Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Lelieteelt natuurvergunningplichtig?

Milieudefensie heeft op 31 maart 2018 verzocht om handhavend op te treden tegen de voorbereiding en teelt van lelies door Middenweg Vledder nabij het Natura 2000-gebied "Holtingerveld". Milieudefensie stelt dat het voorbereiden en telen van lelies bestaande uit de activiteiten grondwateronttrekking, drainage, beregening en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen een project is in de zin van artikel 2.7, tweede lid van de Wnb en daarom een vergunningsplicht geldt.

10 april 2025

Samenvatting

Samenvatting

Het college heeft het verzoek afgewezen, met de redenering dat er geen vergunningplicht is. Het college stelt dat gewasbeschermingsmiddelen geen effect hebben op Natura 2000-gebieden. Voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) beoordeelt het college of zo’n middel geen onacceptabele milieurisico’s met zich meebrengt. In deze samenvatting zal nader worden ingegaan op het stuk dat betrekking heeft op de gewasbeschermingsmiddelen en het oordeel van de Afdeling. De andere beroepsgronden zullen in deze samenvatting buitenbeschouwing worden gelaten.

Aangevallen uitspraak

De rechtbank heeft in haar uitspraak beoordeeld of de lelieteelt als een project in de zin van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb moet worden aangemerkt. Op basis van het PAS-arrest (Hof van Justitie, 7 november 2018, ECLI:EU:C:2018:882) concludeerde de rechtbank dat de lelieteelt een project is, aangezien het een fysieke ingreep in het milieu betreft. Hoewel de lelieteelt al sinds 1990 plaatsvindt, is het areaal uitgebreid van 1 ha naar 100 ha en wordt verdere uitbreiding voorbereid. Door deze schaalvergroting voldoet het project niet aan de definitie van één-en-hetzelfde project volgens het Hof, waardoor artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn (Hrl) van toepassing blijft. Dit betekent dat de lelieteelt een project is dat onder de werking van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb valt en het college daarom moet beoordelen of het project significante gevolgen heeft voor het Natura 2000-gebied.

Wat betreft het standpunt van het college dat zeker is dat gewasbeschermingsmiddelen geen effect kunnen hebben, omdat de percelen meer dan 250 m van het Natura 2000-gebied liggen, overweegt de rechtbank het volgende. Uit het RIVM-rapport "Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden" (OBO), blijkt namelijk dat restanten van gewasbeschermingsmiddelen zijn gevonden op meer dan 500 m afstand. Ook is het feit dat het Ctgb in zijn algemeenheid onderzoek verricht naar de gevolgen van gewasbeschermingsmiddelen op het milieu onvoldoende om te kunnen concluderen dat dit gebruik niet kan leiden tot effecten op Natura-2000 gebieden. De rechtbank stelt verder dat de voortoets die het college heeft laten uitvoeren enkel het effect van de nieuw aangelegde drainage aantoont, terwijl de lelieteelt veel meer dan alleen deze percelen beslaat. Bovendien heeft het college de cumulatieve effecten met andere projecten niet onderzocht. Hierdoor heeft het college niet voldaan aan zijn onderzoeksplicht.

Hoger Beroep

Gewasbeschermingsmiddelen

Het college stelt dat gewasbeschermingsmiddelen geen effect hebben op het Natura 2000-gebied Holtingerveld via verspreiding door de lucht, omdat de betrokken percelen op minimaal 250m afstand liggen. Dit wordt vergeleken met de teeltvrije zones uit artikel 3.80 van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Dat het OBO-onderzoek sporen van gewasbeschermingsmiddelen op meer dan 500 m afstand vond, acht het college weinigzeggend, omdat de herkomst van deze sporen niet vaststaat.

Milieudefensie betoogt dat de teelt van lelies, inclusief het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en drainage, als apart project moet worden beoordeeld onder de Hrl en Wnb. Onderzoek, waaronder het rapport van Meten=Weten (2020), toont aan dat gewasbeschermingsmiddelen tot op 4 km afstand worden aangetroffen, wat de door het college gehanteerde grens van 250m ondermijnt. Daarnaast stelt Milieudefensie dat deze middelen schadelijk zijn voor insectenpopulaties, met gevolgen voor de beschermde habitattypen zoals Vochtige heide en Droge heide en soorten zoals de heidesabelsprinkhaan en de kommavlinder (Gebiedsanalyse PAS, 2017). Omdat gewasbeschermingsmiddelen verschillende verspreidingspatronen hebben, vindt Milieudefensie de gehanteerde afstandsnorm onvoldoende onderbouwd. Verder stelt zij dat de teeltvrije zones uit artikel 3.80 van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet uitsluiten dat binnen de Wnb alsnog moet worden onderzocht of significante effecten optreden. Ook het feit dat niet te traceren is waar de stoffen vandaan komen is volgens Milieudefensie niet relevant.

Oordeel van de Afdeling

Gewasbeschermingsmiddelen

De Afdeling oordeelt dat het door Milieudefensie genoemde onderzoek samen met hetgeen zij betoogt over de insectenpopulaties voldoende aanwijzingen bevatten voor mogelijke effecten van gewasbeschermingsmiddelen op het Holtingerveld, waardoor het standpunt van het college onvoldoende is onderbouwd. Aan de uitkomsten van de onderzoeken kan in het licht van het voorzorgsbeginsel dat ten grondslag ligt aan artikel 2.7 Wnb, niet voorbij worden gegaan. De gehanteerde 250m afstandsgrens is niet wetenschappelijk onderbouwd en was in het OBO-onderzoek bedoeld voor effecten op omwonenden, niet specifiek op Natura 2000-gebieden. Ook het feit dat de door het college gehanteerde afstand groter is dan de teeltvrije zones in het Activiteitenbesluit milieubeheer is ontoereikend, omdat het doel van deze norm niet specifiek ziet op het uitsluiten van mogelijke gevolgen voor Natura 2000-gebieden. Daarnaast kan de Ctgb-goedkeuring niet als garantie dienen dat er geen gevolgen zijn voor Natura 2000-gebieden, aangezien de Ctgb-beoordeling geen rekening houdt met instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden. Gelet op bovenstaande is de onderbouwing van het college onvoldoende en volgt uit artikel 2.7 Wnb dat niet kan worden geconcludeerd dat er geen sprake is van een overtreding.

Dit kan grote gevolgen hebben voor de lelieteelt. Als een natuurvergunning aangevraagd moet worden voor het telen kan dat de kosten sterk doen stijgen alsmede veel juridische onzekerheid met zich meebrengen.

Bron: Ruimtemeesters

Artikel delen