De industrie in Nederland staat onder grote druk. De eerste massaontslagen zijn een feit, duurzame fabrieken worden gesloten of niet afgebouwd en steeds vaker vinden investeringen buiten Nederland plaats. Terwijl we nu en in de toekomst een duurzame industrie nodig hebben voor onze producten, welvaart en weerbaarheid. VNO-NCW roept de politiek dan ook op om er de komende jaren samen met de industrie voor te zorgen dat bedrijven hier behouden blijven. En om obstakels weg te halen zo dat bedrijven de investeringen voor de broodnodige transities kunnen doen. Samen kunnen we dit oplossen. Vandaag sprak de Tweede Kamer over verduurzaming van de industrie.
De industrie is een belangrijke pijler onder onze economie en welvaart. In totaal leveren de bedrijven zo’n 12 procent van ons nationale bruto inkomen, en twee miljoen banen direct en indirect. Daarnaast leveren de bedrijven producten waar we niet zonder kunnen; ze zijn daarmee belangrijk voor de strategische autonomie van Nederland en Europa. Reden dat in Europa het herstel van de concurrentiepositie van de industrie hoog op de prioriteitenlijst staat. De gezamenlijke landen in de EU vragen zo aan elkaar om ervoor te zorgen dat de lidstaten ervoor zorgen dat de industrie kan overleven en de energietransitie kan maken. Want een duurzamer Europa is beter voor het klimaat en economisch weerbaarder.
Momenteel gaat het echter bepaald niet goed met de industrie in Nederland. Investeringen in worden uit- of afgesteld, productie daalt en vestigingen sluiten. Het kabinet erkent dat de Nederlandse industrie onder zware druk staat, mede als gevolg van de hoge energieprijzen, ontbrekende infrastructuur en trage vergunningverlening. Evenals het aanbod van productie uit andere machtsblokken in de wereld die hun eigen industrie steunen. Daar komen eigen nationale lasten zoals de CO2-heffing bovenop. Er is zo geen gelijk speelveld met andere Europese landen en voorwaarden ontbreken om stappen te maken.
Doordat het daarnaast ook ontbreekt aan vraag naar duurzaam geproduceerde producten is er voor veel bedrijven geen rendabel businessplan te maken. De CO2-reductie wordt zo alleen gehaald door het sluiten van productie in Nederland. De hoge vraag naar de producten blijft echter. Dus is er alleen sprake van het verplaatsen van de uitstoot. Deze trend gaat dus ten koste van onze banen, welvaart en weerbaarheid en geeft geen enkele klimaatwinst.
VNO-NCW vraagt daarom de politiek om de huidige obstakels te verwijderen zodat investeringen weer loskomen en bedrijven de transities door kunnen komen. Dan gaat het om de hoge energiekosten en eigen lasten en infrastructuur en vergunningen.
Maar ook hoopvol is vraagcreatie. Gerichte normering voor eindproducten, zoals bijmengpercentages voor duurzame grondstoffen, blijken een succesvolle formule om investeringen in groene productieketens rendabel te maken en Europa’s concurrentiepositie te versterken. Dit geeft een gelijk speelveld voor duurzame met niet-duurzame producten.
Nederland heeft alles in huis heeft om een betrouwbare duurzame motor van Nederland en Europa te zijn. En ook uit onderzoek blijkt dat onze locatie, waardeketens en onze goed opgeleide mensen een belangrijke pijler voor de aantrekkingskracht van Nederland zijn. Wat Nederland nodig heeft is een stabiel en voorspelbaar investeringsklimaat voor de verduurzaming van de industrie. Dit in combinatie met samenwerking tussen overheid en industrie maakt dat we kunnen werken aan weerbaarheid, banen en verduurzaming.