Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Geen grond voor intrekking van verleende vergunningen en bestemmingsplannen voor windparken vanwege Nevele

Op 30 april 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State negen uitspraken gedaan over verzoeken om plannen en vergunningen voor zes windparken in te trekken.  De uitspraken betroffen onder andere Windpark De Drentse Monden – Oostermoer, Windturbinepark Noord-Beveland, Windpark Jacobahaven, Windpark Bommelerwaard A-2, Windpark Galder en Windpark Den Tol Netterden.

2 May 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

De bezwaarmakers voerden aan dat de plannen en vergunningen moesten worden ingetrokken vanwege het Nevele-arrest van het Europese Hof van Justitie in 2020, dat stelt dat er een milieubeoordeling moet worden gemaakt voor de algemene normen voor geluid, slagschaduw en veiligheid. De Afdeling heeft een dergelijk verzoek eerder beoordeeld, AbRvS 18 september 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3745, de Rietvelden en AbRvS 18 september 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3744, Blauw. In deze twee uitspraken heeft de Afdeling een beoordelingskader voor de heroverweging en intrekking van een onherroepelijke omgevingsvergunning in het licht van het Unierecht uiteengezet voor de beantwoording van de vragen of 1) aan de omgevingsvergunning een Unierechtelijk gebrek kleeft, omdat voor de windturbinebepalingen geen voorafgaande milieubeoordeling in de zin van de SMB-richtlijn is verricht en bij de omgevingsvergunningverlening van de werking van die windturbinebepalingen is uitgegaan, en 2) of het Unierecht meebrengt dat de inmiddels onherroepelijke omgevingsvergunning daarom moet worden heroverwogen of ingetrokken. De Afdeling bestuursrechtspraak komt voor alle plannen en vergunningen waar de uitspraken van 30 april op zien, tot het oordeel dat die “niet verenigbaar zijn met het Europese recht”. Ze zijn namelijk gebaseerd op de algemene normen voor geluid, slagschaduw en veiligheid waarvoor, zoals uit de Nevele-uitspraak van 2021 volgt, geen milieubeoordeling is verricht terwijl het Europese recht daartoe wel verplicht. De Afdeling verwijst naar de Rietvelden-uitspraak, onder 16.2 en 16.3, en de Blauw-uitspraak, onder 17.2 en 17.3. Maar, de Afdeling is ook van mening dat de bestuursorganen niet verplicht zijn om die plannen voor de windparken aan te passen en de omgevingsvergunningen in te trekken. Een dergelijke verplichting volgt niet uit het Europese recht, de Afdeling verwijst naar de Rietvelden-uitspraak, onder 16.6, en de Blauw-uitspraak, onder 17.6. Ook vereist onder meer het in het arrest Kühne & Heitz opgenomen rechtszekerheidsbeginsel in dit geval niet dat besluiten worden ingetrokken, omdat daarvoor bijzondere omstandigheden aanwezig moeten zijn. Die ontbreken hier volgens de Afdeling. De Afdeling verwijst naar de Rietvelden-uitspraak, onder 16.15, en de Blauw-uitspraak, onder 17.19. Voor zover bestuursorganen ter uitvoering van de rechtbankuitspraken nieuwe besluiten hebben genomen, is de Afdeling van mening dat daar de grondslag aan is ontvallen. Die besluiten worden (voor zover genomen) door de Afdeling vernietigd en niet inhoudelijk beoordeeld.    Zie AbRvS 30 april, ECLI:NL:RVS:2025:1862ECLI:NL:RVS:2025:1953ECLI:NL:RVS:2025:1950ECLI:NL:RVS:2025:1952ECLI:NL:RVS:2025:1949ECLI:NL:RVS:2025:1947ECLI:NL:RVS:2025:1940ECLI:NL:RVS:2025:1935, ECLI:NL:RVS:2025:1937

Artikel delen