Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

ECLI:NL:RBZWB:2025:4494

Wvggz - opvolgende zorgmachtiging 6 maanden in plaats van verzochte 12 maanden - doel van de zorgmachtiging is een overgang naar huis op zeer korte termijn en dat kan binnen 6 maanden worden bereikt - opname voor maximaal twee weken: betrokkene is in de weekenden al thuis - arts verwacht dat betrokkene binnen twee weken volledig naar huis zal gaan - is een nieuwe opname onverhoopt toch nodig da...

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 16 July 2025

Jurisprudentie – Uitspraken

ECLI:NL:RBZWB:2025:4494 text/xml public 2025-07-16T08:56:05 2025-07-11 Raad voor de Rechtspraak nl Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2025-07-04 C/02/436725 / FA RK 25-3136 Uitspraak Rekestprocedure NL Breda Civiel recht; Personen- en familierecht Rechtspraak.nl http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2025:4494 text/html public 2025-07-15T13:25:33 2025-07-16 Raad voor de Rechtspraak nl ECLI:NL:RBZWB:2025:4494 Rechtbank Zeeland-West-Brabant , 04-07-2025 / C/02/436725 / FA RK 25-3136
Wvggz - opvolgende zorgmachtiging 6 maanden in plaats van verzochte 12 maanden - doel van de zorgmachtiging is een overgang naar huis op zeer korte termijn en dat kan binnen 6 maanden worden bereikt - opname voor maximaal twee weken: betrokkene is in de weekenden al thuis - arts verwacht dat betrokkene binnen twee weken volledig naar huis zal gaan - is een nieuwe opname onverhoopt toch nodig dan verdient dit een nieuwe medische beoordeling en juridische toets.
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Familie- en Jeugdrecht

Locatie Breda

Zaaknummer: C/02/436725 / FA RK 25-3136

Datum uitspraak: 4 juli 2025

Beschikking zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging

op het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedag] 1950 in [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: betrokkene,

wonend in [plaats 1] ,

verblijvende te [accommodatie] , [kliniek] te [plaats 2] ,

advocaat: mr. V.C. Andeweg te Breda.
<nr>1</nr>Het verloop van de procedure 1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:

- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 18 juni 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 4 juli 2025 bij de [accommodatie] , [kliniek] , te [plaats 2] . Daarbij zijn aanwezig en gehoord:

betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;

arts, de heer [naam 1] ;

de echtgenoot van betrokkene, de heer [naam 2] .
1.3.
Volledigheidshalve merkt de rechtbank op dat de echtgenoot van betrokkene telefonisch bij de mondelinge behandeling aanwezig was.
<nr>2</nr>Wat vaststaat 2.1.
De rechtbank heeft een zorgmachtiging verleend tot en met 30 juli 2025.
<nr>3</nr>Het verzoek 3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van twaalf maanden met de volgende vormen van verplichte zorg:

- het toedienen van medicatie;

- het verrichten van medische controles;

- het beperken van de bewegingsvrijheid;

- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;

- opnemen in een accommodatie.
<nr>4</nr>De standpunten 4.1.
Betrokkene brengt, samengevat, naar voren dat het heel goed met haar gaat. Op dit moment gaat zij op zaterdag en zondag al naar huis. Dat gaat goed. Betrokkene zou liever helemaal thuis blijven en niet meer opgenomen zijn. Waarom betrokkene langer opgenomen zou moeten blijven, begrijpt zij niet. Betrokkene neemt haar medicatie dagelijks op hetzelfde tijdstip en doet mee aan activiteiten. Wel vindt betrokkene het vervelend dat anderen haar spullen verplaatsen, waardoor zij niet meer weet waar haar spullen liggen.
4.2.
De arts verklaart, samengevat, als volgt. Het klopt wat betrokkene zegt; het gaat beter met haar en zij gaat in het weekend naar huis. Medicatie weigert betrokkene niet, echter is de verwachting dat betrokkene de medicatie, wanneer zij volledig thuis is, wel gaat weigeren. Betrokkene is opgenomen omdat zij de vaste overtuiging heeft dat haar man een relatie met een ander heeft. Hoewel betrokkene zich daar nu bij neer lijkt te leggen, blijft deze overtuiging aanwezig. Wanneer betrokkene volledig naar huis gaat, is het voor te stellen dat de spanning tussen betrokkene en haar echtgenoot weer oploopt. Betrokkene is tijdens de opname geobserveerd en vastgesteld is dat er bij betrokkene, naast haar waanstoornis, ook sprake is van neurodegeneratieve stoornis met bepaalde geheugenstoornissen. Zo heeft betrokkene het gevoel dat anderen bepaalde spullen van haar wegleggen. In de komende periode is het de bedoeling dat betrokkene volledig naar huis kan en zij in het ambulante kader haar depotmedicatie blijft gebruiken. De dagen dat betrokkene op proef naar huis gaat, gaan goed. Deze zijn om verzekeringstechnische redenen niet uit te breiden. Betrokkene kan binnen twee weken volledig naar huis. De verplichting tot ambulant contact is nodig om te monitoren hoe het in de thuissituatie gaat en of de echtgenoot van betrokkene niet overbelast raakt.
4.3.
De echtgenoot van betrokkene brengt, samengevat, naar voren dat betrokkene wat hem betreft weer volledig naar huis kan. Op de dagen dat betrokkene thuis is, is zij rustig aanwezig.
4.4.
De advocaat bepleit primair om afwijzing van het verzoek. De dynamiek tussen betrokkene en haar echtgenoot was pittig, maar is nu anders. Van ernstig nadeel is nu geen sprake meer. Dat er ook sprake is van een neurocognitieve stoornis is onvoldoende onderbouwd. Betrokkene gaat op dit moment al twee dagen naar huis. De stap naar een volledige afbouw van de opname moet nu genomen worden. Subsidiair, wanneer de rechtbank een zorgmachtiging toch nodig acht, wordt verzocht om deze alleen toe te staan ten aanzien van de medicatie en het contact met het ambulant behandelteam. Een langere opname is niet nodig en daarom dient dit te worden afgewezen.
<nr>5</nr>De beoordeling 5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en neurocognitieve stoornissen (o.a. dementie en delier). Op dit moment is de psychische stoornis in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen voorliggend. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de medische verklaring en de toelichting daarop van de arts.
5.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:

- maatschappelijke teloorgang;

- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;

- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.4.
De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat betrokkene vanuit haar waanstoornis agressief naar haar partner en anderen was. Zij trok zich terug uit het sociale leven en stootte mensen van haar af, waardoor sprake was van het risico op maatschappelijke teloorgang. Hoewel betrokkene inmiddels minder ontremd en agressief is, kan het ernstig nadeel weer opleven op het moment dat betrokkene weer volledig thuis woont en zij noodzakelijke zorg niet zou accepteren.
5.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank heeft er geen vertrouwen in dat met betrokkene (behandel)afspraken zijn te maken over noodzakelijk zorgverlening in het vrijwillige kader. De rechtbank betrekt hierin dat uit de overgelegde stukken is gebleken dat bij betrokkene geen sprake is van ziektebesef en -inzicht en zij denkt geen behandeling nodig te hebben, terwijl het nu beter met betrokkene gaat omdat zij verplichte zorg ontvangt. Daarom blijft verplichte zorg nodig.
5.7.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:

- het toedienen van medicatie;

- het verrichten van medische controles;

- het beperken van de bewegingsvrijheid;

- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;;

- opnemen in een accommodatie.
5.7.1.
Gelet op de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling wordt onder de verplichte zorg ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten’, verstaan dat betrokkene periodiek contact heeft met haar ambulant behandelteam en zij de door hen gegeven aanwijzingen opvolgt. De rechtbank wijst deze vorm van verplichte zorg op deze wijze toe. Het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen is niet nodig.
5.7.2
Ook de verplichte zorgvormen ‘opnemen in een accommodatie’ alsmede de bijbehorende zorgmodaliteit ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ acht de rechtbank nodig. Echter, gebleken is dat betrokkene op dit moment in het weekend al naar huis gaat en de arts verwacht dat betrokkene binnen twee weken volledig naar huis zal gaan. Gelet daarop zal de rechtbank bepalen dat betrokkene nog maximaal twee weken, te weten tot 19 juli 2025, opgenomen kan blijven. Binnen die periode kan nog geobserveerd worden wat betrokkene in de thuissituatie nodig heeft. Een langere opname of een heropname acht de rechtbank niet voorzienbaar, zolang voor betrokkene de verplichting bestaat om medicatie in te nemen en contact te onderhouden met haar ambulant behandelteam. Mocht dat wel noodzakelijk worden, dan verdient een nieuwe opname een nieuwe rechterlijke toetsing aangezien het doel van de opname anders is dan onder de huidige zorgmachtiging.
5.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.9.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.10.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Anders dan wordt verzocht, zal de zorgmachtiging in duur worden bekort tot zes maanden. Naar het oordeel van de rechtbank kan het doel van de zorgmachtiging, te weten een overgang naar huis met ambulante behandeling, binnen zes maanden worden bereikt. Wanneer het onverhoopt mis gaat in de thuissituatie en/of de zorgmachtiging langer nodig is, dan verdient dat een nieuwe (medische) beoordeling en juridische toets.
<nr>6</nr>De beslissing
De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor [betrokkene], geboren op [geboortedag] 1950 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de volgende maatregelen kunnen worden toegepast;

A. het toedienen van medicatie;

B. het verrichten van medische controles;

C. het beperken van de bewegingsvrijheid;

D. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, zoals is weergegeven onder rechtsoverweging 5.7.1.;

E. opnemen in een accommodatie;
6.2.
bepaalt dat de verplichte zorg onder sub C en E mag worden toegepast, maximaal voor de duur van twee weken, te weten tot 19 juli 2025;
6.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 4 januari 2026;
6.4.
wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2025 door mr. Sumner, rechter, in aanwezigheid van mr. Vos, griffier, en op schrift gesteld op 10 juli 2025.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Artikel delen