrijfsnaam verzoeker] . In het uittreksel van het handelsregister van de Kamer voor Koophandel staan als activiteiten omschreven:

SBI-code: 6202 – Advisering en ondersteuning op het gebied van informatietechnologie

Computer en netwerkbeveiliging’
2.4.
[bedrijfsnaam verzoeker] is met twee flexmedewerkers een overeenkomst van opdracht aangegaan. [bedrijfsnaam verzoeker] heeft ook een overeenkomst gesloten met Sisar B.V. die op haar beurt de flexmedewerkers heeft doorgeleend aan Tata Consultancy Services (hierna: TCS) op grond waarvan de flexmedewerkers werkzaamheden voor ASML op de afdeling van [verzoeker] zijn gaan verrichten. De heer [A] (hierna: [A] ) is middels deze constructie vanaf 1 mei 2023 tot en met 16 april 2024 werkzaam geweest bij ASML. De heer [B] (hierna: [B] ) vanaf 4 september 2023 tot en met 23 augustus 2024.
2.5.
In augustus 2024 heeft [B] in een gesprek met HR aangegeven te stoppen met werken bij ASML omdat hij te weinig verdiende, waarbij hij heeft verteld dat hij bij ASML werkte via [bedrijfsnaam verzoeker] . In een gesprek met de heer [C] (hierna: [C] ), Head of RBA Security, waar de afdeling van [verzoeker] toen hiërarchisch onder viel, is [verzoeker] gevraagd naar de inleenconstructie.
2.6.
Op 14 augustus 2024 heeft [verzoeker] een e-mailbericht naar [C] verstuurd onder andere inhoudende:

Als je wilt weten wat exact de afspraken zijn met TCS, dan zal ik je door moeten verwijzen naar TCS zelf, zij kunnen uiteraard inzage geven in de financiële aspecten. Wat [C] verdiende is uiteraard aan [C] zelf om dit al dan niet met jou te delen. Mocht je willen weten wat [bedrijfsnaam verzoeker] precies factureert, dan moet ik je helaas teleurstellen. Dit is iets tussen [bedrijfsnaam verzoeker] en de agency (de agency die TCS heeft ingeschakeld).

De gemaakte afspraken zijn destijds door o.a. leden van de voormalige CISO afdeling goedgekeurd. En [C] weet overigens zelf wat TCS aan ASML in rekening brengt.’
2.7.
Na een klacht heeft de Ethics Committee van ASML de Ethics Office opdracht gegeven een ethics onderzoek te doen naar betrokkenheid van [verzoeker] bij de inleenconstructie.
2.8.
[verzoeker] ( [verzoeker] ) is op 10 oktober 2024 verhoord door de heer [D] ( [D] ), ethics lead investigator van ASML. Van dit gesprek heeft [verzoeker] heimelijk een opname gemaakt. In het transcript daarvan staat onder andere:
2.9.
Op 27 november 2024 hebben de direct leidinggevende van [verzoeker] , [C] en de HR Business partner, mevrouw [E] (hierna: [E] ) de onderzoeksresultaten van het Ethics Office van 27 november 2024 aan [verzoeker] medegedeeld.
2.10.
Op 27 november 2024 is [verzoeker] op staande voet ontslagen. In de brief van 29 november 2024 van ASML gericht aan [verzoeker] staat onder andere:

‘(…)

Based on this discussion and the facts presented, ASML has decided to terminate your employment with immediate effect. From the outcome of the ethics investigation and our own research we can conclude on the following:

In a conversation with his department manager, a flex worker disclosed information regarding his hourly rate and his hiring construction involving the agency [bedrijfsnaam verzoeker] , an agency of which you are the owner. The flex worker informed his department manager that he was no longer able to work for ASML as the hourly fee, he received from ASML was not sufficient to provide for himself. This was surprising for the department manager to hear, as ASML paid a significant fee to this flex employee.

A preliminary factual assessment was conducted by RBA, where it turned out that you have been acting as a broker/agency in connection with the appointment of this flex worker in your department without prior approval of ASML. Factual assessment performed by the Ethics Office aimed to gather further information regarding:

• Hiring construction(s) within the SOC SIRT Team (at the time CDC Team) involving (the agency of) [bedrijfsnaam verzoeker]

• Disclosure of your ancillary activities

• The compensation you received via [bedrijfsnaam verzoeker]

On 27 November, we were informed of the outcome of the investigation with respect to your case. From the investigation we learned that:

• There have been at least 2 hiring constructions in which you or your company [bedrijfsnaam verzoeker] was involved.

• You are the owner of [bedrijfsnaam verzoeker] and have performed ancillary activities for [bedrijfsnaam verzoeker] and therefor have a personal financial interest in [bedrijfsnaam verzoeker] .

• According to you, your ancillary role “has been discussed with HR in 2019”, but there is no evidence that proves that this happened or that anyone within ASML approved of these activities.

• There is no written approval or acknowledgment by Management and/or HR in your personnel file or any other document, also not following the discussions around the hiring construction of the flex employees.

• (…)

After we informed you of the outcome of the ethics investigation, we gave you the opportunity to share your point of view with us. You explained that you introduced two flex workers to ASML by making use of a construction via your organization [bedrijfsnaam verzoeker] . You explained that in 2019, you asked verbal approval to perform ancillary activities to use your organization for “small security activities for third parties”, for example for a soccer club. You asked verbal approval from someone from HR called “ [F] ”, this is what you recalled, you don’t remember the exact name. You did not receive any approval in writing. You acknowledged you didn’t ask permission to use your organization as a broker party.

Regarding the hiring construction you stated that TCS would invoice ASML, and TCS pays the subcontractors Sisar BV and [bedrijfsnaam verzoeker] . You mentioned you did not force anyone to make use of this construction.

According to you, ASML approved TCS fee rates for both flex workers. You indicated to [G] that TCS’s fee rate were too high for both flex workers. You could not provide any evidence that this was indeed discussed. During our meeting you again did not want to disclose what you earned with this construction. You said the main reason for not cooperating was that you felt judged by ASML from the first moment the hiring construction was uncovered, and you didn’t have the impression you could do something about that.

From the meeting on 27 November, it has become clear that you did not provide any evidence of written approval for any ancillary activities were given, whereas it is clear from your contract of employment that written approval from your manager and HR is a requirement in order to work on an ancillary role.

• In the ethics investigation as well as during the meeting with us, you have neglected to be transparent about your existing and continued relationship with [bedrijfsnaam verzoeker] or the income you gained out of the hiring construction.

• The fact that you and your department were actively recruiting employees for ASML via [bedrijfsnaam verzoeker] implies a conflict of interest.

• In as far as you have given any information of [bedrijfsnaam verzoeker] and the hiring construction, you gave incomplete/insufficient information about your ancillary activities.

• When the (two) flex employees were hired, you were also not transparent about the existence of [bedrijfsnaam verzoeker] and your involvement with TCS and subcontractor Sisar BV.

• When this hiring construction was created, you were a people manager of the (two) flex employees that were hired via [bedrijfsnaam verzoeker] .

• With respect to your employment at ASML and more specifically your managerial role, you were responsible and (indirectly) involved in recruiting/onboarding these flex employees via TCS by arranging approvals for purchase orders made to TCS and being the responsible department manager of these flex employees. At ASML, we believe our people managers should be role models. This action is not in line with being a role model towards employees of ASML.

• This has created a situation of a (potential) conflict of interest and therefor impacts your integrity.

• You stated that you did not force anyone to make use of this construction. With this you seem to forget that you/your company controlled every aspect of the hiring construction.

• Even after the facts were presented to you, you were not willing to provide full transparency on the hiring construction and the income you and your company generated out of this construction.

• To at least one of the flex employees you did not disclose that you were actually receiving a compensation for their work at ASML.

• You mentioned several times in the meeting that your intentions were good and that you were always transparent to your manager about the hiring construction. Apart from the fact that we could not find any evidence with respect to this, we find it hard to believe that you have been fully transparent about the situation. We cannot understand why you chose to be not fully cooperative throughout the investigation of the ethics department.

• Even after the facts were presented to you, you were not willing to provide full transparency on the hiring construction and the income you and your company generated out of this construction.

• Your statements about a ‘risk premium’, and the use of sub-contractors do not justify the hiring construction you have put in place, nor the payments that have been conducted.

• By your actions, you display a lack of understanding about ASML’s Code of Conduct, more particularly your behavior is not in line with the principles of ‘We act with integrity’ and as part of the Care, Challenge and Collaborate values.

• Apart from that, as described in our Code of Conduct, you must avoid (potential) conflict of interest at all times, as a conflict of interest can influence your decision making, or be perceived to do so and puts your reputation and that of ASML at risk. Furthermore, maintaining or acquiring interests in other businesses and performing external professional activities in your own time is not permissible if there is an actual or potential conflict of interest.

• Apart from the code of conduct you acted contrary to your contract of employment. More specifically, you did not inform ASML about your ancillary activities/outside positions with respect to [bedrijfsnaam verzoeker] .

• In addition you did not meet the standards expected of ASML employees.

• Finally you did not show remorse on not complying to the Code of Conduct or your contract of employment, only to the fact you did not ask for written approval.

• We offer employees a lot of flexibility and freedom. In your position you were trusted to do your job without having someone review every detail of your work. In your position you were responsible to investigate security incidents. Therefor trust is an essential part of your position.

It is unfortunate that we have to arrive at the conclusion that your employment should come to an end. You did not act in accordance with your contract of employment, the ASML Code of Conduct thereby neglecting your responsibilities towards ASML.

As we informed you during the meeting, the above facts allow us to terminate your employment immediately, as the reasons mentioned above separately and jointly with each and every single one of these reasons, are considered a reason to terminate the employment with immediate effect. In addition your actions can also be considered as serious culpable conduct. We recommend that you seek legal advice. (…)’
<nr>3</nr>Het verzoek, het verweer en het tegenverzoek 3.1.
[verzoeker] verzoekt na wijziging van verzoek tijdens de mondelinge behandeling - kort weergegeven - de kantonrechter om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, ASML te veroordelen tot:

I. betaling van € 21.084,33 bruto aan billijke vergoeding;

II. betaling van € 22.741,62 bruto aan transitievergoeding;

III. betaling van € 8.758,80 bruto aan niet genoten vakantie-uren, vermeerderd met de wettelijke verhoging en onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie;

IV. betaling van € 2.811,24 bruto aan vakantiebijslag, vermeerderd met de wettelijke verhoging en onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie;

V. betaling van € 15.180,72 bruto aan vergoeding wegens onregelmatige opzegging;

VI. overlegging van een eindafrekening binnen drie dagen na beschikking op straffe van een dwangsom;

VII. betaling van de kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Aan deze verzoeken legt [verzoeker] ten grondslag – kort weergegeven – dat geen sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet, omdat de dringende reden ontbreekt en het ontslag niet onverwijld is gegeven.
3.3.
ASML voert verweer en stelt dat het verzoek van [verzoeker] moet worden afgewezen. ASML heeft tegenverzoeken gedaan. ASML verzoekt [verzoeker] te veroordelen tot betaling van:

€ 9.600,74 aan gefixeerde schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 november 2024 tot de dag der algehele voldoening;

€ 33.272,89 aan onverschuldigd betaald loon, te vermeerderen met de wettelijke rente tot de dag der algehele voldoening;

de kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.4.
ASML heeft bij voorwaardelijk tegenverzoek – kort weergegeven – verzocht

– voor het geval de kantonrechter het ontslag vernietigt – de arbeidsovereenkomst te ontbinden zonder toekenning van een transitievergoeding met veroordeling van [verzoeker] in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.5.
Op de verzoeken en de onderbouwing daarvan en op het verweer daartegen wordt hierna ingegaan voor zover dat voor de beoordeling relevant is.
<nr>4</nr>De beoordeling van het verzoek
Het ontslag op staande voet
4.1.
Inmiddels berust [verzoeker] in het ontslag op staande voet, zodat vaststaat dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Het gaat in deze zaak dus nog om de vraag of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is verleend en zo nee, of ASML vergoedingen aan [verzoeker] moet betalen.
4.2.
Op grond van artikel 7:677 lid 1 BW is ieder van partijen bevoegd de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen op grond van een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan de wederpartij. Ingevolge artikel 7:678 lid 1 BW worden voor de werkgever als dringende redenen zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer beschouwd, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.De kantonrechter dient bij de beoordeling van de gerechtvaardigdheid van het ontslag de omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang in aanmerking te nemen. Daarbij dient de aard en de ernst van de dringende reden afgewogen te worden tegen de aangevoerde persoonlijke omstandigheden van de werknemer.
4.3.
De toetsing of het ontslag al dan niet terecht is gegeven, kan in beginsel alleen plaatsvinden op basis van hetgeen feitelijk aan de werknemer is meegedeeld en niet op basis van later aangevoerde feiten of omstandigheden. Verder dient de opzegging onverwijld na het ontdekken van de als dringende reden te beschouwen handeling plaats te vinden, onder gelijktijdige mededeling van de dringende reden. Daarbij fixeert de medegedeelde reden in beginsel de ontslagreden. Er kan sprake zijn van een geldig ontslag op staande voet als van de aangevoerde dringende reden slechts een gedeelte komt vast te staan, maar dan moet het vaststaande gedeelte op zichzelf beschouwd een dringende reden zijn en moet de werkgever hebben gesteld en moet ook aannemelijk zijn dat hij de werknemer ook uitsluitend om die reden op staande voet zou hebben ontslagen en moet dit laatste voor de werknemer in het licht van de gehele inhoud van de aanzegging en de overige omstandigheden van het geval duidelijk zijn geweest (ECLI:NL:HR:1988:AB9980).
4.4.
Aan het ontslag op staande voet is – zo blijkt uit de ontslagbrief – door ASML, samengevat, ten grondslag gelegd dat [verzoeker] geen voorafgaande schriftelijke toestemming voor het verrichten van de (in punt 2.4. weergegeven) nevenwerkzaamheden heeft verzocht, dat door het verrichten van die nevenwerkzaamheden belangenverstrengeling heeft plaatsgevonden en dat [verzoeker] gedurende het daar naar verrichte onderzoek niet transparant is geweest richting ASML waardoor hij in strijd heeft gehandeld met zijn arbeidsovereenkomst en de Code of Conduct. Tevens zou [verzoeker] zijn verantwoordelijkheden als werknemer richting ASML hebben genegeerd. In de ontslagbrief is vermeld dat de gedragingen van [verzoeker] zowel ieder voor zich als gezamenlijk een dringende reden opleveren voor de onmiddellijke beëindiging van het dienstverband.

Onverwijlde opzegging
4.5.
Volgens [verzoeker] is onduidelijk waarom ASML tot 27 november 2024 heeft gewacht met het ontslag op staande voet omdat zij al eerder (vanaf augustus 2024) kennis had van de gedragingen van [verzoeker] , waardoor het ontslag niet onverwijld is gegeven. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft ASML genoegzaam uitgelegd dat het ingestelde onderzoek van de Ethics Office naar aanleiding van een klacht in augustus 2024 enige tijd in beslag heeft genomen, mede doordat [verzoeker] ziek was en/of ouderschapsverlof genoot waardoor hij pas op 10 oktober 2024 voor het eerst gehoord kon worden. Gelet op wat hij toen heeft verklaard, was nader onderzoek vereist. Uit de stukken blijkt verder dat [verzoeker] pas op 13 november 2024 heeft gereageerd op het verslag dat is gemaakt van het interview. Vervolgens heeft het even geduurd voordat de Ethics Committee bijeen kon komen om een oordeel te vellen over de gedragingen van [verzoeker] . Dit heeft plaatsgevonden op 27 november 2024, waarna de HR afdeling, als bevoegde instantie, heeft besloten op grond van de bevindingen van het Ethics Committee en [verzoeker] nog gehoord hebbende, [verzoeker] op staande voet te ontslaan. Dit is [verzoeker] op 29 november 2024 schriftelijk medegedeeld. ASML is dan ook voldoende voortvarend te werk gegaan, waardoor de opzegging onverwijld heeft plaatsgevonden.

Onduidelijke redenen
4.6.
[verzoeker] voert aan dat uit de ontslagbrief niet valt af te leiden wat ASML daadwerkelijk ten grondslag heeft gelegd aan de opzegging wegens dringende redenen, althans waarin de schending van de verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst zou zijn gelegen. ASML heeft dit bestreden. De kantonrechter verwerpt dit standpunt van [verzoeker] . De ontslagbrief bevat een zeer uitgebreide beschrijving van de gedragingen van [verzoeker] waarop het ontslag op staande voet is gebaseerd. De essentie van de redenen van het ontslag komt daarmee voldoende naar voren. Dat er geen concrete verwijzing naar artikelen uit de arbeidsovereenkomst of Code of Conduct is gegeven in de ontslagbrief doet daar niets aan af.

Geen rapport bevindingen
4.7.
Vervolgens heeft [verzoeker] aangevoerd dat ASML, ondanks meerdere verzoeken daartoe, geen afschrift heeft overgelegd van het rapport (Ethics Complaint investigation report) c.q. de conclusies van de Ethics Office. Ook hierdoor zou [verzoeker] niet in staat zijn zich tegen de aantijgingen van ASML te verweren. De kantonrechter is van oordeel dat het inderdaad bijzonder is dat [verzoeker] alleen het interview report heeft gekregen van het gesprek dat hijzelf op 10 oktober 2024 met leden van het Ethics Office heeft gevoerd en niet de volledige verslagen van andere gesprekken die in dit kader zijn gevoerd en evenmin de schriftelijke uitkomst van het onderzoek. Dat neemt echter niet weg dat het ontslag op staande voet beoordeeld dient te worden op de in de ontslagbrief gepresenteerde feiten. De uitslag van de Ethics Committee is daarbij voor de kantonrechter op zichzelf niet van belang omdat de kantonrechter zelfstandig op grond van de wet oordeelt of de vaststaande feiten voldoende grond voor een ontslag op staande voet vormen.

Toestemming nevenwerkzaamheden
4.8.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat [verzoeker] op grond van zijn arbeidsovereenkomst uitdrukkelijk toestemming van ASML nodig had voor het verrichten van nevenwerkzaamheden. [verzoeker] voert aan dat hij bij de oprichting van [bedrijfsnaam verzoeker] in 2019 een e-mailbericht naar HR heeft gestuurd om zijn nevenwerkzaamheden te melden. Hij voert aan dat de werkzaamheden van zijn eenmanszaak (destijds) zagen op het aanbieden van diensten op het gebied van cyber security aan particulieren en kleine zelfstandigen. Het doorlenen van zelfstandige IT-specialisten aan uiteindelijk een wereldwijd opererend bedrijf als ASML, kan daar niet onder geschaard worden. Vaststaat dat hij deze wijziging van bedrijfsactiviteiten niet gemeld heeft bij zijn HR Business partner, laat staan dat hij daarvoor toestemming heeft gevraagd en uitdrukkelijk heeft verkregen. [verzoeker] had, mede gelet op zijn functie als leidinggevende, moeten begrijpen dat hij voor de wijziging van zijn nevenactiviteiten (opnieuw) uitdrukkelijke toestemming had moeten vragen aan ASML. Op deze wijze had ASML kunnen beoordelen of de nevenwerkzaamheden van [verzoeker] het goed functioneren van [verzoeker] konden raken en had eventuele belangenverstrengeling op voorhand voorkomen kunnen worden. Het is [verzoeker] geweest die bewust het risico genomen heeft geen toestemming te vragen. Hierdoor heeft hij in strijd gehandeld met de verplichtingen uit zijn arbeidsovereenkomst.

Belangenverstrengeling
4.9.
Tussen partijen staat vast dat [verzoeker] in 2023 een leidinggevende rol had binnen ASML en hij (indirect) betrokken was bij de werving en het aannemen van flexmedewerkers via TCS. [verzoeker] zorgde er mede als verantwoordelijk afdelingsmanager bij ASML voor dat de purchase orders voor deze flexmedewerkers werden goedgekeurd. [verzoeker] heeft aangevoerd dat hij twee bekenden van hem aangedragen heeft om via [bedrijfsnaam verzoeker] middels doorlening op de afdeling van [verzoeker] werkzaamheden te gaan verrichten omdat er destijds een groot tekort aan goede arbeidskrachten was. Hij heeft daarmee naar zijn stellige mening het belang van ASML gediend. [verzoeker] had de flexmedewerkers aanvankelijk verwezen naar Sisar B.V., maar die wilde de flexwerkers een verbod tot indiensttreding c.q. een relatiebeding opleggen waardoor het hen gedurende 12 maanden na het einde van de inleningsperiode verboden werd in dienst te treden bij ASML. [verzoeker] heeft toen voorgesteld de flexmedewerkers via [bedrijfsnaam verzoeker] tewerk te stellen, zodat het indiensttredingsverbod op [bedrijfsnaam verzoeker] zou komen te rusten. Volgens [verzoeker] is dit afgestemd met [G] . In dit verband verwijst [verzoeker] naar het transcript van het gesprek dat is gehouden op 10 oktober 2024 waarin [D] dit erkent. [verzoeker] voert aan dat hij [G] ook heeft verteld over het financiële belang van [bedrijfsnaam verzoeker] bij de doorlening van de flexmedewerkers, dan wel dat [G] daar stilzwijgend mee heeft ingestemd door de facturen van de flexmedewerkers te accorderen. ASML betwist dit.
4.10.
Dat [verzoeker] de doorleenconstructie inclusief het financieel belang van [bedrijfsnaam verzoeker] aan [G] heeft gepresenteerd alvorens deze daarmee heeft ingestemd, is aan twijfel onderhevig, gegeven het feit dat [verzoeker] zelf niet met het financieel belang in de procedure is gekomen en het voor ASML niet elders na te vragen was. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] verklaard dat hij de uurtarieven die hij aan de flexwerkers betaalde heeft gedeeld met [G] , omdat [verzoeker] niet wist welke opslag Sisar B.V. en TSC hanteerden. Als dit al aangenomen moet worden, dan blijkt daaruit niet dat hij ook kenbaar heeft gemaakt dat hij een bepaalde risico-opslag ontving. Integendeel zelfs. De toestemming van [G] voor de constructie vrijwaart [verzoeker] dan ook niet, omdat niet blijkt dat [verzoeker] heeft medegedeeld wat zijn financieel belang er bij was. Door het enkele goedkeuren van facturen van flexmedewerkers kon [G] dit niet weten omdat er twee andere agencies nog tussen zaten die ook een opslag rekenden. Daar komt bij dat de kantonrechter het weinig aannemelijk vindt dat er een ander belang dan een financieel belang was om de doorleenconstructie met behulp van [bedrijfsnaam verzoeker] op te tuigen. Het argument dat de flexmedewerkers door de bewuste constructie niet gehouden zouden zijn aan een verbod tot indiensttreding c.q. relatiebeding heeft [verzoeker] zelf tijdens de mondelinge behandeling namelijk ontkracht. Na grondig doorvragen tijdens de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] uiteindelijk toegelicht dat hij een risico-opslag van € 30,00 per uur per flexmedewerker ontving. Dit bedrag reserveerde [verzoeker] volgens eigen zeggen voor het geval [bedrijfsnaam verzoeker] door de Belastingdienst als werkgever zou worden aangemerkt en er nog (loon)belastingen en premies nabetaald moesten worden voor de flexmedewerkers. Hij had evenwel de intentie dit bedrag aan de flexmedewerkers te geven als de Belastingdienst [bedrijfsnaam verzoeker] niet zou aanspreken. Dit opslagbedrag minus reeds betaalde omzet- en inkomstenbelasting zou nog op de bankrekening van [verzoeker] staan, waarvan overigens geen bewijs is geleverd. Van uitbetaling aan de flexmedewerkers is het niet gekomen.
4.11.
De kantonrechter is van oordeel dat het handelen van [verzoeker] leidt tot een belangenconflict tussen persoonlijke en zakelijke relaties (artikel 11 Code of Conduct). [verzoeker] heeft een dubbele rol gespeeld in de doorleenconstructie. Van hem had verwacht mogen worden dat hij in zijn rol binnen ASML elke schijn van belangenverstrengeling zou hebben voorkomen en daarvan had hij zich (gezien die rol) bewust moeten zijn. Weliswaar heeft [verzoeker] aangevoerd dat de Code of Conduct niet op hem van toepassing is omdat zijn handtekening op de door ASML overgelegde kopie niet heel duidelijk is. De kantonrechter gaat daar niet in mee nu op het formulier duidelijk de naam van [verzoeker] met handtekening leesbaar is en [verzoeker] niet betwist heeft de Code of Conduct te hebben ontvangen. De Code of Conduct is dan ook van toepassing op [verzoeker] . Daarbij komt dat ook zonder een bepaling in de Code of Conduct het voor [verzoeker] volstrekt helder had moeten zijn, dat een dergelijke dubbelrol gezien de conflicterende belangen niet acceptabel is.

Geen transparantie
4.12.
Zoals hiervoor reeds is geoordeeld, is [verzoeker] ten tijde van het optuigen van de doorleenconstructie niet voldoende transparant geweest en ook daarna niet. ASML heeft vanaf augustus 2024 vele malen aan [verzoeker] gevraagd openheid van zaken te geven. Dit heeft [verzoeker] geweigerd. In zijn verzoekschrift heeft hij geschreven dat hij de overeenkomsten van opdracht gesloten met de flexmedewerkers dan wel met Sisar B.V. na zou sturen, hetgeen niet gebeurd is. Elk inzicht in de met de flexmedewerkers gemaakte afspraken ontbreekt daardoor. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter meerdere malen moeten vragen naar het financieel belang van [verzoeker] , alvorens [verzoeker] antwoord gaf. Had hij de gevraagde transparantie betracht, dan had hij wellicht (de schijn van) belangenverstrengeling kunnen wegnemen. [verzoeker] heeft daarover aangevoerd dat hij zich niet meer veilig voelde bij ASML en daarom geen medewerking heeft verleend. Zonder nadere toelichting, die niet is gegeven, ziet de kantonrechter niet in waarom het vertellen van de waarheid en het meewerken aan het onderzoek zijn positie zou verslechteren. Niet alleen mag een dergelijke houding van een goed medewerker worden verwacht, maar hierbij speelt eveneens een rol dat [verzoeker] een functie bekleedde binnen de securityafdeling van ASML. Daar worden beveiligingsincidenten onderzocht en is vertrouwen en integriteit van het grootste belang. Waar hij leidinggevende werkzaamheden verrichtte, had juist hij zich behoren te gedragen als rolmodel.

Overige omstandigheden
4.13.
Bij de beoordeling van de vraag of het handelen van [verzoeker] een dringende reden voor een ontslag op staande voet oplevert, moeten alle omstandigheden van het geval, waaronder de persoonlijke omstandigheden, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. In dat verband heeft [verzoeker] benadrukt altijd in het belang van ASML te hebben gehandeld. Vervolgens voert hij aan dat het ontslag verstrekkende gevolgen voor hem heeft omdat hierdoor zijn enige inkomstenbron is weggevallen.
4.14.
De door [verzoeker] aangevoerde omstandigheden kunnen zijn handelen niet rechtvaardigen. [verzoeker] heeft door het niet melden van zijn nevenactiviteiten ten aanzien van de doorleenconstructie in strijd gehandeld met artikel 11 van de arbeidsovereenkomst. Vervolgens heeft het handelen van [verzoeker] geleid tot een belangenconflict. Hij heeft beroepsmatige mogelijkheden gebruikt voor het verkrijgen van persoonlijk voordeel (artikel 11 Code of Conduct). Ook is [verzoeker] niet open, eerlijk en integer geweest door geen openheid van zaken over de doorleenconstructie aan ASML te geven (artikel 10 Code of Conduct). De handelswijze van [verzoeker] wordt ook door de kantonrechter aangemerkt als een zodanig ernstige schending van de op hem rustende verplichting zich jegens ASML als goed werknemer te gedragen en daarmee als een dermate ernstige inbreuk op het vertrouwen dat ASML in hem moest kunnen stellen, dat van ASML redelijkerwijs niet kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bovendien is tijdens de mondelinge behandeling gebleken dat [verzoeker] vanaf 3 maart 2025 een nieuwe opdracht als zelfstandige in de cyber security branche heeft geaccepteerd. De gevolgen van het ontslag staan aan de onmiddellijke beëindiging van het dienstverband dus niet in de weg.
4.15.
ASML heeft de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] op 27 november 2024 dan ook om een dringende reden onverwijld mogen opzeggen.

Billijke vergoeding en transitievergoeding
4.16.
Uit de rechtsgeldigheid van het ontslag op staande voet volgt dat het verzoek van [verzoeker] om toekenning van een billijke vergoeding niet toewijsbaar is. Er is immers geen sprake van een opzegging in strijd met artikel 7:671 BW, zodat er ook geen grond is om toepassing te geven aan artikel 7:681 lid 1 BW.
4.17.
[verzoeker] heeft verder verzocht om ASML te veroordelen een transitievergoeding te betalen. [verzoeker] is echter niet per ongeluk vergeten de nevenwerkzaamheden te melden. Ook heeft hij er voor gekozen zijn beroepsmatige mogelijkheden te gebruiken voor het behalen van een persoonlijk voordeel en daar geen open kaart over te spelen. Het kan niet anders zijn dan dat [verzoeker] bewust belangrijke informatie verzweeg. Die handelswijze is strijdig met goed werknemerschap en met de integriteit die van [verzoeker] verwacht mag worden en is daarmee te kwalificeren als ernstig verwijtbaar. Een transitievergoeding op grond van artikel 7:673 lid 7, onder c, BW is dan ook niet toewijsbaar.

Vakantie-uren en vakantiebijslag
4.18.
[verzoeker] maakt aanspraak op vergoeding van 216 vakantie-uren op basis van artikel 4.1.2. van de toepasselijke cao. Terecht merkt ASML hierover op dat dit het aantal vakantie-uren op jaarbasis is. Omdat [verzoeker] heeft nagelaten zijn verzoek nader te onderbouwen, zal dit verzoek worden afgewezen.
4.19.
De verzochte betaling van vakantiebijslag vanaf 1 juli 2024 tot en met 27 november 2024 ter hoogte van € 2.811,24 bruto ligt, bij gebrek aan deugdelijk verweer aan de zijde van ASML, voor toewijzing gereed. Ten aanzien van de tegenverzoeken van ASML tot terugbetaling van onverschuldigd loon heeft [verzoeker] echter een beroep op verrekening gedaan voor zover hij nog een bedrag aan ASML verschuldigd is. Dat is de reden waarom ASML niet zal worden veroordeeld tot betaling van de vakantiebijslag.

Vergoeding wegens onregelmatige opzegging
4.20.
Nu het ontslag op staande voet stand houdt, is van een onregelmatig ontslag geen sprake, zodat de door [verzoeker] verzochte schadevergoeding op basis van onregelmatige opzegging afgewezen wordt.

Eindafrekening
4.21.
Nu ASML niet gehouden is tot betaling van enige vergoeding, heeft [verzoeker] geen belang bij het verstrekken van een eindafrekening. Dit verzoek wordt afgewezen.

Proceskosten
4.22.
De proceskosten komen voor rekening van [verzoeker] , omdat [verzoeker] overwegend ongelijk krijgt. De proceskosten aan de zijde van ASML worden begroot op € 949,00 (€ 814,00 aan salaris gemachtigde en € 135,00 aan nakosten), plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing.
4.23.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
<nr>5</nr>De beoordeling van het (voorwaardelijk) tegenverzoek 5.1.
Op het verzoek van ASML om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, hoeft niet te worden beslist. De voorwaarde waaronder ASML dat verzoek heeft gedaan, is namelijk niet vervuld. Hiervoor is immers beslist dat het ontslag op staande voet niet wordt vernietigd.
5.2.
ASML heeft betaling van de gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:677 lid 2 en lid 3 sub a BW gevorderd. [verzoeker] heeft aangevoerd dat het verzoek daartoe is gedaan na het verstrijken van de vervaltermijn van artikel 7:686a lid 4 sub a BW, omdat het eerst is gedaan bij verweerschrift. ASML heeft daarop aangevoerd dat de vergoeding normaal gesproken wordt verrekend met de eindafrekening, maar dat dit hier niet is gebeurd omdat abusievelijk het loon doorbetaald is tot en met 31 maart 2025.
5.3.
In artikel 7:686a lid 4 sub a BW is bepaald dat de bevoegdheid om bij verzoekschrift een gefixeerde schadevergoeding te verzoeken vervalt twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Dit is slechts anders wanneer de gefixeerde schadevergoeding is verrekend met een vordering van de werknemer. Dan kan niet van de werkgever verlangd worden om binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd een verzoek tot toekenning van deze vergoeding in te dienen. Dat zou leiden tot het voeren van onnodige procedures. De werkgever die de vergoeding al heeft geïnd en niet binnen de vervaltermijn een verzoek heeft ingediend, zou voor het blok worden gezet in het geval de werknemer op de laatste dag van de vervaltermijn een verzoek indient waarin hij bezwaar maakt tegen de verrekening van de vergoeding op de grond dat het verzoek tot toekenning van de vergoeding niet tijdig is ingediend, en de werkgever niet meer in staat is om binnen de vervaltermijn een verzoek in te dienen. De kantonrechter is daarom van oordeel dat het beroep van [verzoeker] op het verstreken zijn van de vervaltermijn zou moeten worden afgewezen indien en voor zover de vergoeding al zou zijn verrekend met een vordering van [verzoeker] . Van verrekening aan de zijde van ASML binnen de vervaltermijn is echter geen sprake zo blijkt uit de stellingen van ASML. De conclusie is dat het verzoek tot toekenning van de gefixeerde schadevergoeding eerst buiten de vervaltermijn is gedaan. Het verzoek wordt daarom afgewezen.

Onverschuldigd betaald loon
5.4.
Vaststaat dat ASML het loon vanaf 27 november 2024 tot en met 31 maart 2025 volledig doorbetaald heeft. Ook heeft ASML in februari 2025 een winstuitkering betaald over het volledige jaar 2024 en heeft zij thuiswerkvergoedingen en representatiekosten aan [verzoeker] betaald. Zij vordert € 33.272,89 van [verzoeker] terug wegens onverschuldigde betaling. [verzoeker] beroept zich op verrekening. Zoals geoordeeld in r.ov. 4.19. heeft [verzoeker] nog aanspraak op uitbetaling van € 2.811,24 bruto aan vakantiebijslag. Dit maakt dat [verzoeker] nog aan ASML een bedrag van € 30.461,65 (€ 33.272,89 -/- € 2.811,24) verschuldigd is uit hoofde van onverschuldigde betaling, vermeerderd met de verzochte wettelijke rente. De rente vangt niet aan zoals verzocht met ingang van 27 november 2024, omdat de toe te wijzen loonbedragen en onkostenvergoedingen toen nog niet (onverschuldigd) betaald waren aan [verzoeker] en ASML aan die omstandigheid in haar verzoek voorbij is gegaan. Tevens merkt de kantonrechter hier op dat ASML in weerwil van hetgeen in de ontslagbrief staat zelf het loon etc. is blijven doorbetalen. De wettelijke rente wordt daarom toegewezen vanaf heden.

Proceskosten
5.5.
De kantonrechter zal bepalen dat partijen ieder hun eigen proceskosten moeten betalen, omdat de aard van de zaak daartoe aanleiding geeft.
<nr>6</nr>De beslissing
De kantonrechter

op het verzoek
6.1.
wijst het verzoek af,
6.2.
veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten van € 949,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [verzoeker] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend,
6.3.
veroordeelt [verzoeker] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.4.
verklaart deze beschikking wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,

op het (voorwaardelijk) tegenverzoek,
6.5.
veroordeelt [verzoeker] tot terugbetaling van het onverschuldigd betaalde loon van € 30.461,65, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf heden tot aan de dag van voldoening;
6.6.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt,
6.7.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.8.
wijst het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door mr. B.C.W. Geurtsen-van Eeden en in het openbaar uitgesproken op 18 juni 2025.

Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.

Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.

Artikel delen