Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

De Kaderrichtlijn afvalstoffen (2008/98) en zijn voorlopers verplichten Nederland om periodiek één of meerdere afvalbeheerplannen op te stellen. Dit is vastgelegd in artikel 10.3 van de Wet milieubeheer. Op 3 maart 2003 is het eerste Landelijk afvalbeheerplan (LAP) in werking getreden. De geldingsduur van dat plan was van 2003 tot en met 2009. Op 24 december 2009 is LAP2 in werking getreden met een geldingsduur tot 2015, die eenmaal is verlengd tot 2017. Op 28 december 2017 is LAP3 in werking getreden voor de periode 2017 tot en met 2023, met een doorkijk naar 2029. Op 19 juli 2019 en 2 maart 2021 is LAP3 gewijzigd. De geldingsduur van LAP3 is vanwege de komst van het Circulair Materialenplan (CMP) met twee jaar verlengd tot 29 december 2025.

Het LAP bestaat uit een beleidskader en sectorplannen. Allereerst is in paragraaf 6.3 ingegaan op de wijzigingen van het LAP (LAP3 versus LAP2). In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de belangrijkste hoofdpunten van het beleid: minimumstandaard (paragraaf 6.4 – hoofdstuk D.2 LAP3). Verder komt het beleid voor een aantal uitvoeringsonderdelen aan de orde: overslaan en opslaan (paragraaf 6.5 -hoofdstuk B.5 van LAP3), het onderscheid afvalstof en niet-afvalstof (paragraaf 6.6, hoofdstuk B.6 van LAP3) en het mengen (paragraaf 6.7 – hoofdstuk B.7 van LAP3). Andere hoofdstukken van het LAP zijn behandeld bij de onderwerpen:

  • afvalpreventie en producentenverantwoordelijkheid (hoofdstuk 4, hoofdstukken B.2 en C.2 van LAP3);
  • afvalinzameling en transport (hoofdstuk 7, hoofdstuk B.4 van LAP3);
  • vergunningaspecten (hoofdstuk 10, hoofdstuk D.5 van LAP3);
  • in- en uitvoer (EVOA, hoofdstuk 13, hoofdstuk B.13 van LAP3).

Daarna is in algemene zin nog ingegaan op de sectorplannen (paragraaf 6.8) en jurisprudentie (paragraaf 6.9).