Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

ECLI:NL:RBZWB:2024:9515

Gedeeltelijk gegrond: beroep tegen verkeersboete, gedraging staat vast, reden om boete te matigen, gedeeltelijk gegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 12 February 2025

Jurisprudentie – Uitspraken

ECLI:NL:RBZWB:2024:9515 text/xml public 2025-02-12T14:42:17 2025-02-12 Raad voor de Rechtspraak nl Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2024-12-12 0930323 - MB VERZ 24-100 Uitspraak Eerste aanleg - enkelvoudig NL Bergen op Zoom Strafrecht Rechtspraak.nl http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2024:9515 text/html public 2025-02-12T14:42:13 2025-02-12 Raad voor de Rechtspraak nl ECLI:NL:RBZWB:2024:9515 Rechtbank Zeeland-West-Brabant , 12-12-2024 / 0930323 - MB VERZ 24-100
Gedeeltelijk gegrond: beroep tegen verkeersboete, gedraging staat vast, reden om boete te matigen, gedeeltelijk gegrond.
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team strafrecht

Zittingsplaats Bergen op Zoom

zaaknummer.: 10930323 MB VERZ 24-100

CJIB-nummer: 1062 5422 4922 3374

uitspraakdatum: 12 december 2024

proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)

in de zaak van

naam : [betrokkene]

adres : [adres]

woonplaats : [woonplaats]

hierna: betrokkene

gemachtigde : [naam] (Verkeersboete.nl)
Verloop van de procedure
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De zaak is behandeld op de zitting van 12 december 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.
Standpunten
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: negeren inhaalbord: bord F1 op de Hazeldonkse Zandweg te Zevenbergen op 1 mei 2022 om 13:07 uur.

Gemachtigde verzoekt in het beroepschrift een termijn voor het indienen van nadere gronden en om een proceskostenvergoeding. Ter zitting heeft gemachtigde hieraan toegevoegd dat er sprake is van overschrijding van de redelijke termijn. Gelet hierop dient de sanctie met 25% gematigd te worden.

De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Op basis van de verklaring van verbalisant in het aanvullend proces-verbaal is er geen aanleiding om te twijfelen aan de gedraging. Wel is er sprake van overschrijding van de redelijke termijn, waardoor de zittingsvertegenwoordiger verzoekt de boete te matigen met 25%.
Overwegingen
Inhoudelijk

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.

In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.

De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.

De boete is dus terecht opgelegd.

Overschrijding redelijke termijn

Een ieder heeft recht op behandeling van zijn rechtszaak binnen een redelijke termijn (artikel 6, lid 1 van het EVRM). Volgens vaste rechtspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:GHARL:2017:1777) is sprake van schending van die redelijke termijn van berechting wanneer de procedure bij de officier van justitie en de kantonrechter tezamen langer dan twee jaar heeft geduurd. Deze termijn vangt aan bij het opleggen van de boete.

In dit geval is de boete opgelegd op 15 mei 2022 en is de redelijke termijn dus met ruim zes maanden overschreden.

Omdat sprake is van een overschrijding zal de kantonrechter de boete matigen met 25% (zie ECLI:NL:GHARL:2023:6369). Het beroep is dus gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd.

Nu de boete wordt gematigd is er aanleiding voor een proceskostenvergoeding. Daarbij gaat het alleen om de kosten in de fase waarin de redelijke termijn is overschreden, dus de kosten van het beroep bij de kantonrechter.

De proceskostenvergoeding is als volgt berekend voor de fase bij de kantonrechter:

beroepschrift kantonrechter: 1 punt x gewicht 0,5 x € 875,- = € 437,50

zitting kantonrechter: 1 punt x gewicht 0,5 x € 875,- = € 437,50

totaal € 875,00
Beslissing
De kantonrechter:

‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;

‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 187,50, plus € 9,- administratiekosten;

‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 62,50, dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.

‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene van € 875,00.

‒ verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van de bezwaren tegen de uitbetaling van de proceskostenvergoeding.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier L.I.M. Appels, en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2024.

Als u het niet eens bent met deze beslissing , dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:

de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of

uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.

Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.

U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.

De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.

Datum verzending:

Artikel delen