Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Intrekkingsverzoeken tegen natuurvergunningen in Limburg

Na de Rendac- en Amercentrale-uitspraken van december 2024 en de Greenpeace uitspraak van januari 2025 is stikstof weer volop in het nieuws. Vergunningverlening blijft lastig zo niet onmogelijk en de Staat heeft de taak gekregen om de stikstofdepositie te verlagen.

10 april 2025

Samenvatting

Samenvatting

MOB vindt dat de Staat van deze taak te weinig werk maakt en heeft provincies verzocht om natuurvergunningen van veehouders in te trekken.  In deze uitspraken van de rechtbank Limburg gaat het om de weigering van de provincie Limburg om natuurvergunningen in te trekken. Ook in andere provincies spelen soortgelijke zaken.

Het gaat in deze zaken om PAS-vergunningen, die verleend zijn ten tijde van het PAS. Waar de PAS-melders onder het PAS vergunningsvrij mochten uitbreiden nu in de problemen zitten, zijn zij die wel een vergunning verkregen buiten schot gebleven na het onverbindend verklaren van het PAS.

Intrekkingsverzoek

Het gaat hier om twee verzoeken, de een van 22 december 2021 tegen een PAS-natuurvergunning voor een varkenshouderij en de ander van 28 januari 2021 tegen een PAS-natuurvergunning voor een geitenhouderij.

De eisers stellen dat natuurvergunningen die in strijd met wettelijke voorschriften zijn verleend ingetrokken kunnen worden. Daarnaast tellen ze dat deze intrekking ook nodig is om verslechtering van nabij gelegen Natura 2000-gebieden te voorkomen.

De provincie heeft de verzoeken in besluiten en nogmaals op bezwaar afgewezen door te verwijzen naar de rechtszekerheid van de vergunninghouders. Daarnaast stelt de provincie dat de vergunningen destijds wel rechtsgeldig zijn verleend. Ten slotte wordt ook naar voren gebracht dat er geen reden is om specifiek die vergunningen in te trekken, terwijl er al landelijke en provinciale maatregelen getroffen worden.

Beroep

De rechtbank stelt voorop dat de procedure niet kan worden gebruikt als aanklacht tegen het provinciale of nationale stikstofbeleid. Alleen de besluiten waartegen in beroep is gegaan worden behandeld.

De vergunningen zijn destijds verleend op basis van de algemene passende beoordeling die voor het hele PAS gold. Deze passende beoordeling is later door de Afdeling als ondeugdelijk beoordeeld in de bekende PAS-uitspraak. Volgens de eisers zijn de vergunningen dus verleend zonder deugdelijke passende beoordeling, en dus in strijd met de Habitatrichtlijn.

De provincie hanteert een andere lijn dan in bezwaar. Er wordt namelijk toegegeven dat de vergunning in strijd met de wet is verleend, maar ziet gelet op de genomen maatregelen en de rechtszekerheid nog steeds geen aanleiding om de vergunningen in te trekken.

Voor wat betreft de noodzaak beargumenteert de eiser dat er sprake is van een verslechtering van de Natura 2000-gebieden, en dat het effect van de veehouderijen hierop evident is. Op grond van de Wet natuurbescherming moeten dus maatregelen getroffen worden.

De provincie erkent de verslechtering maar stelt dat intrekking een te vergaande maatregel is en dat het voorkomen van de verslechtering ook kan worden bereikt met minder vergaande maatregelen.

Oordeel rechtbank

De rechtbank stelt voorop dat de PAS-natuurvergunningen inderdaad in strijd met de wet zijn verleend, en dat de provincies daarom bevoegd zijn om die in te trekken.

Uit de Wet natuurbescherming volgt verder dat intrekking als maatregel verplicht is om de verslechtering van de natuurgebieden te voorkomen. Wel volgt uit de Logtsebaan-uitspraak dat welke maatregelen precies genomen worden binnen de discretionaire bevoegdheid van de provincie ligt. Er moet wel inzichtelijk worden gemaakt hoe dat precies gaat gebeuren.

De provincie heeft zich op het standpunt gesteld dat het voorkomen van verslechtering met andere maatregelen bereikt gaat worden, en het intrekken van de vergunningen dus niet strikt noodzakelijk is. Zij verwijst naar het Aanvalsplan Stikstof Limburg, waarin per Natura 2000-gebied staat beschreven hoe de stikstofdepositie gereduceerd gaat worden.

De rechtbank stelt de eisers in het gelijk en vernietigt de besluiten van de provincie. Wel worden de rechtsgevolgen in stand gelaten.

Dit omdat de provincie in haar verweerschriften, met verwijzing naar de verschillende uitkoopregelingen die in Limburg actief zijn, waren of gaan komen, inzichtelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een onvoorwaardelijke daling van tientallen mollen stikstofdepositie. De benodigde daling is hiermee voldoende inzichtelijk gemaakt, aldus de rechtbank.

Bron: Ruimtemeesters

Artikel delen