Uitspraken over verzoeken om plannen en vergunningen voor zes windparken in te trekken
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag (30 april 2025) negen uitspraken gedaan over verzoeken om plannen voor enkele windparken en de bijbehorende vergunningen voor de windparken in te trekken. In de kern komen alle uitspraken erop neer dat de al definitieve plannen en vergunningen voor de windparken niet op grond van het Europese recht hoeven te worden ingetrokken.
Raad van State 30 April 2025
Windparken
De uitspraken gaan over de plannen en vergunningen voor Windpark De Drentse Monden – Oostermoer, Windturbinepark Noord-Beveland, Windpark Jacobahaven, Windpark Bommelerwaard A-2, Windpark Galder en Windpark Den Tol Netterden.
Intrekkingsverzoeken
In alle gevallen voerden bezwaarmakers aan dat de bestuursorganen de plannen en de vergunningen hadden moeten intrekken als gevolg van het zogenoemde Nevele-arrest van het Europese Hof van Justitie in Luxemburg van juni 2020. In een
uitspraak van juni 2021(opent in nieuw venster) (verwijst naar een andere website) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak naar aanleiding van dit Europese arrest geoordeeld dat voor de “algemene normen voor geluid, slagschaduw en veiligheid die in Nederland gelden voor de bouw en het gebruik van windturbines op grond van het Europese recht een beoordeling moet worden gemaakt van de gevolgen voor het milieu.” Over de plannen en omgevingsvergunningen voor de windparken in deze zaken werd al vóór de Nevele-uitspraak van juni 2021 een uitspraak gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak. De plannen en omgevingsvergunningen zijn daarmee definitief geworden. De bezwaarmakers vinden echter dat die plannen en vergunningen moeten worden ingetrokken, omdat die in strijd met het Europese recht zouden zijn verleend, omdat voor die algemene normen geen milieubeoordeling is gemaakt.
Beoordelingskader
Het is niet de eerste keer dat de Afdeling bestuursrechtspraak zich buigt over zulke intrekkingsverzoeken voor windparken. In 2024 deed zij al uitspraken over intrekkingsverzoeken voor windpark
De Rietvelden(opent in nieuw venster) (verwijst naar een andere website) en windpark
Blauw(opent in nieuw venster) (verwijst naar een andere website). Bezwaarmakers voerden echter aan dat het beoordelingskader dat de Afdeling bestuursrechtspraak in die uitspraken hanteerde, niet juist is. Daarover voeren zij meerdere bezwaren aan. De Afdeling bestuursrechtspraak gaat er in de uitspraak over Windpark Drentse Monden - Oostermoer uitgebreid op in, maar komt tot de conclusie dat die bezwaren geen aanleiding zijn om haar toetsingskader aan te passen.
Niet verenigbaar
De Afdeling bestuursrechtspraak komt voor alle plannen en vergunningen tot het oordeel dat die “niet verenigbaar zijn met het Europese recht”. Ze zijn namelijk gebaseerd op de algemene normen voor geluid, slagschaduw en veiligheid waarvoor, zoals uit de Nevele-uitspraak van 2021 volgt, geen milieubeoordeling is verricht terwijl het Europese recht daartoe wel verplicht. Maar dat betekent niet dat de bestuursorganen nu verplicht zijn om die plannen voor de windparken aan te passen en de omgevingsvergunningen in te trekken. Zo’n verplichting volgt in deze gevallen namelijk niet uit het Europese recht.