In de voorgaande paragrafen zijn enkele onderwerpen uit het LAP-beleidskader toegelicht.
In de sectorplannen is het beleid uit het beleidskader nader ingevuld naar specifieke afvalstromen. Dit kan een concretisering zijn, maar ook een specifieke afwijking van een bepaalde algemene beleidslijn, wanneer daar reden toe is. Daarnaast zijn de sectorplannen het toetsingskader voor de vergunningverlening aan afvalverwerkende bedrijven. Ook bevat elk sectorplan een minimumstandaard.
Naast dit formele aspect is in de sectorplannen ook vaak achtergrondinformatie over een afvalstof of de bijbehorende beheerstructuur opgenomen. Bij ieder sectorplan is het onderscheid gemaakt tussen dat deel dat hoort tot het LAP (uitwerking beleid) en het deel dat niet tot het LAP hoort (toelichting).
In elk sectorplan is (aan de hand van de indeling in Euralcodes) afgebakend om welke afvalstoffen het gaat, wat de minimumstandaard is voor de verwerking ervan en hoe omgegaan dient te worden met de in- en uitvoer van de genoemde afvalstoffen. Een overzicht van alle sectorplannen zijn in dit boek als bijlage 2 opgenomen.
6.8 Ontwerp-Circulair Materialenplan
In 2021 is het ministerie van IenW gestart met de opvolging van het LAP, het Circulair Materialenplan (CMP). Het ontwerp-CMP heeft in de periode januari/februari 2025 ter inspraak gelegen en het ministerie verwacht dat het CMP eind 2025 in werking treedt.
Het CMP moet meer dan het LAP de transitie naar een circulaire economie stimuleren, maar de kern van het afvalstoffenbeleid, de bescherming van milieu en volksgezondheid door goed afvalbeheer, blijft staan.
Een beoogde wijziging is dat het CMP zich richt op alle fasen van de materiaalketen, vanaf het ontwerp tot en met de verwerking en het opnieuw gebruiken van materialen en producten. In het ontwerp-CMP is daarom onder meer sprake van (materiaal)keten- en afvalplannen in plaats van sectorplannen. De afvalplannen bevatten vergelijkbare informatie als sectorplannen, waaronder het toetsingskader, de minimumstandaard, grensoverschrijdend transport in het geval sprake is van afval. De ketenplannen geven daarnaast een overzicht van de circulaire werkwijzen voor zes specifieke materiaalstromen (hout, kunstgras, textiel, papier en karton, beton en zonnepanelen).
Verder is een beoogde inhoudelijke wijziging dat niet alleen meer wordt gekeken naar de zeer zorgwekkende stoffen (ZZS), maar ook naar andere zorgstoffen, zoals medicijnresten in de afvalstoffen. Dit met het doel om het gebruik van afvalstoffen veiliger te maken.
Voor het bevoegd gezag zal een wettelijke verplichting komen om het ministerie van IenW te informeren als wordt afgeweken van de geldende minimumstandaard. Deze informatie kan worden gebruikt bij de evaluatie van het beleid. In de minimumstandaard komt meer nadruk te liggen op de hoogwaardigheid van verwerkingstechnieken. In plaats van een algemene verwerkingsmethode als recycling wordt een zogenoemde "recyclingstandaard" aangewezen als sprake is van een duidelijke voorkeur boven andere vormen van recycling.
Meer informatie over het ontwerp-CMP is opgenomen op de website https://circulairmaterialenplan.nl/inspraak/.