Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Omgevingsvergunningen zonnepark Hilvarenbeek

De Afdeling heeft op 3 september 2025 geoordeeld over een tweetal projecten voor een zonnepark in de gemeente Hilvarenbeek.

10 September 2025

Zonneparken worden vaak planologisch mogelijk gemaakt middels de verlening van een tijdelijke omgevingsvergunning voor een periode van 25 jaar. Er zal dan wel een goed beleidskader moeten bestaan die de vestiging van dergelijke vaak omvangrijke zonneparken op landbouwgrond, soms groter dan 20 hectare, ruimtelijk aanvaardbaar moet maken.

Met deze twee zonneparken, ter grootte van 17,32 ha. en 16,4 ha. ging het aanvankelijk mis. De Afdeling oordeelde naar aanleiding van een beroep van omwonenden op 27 maart 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:1290) dat het college niet had gemotiveerd waarom de parken werden toegestaan op landbouwgrond terwijl deze gronden op basis van de voorkeursvolgorde van de zonneladder op de laatste plaats komt. Dat is in strijd met de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant. Het college verleende vervolgens de vergunning op 11 juni 2024 opnieuw met een verklaring van geen bedenkingen van de raad waarna de zaak weer bij de Afdeling kwam.

Zowel de provinciale zonneladder als de gemeentelijke uitwerking hiervan houden in dat eerst gekeken wordt naar het aanbrengen van zonnepanelen op daken en gevels, vervolgens naar grondgebonden panelen in stedelijk gebied of tegen het bestaande stedelijke gebied. Als laatste mogelijkheid geldt grondgebonden zonnepanelen in het buitengebied.

De Afdeling oordeelt, onder verwijzing naar haar uitspraak van 27 september 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:3624) dat dit niet betekent dat alle mogelijkheden in een “hogere” voorkeursvolgorde moeten zijn benut. Een grondige motivering voor het toestaan van een zonnepark in het buitengebied is wel een vereiste.

De omwonenden voeren een aantal beroepsgronden aan. In dit commentaar beperken we ons tot de eerder genoemde voorkeursvolgorde en de toepassing van de zonneladder.

De appellanten betogen dat niet goed is gemotiveerd hoe groot de potentie in de gemeente is voor grondgebonden panelen in bestaand stedelijk gebied. De totale oppervlakte zou hoger uitvallen en voorts is een deel van de potentiële locaties inmiddels afgevallen. Er zou dus sprake zijn van een motiveringsgebrek. Nu het college goed gemotiveerd heeft aangetoond dat de potentie in het stedelijk gebied beperkt is tot (slechts) 9.58 ha., acht de Afdeling deze motivering van het college voldoende.

Eenzelfde redenering geldt voor de mogelijkheden aansluitend aan bestaand stedelijk gebied. Ook daarvoor geldt dat er (volgens het college slechts) potentie is voor in totaal 23.12 ha. De Afdeling kan instemmen met de motivering door het college. Het beroep, en dat geldt ook voor de andere aangevoerde beroepsgronden, wordt ongegrond verklaard.

In een dichtbevolkt land als Nederland is de “strijd” om de ruimte in het buitengebied groot. Van oudsher is de landbouw dominant in het buitengebied. Maar er zijn veel meer claims op de schaarse grond waarbij niet alleen gedacht moet worden aan natuur. In de afgelopen 10 jaar, is daar ook energieopwek bijgekomen in de vorm van windturbines en zonneparken.

Uit de uitspraak blijkt weer dat een grondige beleidsvisie en bijpassende motivering om te komen tot realisatie van een tweetal zonneparken in het buitengebied van een gemeente noodzakelijk is.

Artikel delen