Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

De redelijke aansluittermijn bij kleinverbruikaansluitingen

22 juli 2024

Commentaar jurisprudentie

Commentaar jurisprudentie

Geschilbesluiten van de Autoriteit Consument en Markt (Deel 9)

Dit blogartikel is onderdeel van een reeks waarin wij verschillende geschilbesluiten behandelen. Onderaan dit artikel vindt u de links naar de overige artikelen.

De redelijke aansluittermijn bij kleinverbruikaansluitingen

Partijen die een geschil hebben met de netbeheerder over de wijze waarop deze zijn taken en bevoegdheden op grond van de Elektriciteitswet 1998 (“E-wet”) uitoefent kunnen een dergelijk geschil voorleggen aan de Autoriteit Consument en Markt (“ACM”). In dit blogbericht bespreken wij zo’n uitspraak van de ACM.

De zaak WoonFriesland / Liander

Stichting WoonFriesland (“WoonFriesland”) is een woningbouwstichting die voor één van haar nieuwbouwprojecten twaalf kleinverbruikaansluitingen heeft aangevraagd. In dat kader heeft zij op 22 december 2022 een offerte geaccepteerd. Van de twaalf aansluitingen worden er vier in juli 2023 gerealiseerd en acht in maart 2024.

Liander N.V. (“Liander”) heeft verschillende redenen aangedragen voor de lange aansluittermijnen, waaronder de noodzaak van het verzwaren van het net en capaciteitsproblemen bij aannemers.

Standpunten partijen

Kort samengevat stelt WoonFriesland zich op het standpunt dat Liander in strijd heeft gehandeld met art. 23 lid 4 E-wet omdat Liander niet binnen een redelijke termijn kleinverbruikaansluitingen heeft gerealiseerd. In dit kader betwist WoonFriesland, onder meer, dat sprake zou zijn van netcongestie.

Liander meent dat gelet op de feiten en omstandigheden van het geval, geen sprake is van een schending van de redelijke aansluittermijn. Als gezegd wijst zij onder meer op capaciteitsproblemen bij aannemers en de tijd die noodzakelijk was om het net ter plaatse te verzwaren.

Beoordeling van het geschil

In de eerste plaats overweegt de ACM dat de wettelijke norm van 18-weken in dit geval niet geldt als gevolg van een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Bovendien is ook de termijn uit art. 8.11 Netcode elektriciteit niet van toepassing, aldus de ACM, omdat WoonFriesland de offerte van Liander heeft geaccepteerd voordat de ACM het aan dat artikel ten grondslag liggende codebesluit had genomen. De ACM overweegt dan ook dat voor aansluitingen waarbij graafwerkzaamheden nodig zijn, zoals hier het geval, een termijn van tussen 18 en 22 weken heeft te gelden als redelijk.

Aangezien Liander in dit geval de aansluitingen heeft gerealiseerd in 30 en 66 weken en deze lange termijnen niet gerechtvaardigd kunnen worden door de omstandigheden van het geval concludeert de ACM dat de klacht van WoonFriesland gegrond is.

Interessant in dit kader is de overweging van de ACM over het vermeende gebrek aan transportcapaciteit. Uit het geschilbesluit blijkt dat Liander dit heeft proberen aan te tonen met een GAIA-berekening. De ACM overweegt in dit kader dat hiermee niet wordt aangetoond dat Liander conform art. 9.6 Netcode elektriciteit heeft gehandeld. Dat de beoordeling van de vraag of door de netbeheerder terecht een beroep kan worden gedaan op de afwezigheid van transportcapaciteit afhankelijk is van de vraag of art. 9.6 Netcode elektriciteit is doorlopen is in lijn met het vorige geschilbesluit van de ACM, dat wij in een eerder blogbericht bespraken.

De conclusie van de ACM is dan ook dat Liander in strijd met art. 23 lid 4 E-wet heeft gehandeld. Heeft u naar aanleiding van bovenstaand artikel een vraag of heeft u zelf een geschil met uw netbeheerder? Neem dan contact op met Cees Verburg of Ale van der Wielen, onze advocaten energierecht.

Dit blogartikel is onderdeel van een reeks waarin wij verschillende geschilbesluiten behandelen. Klik hieronder om de overige delen van deze reeks te lezen.