vonnis
Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/651049 / KG ZA 23-34
Vonnis in kort geding van 17 februari 2023
in de zaak van
[naam man01] ,
wonende te [woonplaats01] ,
eiser,
advocaat mr. A.K. Tosun te Rotterdam,
tegen
[naam vrouw01] ,
wonende te [woonplaats01] ,
gedaagde,
advocaat mr. S. Kandemir te Dordrecht.
Partijen worden hierna de man en de vrouw genoemd.
1.1. Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
de dagvaarding van 24 januari 2023, met producties 1 tot en met 7;
de conclusie van antwoord.
1.2. De zaak is tijdens de zitting van 3 februari 2023 behandeld. Vervolgens is vonnis bepaald.
2.1. Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest. Bij beschikking van de Rechtbank Rotterdam van 15 augustus 2022 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken (hierna: ‘de echtscheidingsbeschikking’). De echtscheidingsbeschikking is op 7 december 2022 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.2. Tot de ontbonden huwelijksgemeenschap behoort een woning, staande en gelegen te ( [postcode01] ) Schiedam aan de [adres01] (hierna: de woning). De vrouw woont nog in de woning. Op de woning rust een hypothecaire geldlening.
2.3. In de echtscheidingsbeschikking is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
(..)
“Echtelijke woning
De man wenst de woning toegedeeld te krijgen. De woning moet eerst worden
getaxeerd. Ter zitting is afgesproken dat de advocaten van partijen samen de opdracht geven
aan makelaar Ooms Schiedam/Vlaardingen de woning te taxeren tegen de reële
marktwaarde. De getaxeerde waarde is het uitgangspunt voor eventuele overname van de
woning door de man. De man heeft een termijn van drie maanden vanaf inschrijving van de
echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand om te onderzoeken of hij
de woning financieel kan overnemen en de vrouw kan laten ontslaan uit de hoofdelijke
aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening. Zo ja, dan vindt de overdracht aan de
man zo spoedig mogelijk plaats, maar niet voordat de periode van het voortgezet gebruik
van de woning door de vrouw is verstreken. Zo nee, dan wordt de woning bij Ooms
makelaars in de verkoop gezet en volgen partijen de vraag- en laatprijs die de makelaar
adviseert.
De kosten van de notaris worden door partijen bij helfte gedragen.
De onder- of overwaarde van de woning (getaxeerde waarde of verkoopprijs minus de
hypothecaire geldlening op het moment van levering van de woning minus (verkoop)kosten)
worden in beide voorgaande situaties door partijen bij helfte gedragen of gedeeld.
(..)
Goudstukken, sieraden en contant geld
Deze bestanddelen worden bewaard in een safeloket in Turkije. Partijen zijn het
erover eens dat zij samen naar Turkije gaan en dat zij deze bestanddelen bij helfte verdelen.
(..)
gelast de wijze van verdeling van de gemeenschap zoals weergegeven onder de
rechtsoverwegingen 2.11.7. tot en met 2.11.18.;(..)”
2.4. Op 22 december 2022 stuurde de advocaat van de man aan de advocaat van de vrouw de volgende e-mail:
“Geachte confrère,
In opgemelde aangelegenheid heb ik van cliënt vernomen, dat uw cliënte heeft aangegeven niet mee te zullen werken aan de afwikkeling van de verdeling en derhalve de bijgevoegde prijsopgave van de notaris voor de verdeling van de woning en het afsluiten van een hypothecaire geldlening niet te zullen ondertekenen.
Cliënt is thans doende om de stukken voor de overname van de woning gereed te maken. Zoals u ook weet, dient uw cliënte haar medewerking te verlenen. Zonder medewerking van uw cliënte lukt het niet. Conform de beschikking dienen partijen de kosten bij helfte te dragen.
Ik wil u dan ook dringend verzoeken om uw cliënte te bewegen alle nodige medewerking aan de uitvoering van de beschikking en afwikkeling van de verdeling te verlenen. Graag ontvang ik uiterlijk voor morgen 13:00 uur een bevestiging dat uw cliënte haar medewerking zal verlenen. Indien uw cliënte weigerachtig blijft, zal cliënte een civielrechtelijke procedure met kostenveroordeling opstarten en in dit kader uw cliënte in kort geding betrekken. Cliënt hoop dat het niet zover hoeft te komen.”
2.5. Op 22 december 2022 antwoordde de advocaat van de vrouw de advocaat van de man met de volgende e-mail:
“Amice,
De meerdere kosten welke verband houden met de overname van de hypotheek door uw cliënt, in verhouding tot de kosten bij verkoop van de woning, komen uiteraard voor rekening van uw cliënt.
Immers waarom zou cliënte kosten voor haar rekening nemen, welke zij niet zou maken bij verkoop?
Uw cliënt wenst de woning over te nemen.”
2.6. Op 28 december 2022 stond een afspraak gepland met Ooms Makelaars voor de taxatie van de woning. De vrouw heeft deze afspraak geannuleerd.
3.1. De man vordert samengevat - om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
de man vervangende toestemming te verlenen om namens de vrouw de akte van levering en/of akte van verdeling te laten opmaken alsmede te ondertekenen en voor de overname en/of verkoop van de woning en het ontslag van de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening, alle feitelijke handelingen en rechtshandelingen te verrichten die nodig zijn voor het realiseren van de levering van de woning aan de man c.q. aan een derde;
te bepalen dat het in deze te wijzen vonnis in de plaats treedt van de voor de verkoop en levering en alle daartoe benodigde handelingen van de woning aan de [adres01] te ( [postcode01] ) Schiedam noodzakelijke wilsverklaringen van de vrouw;
Subsidiair:
de vrouw te veroordelen, althans te gebieden, gaaf en onvoorwaardelijk haar medewerking te verlenen aan de uitvoering van de beschikking van 15 augustus 2022 op het punt van de woning aan de [adres01] te ( [postcode01] ) Schiedam, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of dagdeel dat gedaagde in gebreke blijft op het punt van de woning aan de [adres01] te ( [postcode01] ) Schiedam aan de beschikking van 15 augustus 2022 te voldoen, tot een maximum van € 100.000,00;
In alle gevallen:
de vrouw te veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf 15 dagen na de datum van dit vonnis.
3.2. De vrouw voert verweer dat strekt tot afwijzing van de vorderingen.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.1. De man stelt een spoedeisend belang te hebben bij zijn vorderingen, omdat hij de woning wenst over te nemen, maar dat hij de medewerking van de vrouw nodig heeft om te kunnen onderzoeken of hij de woning kan overnemen. Bovendien geldt in zaken als de onderhavige als uitgangspunt dat partijen niet gehouden zijn om in een onverdeelde gemeenschap te blijven. Daarmee is het spoedeisend belang van de man bij zijn vorderingen voldoende gegeven. Of de vorderingen van de man op materiële gronden toewijsbaar zijn, wordt hierna beoordeeld.
4.2. De man legt aan zijn vordering ten grondslag dat de rechtbank de verdeling van de gemeenschap van goederen in de echtscheidingsbeschikking heeft gelast. De man vordert nakoming van deze verdeling. Bepaald is dat de woning wordt toebedeeld aan de man onder de voorwaarde dat de man de hypothecaire geldlening kan overnemen en de bank de vrouw ontslaat uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid. De rechtbank heeft ook bepaald dat de kosten van de notaris door partijen bij helfte moeten worden gedragen. De vrouw dient de echtscheidingsbeschikking na te komen en haar medewerking te verlenen aan al het nodige, zodat de man kan onderzoeken of hij de woning kan overnemen.
4.3. De vrouw betwist dat zij de echtscheidingsbeschikking niet nakomt. Zij meent dat de man zich ten onrechte op het standpunt stelt dat de vrouw ook de helft dient te betalen van de kosten die de man maakt voor het vestigen van een nieuwe hypotheek op de woning. Deze kosten dienen enkel voor rekening van de man te komen. Bovendien is het de man die de echtscheidingsbeschikking niet nakomt, omdat de man weigert met de vrouw af te reizen naar Turkije om de sieraden uit de kluis te verdelen.
4.4. Overwogen wordt als volgt. Wat partijen in de kern verdeeld houdt, is of de vrouw ook moet meebetalen aan de kosten die de man maakt voor het vestigen van zijn nieuwe hypotheek. De onder 2.3 bedoelde beschikking dient dus te worden uitgelegd. De voorzieningenrechter stelt vast dat de beschikking geen nadere toelichting bevat op het gehanteerde begrip “kosten van de notaris”. Gelet op de bewoordingen, de context en het dictum van de beschikking, een en ander in het licht van de verdeling van de gemeenschap en de toescheiding aan de man, is de voorzieningenrechter van oordeel dat dit deel van de beschikking zo moet worden begrepen dat partijen de notariskosten bij helfte dragen, voor zover deze kosten zien op de levering van het onverdeelde aandeel van de vrouw in de woning aan de man. Daaronder vallen dus niet de kosten die verband houden met de nieuwe hypotheek die de man maakt voor het verkrijgen en vestigen van een nieuwe hypotheek waarvan alleen hij de schuldenaar is. Uit de toelichting van partijen ter zitting valt ook niet op te maken dat in de echtscheidingsprocedure expliciet is besproken dat alle notariskosten bij helfte moeten worden gedragen. Dit is ook niet zo gebruikelijk dat de man daarvan zonder meer mocht uitgaan. Nu dit voor de vrouw het grootste knelpunt was, gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat de vrouw haar medewerking zal verlenen aan het opstellen en verlijden van de akte van verdeling bij de notaris. Het primair gevorderde is daarom niet toewijsbaar.
4.5. Niet in geschil is dat de man een taxatierapport nodig heeft voor het aanvragen van de financiering. Aannemelijk is gemaakt dat de vrouw niet voldoende meewerkt aan een taxatie. Zij heeft de afspraak met de taxateur immers afgezegd en zij heeft geen nieuwe afspraak gemaakt. Dit leidt tot de conclusie dat er voldoende reden is om te verwachten dat de vrouw op dit punt niet meewerkt aan de uitvoering van de echtscheidingsbeschikking, zodat zij hiertoe zal worden veroordeeld. Vooralsnog is enkel gebleken dat de vrouw niet meewerkt aan het laten verrichten van de taxatie. De voorzieningenrechter veroordeelt de vrouw dan ook tot het maken van een afspraak met de makelaar, zodat deze de taxatie kan verrichten die de man nodig heeft om te onderzoeken of hij de woning kan overnemen. De voorzieningenrechter neemt aan dat partijen er toe in staat zijn, al dan niet met behulp van hun advocaten, om binnen zes weken na de datum van dit vonnis, de taxatie te laten plaatsvinden. De vrouw wordt ook veroordeeld om de makelaar voor de te verrichten taxatie vrije toegang te verlenen tot de woning. Als prikkel tot nakoming voor deze twee veroordelingen wordt een dwangsom opgelegd, zoals in het dictum vermeld. Voor verdergaande veroordelingen bestaat op dit moment onvoldoende aanleiding.
4.6. Een vordering ten aanzien van het effectueren van de verdeling van de sieraden ligt niet voor, maar het ligt in de rede dat partijen ook hiervoor op korte termijn een afspraak met elkaar maken om samen af te reizen naar Turkije, de kluis te openen en de sieraden bij helfte te verdelen. Partijen zijn immers beiden gebaat bij een volledige afwikkeling van hun echtscheiding en ter zitting bleken zij het erover eens te zijn dat het uit de kluis halen van de sieraden alleen gezamenlijk mogelijk is.
4.7. Omdat partijen ex-echtgenoten zijn, worden de proceskosten tussen hen gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
De voorzieningenrechter
5.1. veroordeelt de vrouw om haar onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan de uitvoering van de echtscheidingsbeschikking van 15 augustus 2022 en in dat kader tot het maken van een afspraak met de makelaar voor de taxatie van de woning en om aan deze makelaar tijdens de taxatie vrijelijk toegang te verlenen tot de woning,
5.2. veroordeelt de vrouw om aan de man een dwangsom te betalen van € 50,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 5.000,- is bereikt,
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2023.3608/106