Voor twee vernattingsmaatregelen is een aanvraag voor een natuurvergunning ingediend. Dit moet geschikt leefgebied creëren voor vogels zoals ganzen en lepelaars. Voor andere soorten wordt het leefgebied minder optimaal, namelijk voor de brand- en grauwe gans. Het college van gedeputeerde staten van Flevoland heeft de natuurvergunning geweigerd, omdat voor deze vernattingsmaatregelen geen natuurvergunning nodig is. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, hierna: “de Afdeling”, heeft in de uitspraak van 14 mei 2025, ECLI:NL:RVS:2025:2198 de vraag beantwoord of hiervoor wel een natuurvergunning nodig was. Volgens de Afdeling was dat niet noodzakelijk.
Die conclusie houdt verband met de vraag of de getroffen maatregelen beheermaatregel zijn, als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb. Dit artikel implementeert artikel 6 lid 3 van de Habitatrichtlijn. Als (onderdelen) van een project als een beheermaatregelen kwalificeren, zijn de onderdelen uitgezonderd van de vergunningplicht. De Afdeling overweegt:
Artikel 2.3 Wnb verplicht tot een beheerplan, maar is niet de enige bron voor beheermaatregelen. Beheermaatregelen kunnen dus ook buiten het beheerplan om bestaan.
De Afdeling overweegt dat een beheermaatregel een project is dat nodig is voor het beheer van een Natura 2000-gebied. Daarvoor moet worden vastgesteld of het project bijdraagt aan instandhoudingsdoelen en of het hoofddoel van het project het behalen van instandhoudingsdoelen zijn. Het college heeft daarbij beoordelingsruimte.
Uitsluitend die onderdelen van een project die verband houden met of nodig zijn voor de instandhoudingsdoelen zijn aan te merken als een beheersmaatregelen.
Ook als significante negatieve gevolgen te verwachten zijn voor andere soorten, sluit dat niet uit dat een project een beheermaatregel kan zijn. Uit de tekst van artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn en artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb volgt al dat de vraag naar de significante gevolgen pas aan de orde komt als een plan of project niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van het gebied. In dit geval is dus voor de kwalificatie of het project een beheermaatregel is, niet relevant dat het leefgebied voor de brandgans verslechtert en het project ten koste gaat van het leefgebied van de grauwe gans. De gevolgen van de vernattingsmaatregelen voor deze soorten moeten wel worden betrokken bij de beoordeling of deze vernattingsmaatregelen beheermaatregelen zijn. Dat heeft het college wel gedaan. En de Afdeling vindt die beoordeling voldoende: niet is gebleken dat de grenzen van de beoordelingsruimte zijn overschreden.
En, maatregelen die verband houden met of nodig zijn voor het beheer mogen tegelijk – secundair – een ander doel dienen, zolang de maatregelen primair voor het beheer worden genomen. De Afdeling wijst op de uitspraak van 16 maart 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:773, Projectplan Westelijke Langstraat), onder 5.3. Dat de vernattingsmaatregelen ook een recreatief doel dient is derhalve niet relevant voor de kwalificatie dat sprake is van beheermaatregelen.