Zijn de als kasdak geplaatste zonnepanelen in strijd met de verleende bouwvergunningen? Voor het bouwen van de kassen zijn twee omgevingsvergunningen verleend. De vraag die aan de voorzieningenrechter ter beoordeling voorligt, is of het bouwen van kasdaken die 100% bestaan uit zonnepanelen past binnen de grenzen van wat er vergund is. Indien dit niet het geval is, bestaat er geen rechtsgrond voor de aanwezigheid van de zonnepanelen en handelen eisers in strijd met artikel 5.1, eerste lid, onder a, van de Omgevingswet.
In het licht van de aanvragen is in beide bouwvergunningen opgenomen dat de dakbedekking van glas in aluminium dakroeden wordt uitgevoerd. De kleur van de dakbedekking is blank (het glas) en zilverkleurig (de aluminium dakroeden). Naar het oordeel van de voorzieningenrechter wordt hiermee niet bedoeld dat het volledige kasdak met geïntegreerde (zeer beperkt licht-doorlatende) zonnepanelen kan worden uitgevoerd. De bouwvergunningen zijn aangevraagd voor ‘normale’ tuinbouwkassen, uitgevoerd in blank (lees: licht doorlatend glas) met zilverkleurige roeden. Daarvan is hier geen sprake.
De voorzieningenrechter is van oordeel en volgt het standpunt van verweerder en niet dat van eisers dat het dak is uitgevoerd in strijd met de verleende omgevings-vergunningen. Er bestaat geen grondslag voor het plaatsen van de zonnepanelen in het kasdak, waardoor dit kasdak niet meer of zeer beperkt licht-doorlatend is. Het hebben van de drijvende zonnepanelen in de waterbassins en het plaatsen van de zonnepanelen in het kasdak is in strijd met artikel 5.1, eerste lid, onder a, van de Ow. Er is daarom sprake van een overtreding.