Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Verricht Mobilisation for the Environment (MOB) voldoende relevante feitelijke werkzaamheden om ontvankelijk beroep te kunnen instellen?

4 juli 2024

Samenvatting

Samenvatting

In de uitspraak van 18 juni 2024 (ECLI:NL:RBMNE:2024:3813) oordeelt de Rechtbank Midden-Nederland bij wijze van tussenbeslissing in het vooronderzoek dat belangenorganisatie Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A. – bekend onder de afgekorte naam “MOB” - voldoende feitelijke werkzaamheden verricht om te kunnen worden aangemerkt als belanghebbende bij (in dit geval) het besluit om niet over te gaan tot intrekking van eerder verleende natuurvergunningen in de nabijheid van een Natura 2000-gebied. In juridisch-technische zin acht de rechtbank deze beoordeling noodzakelijk in de voorliggende zaak: als MOB niet als belanghebbende in de zin van art. 1:2 Algemene wet bestuursrecht (“Awb”) kan worden aangemerkt, het de belangenorganisatie worden verweten geen zienswijze tegen het (met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3:4 Awb voorbereide) ontwerpbesluit te hebben ingediend en is haar beroep niet-ontvankelijk (vgl. de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“Afdeling”) van 4 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:953).

Als MOB wél kwalificeert als belanghebbende, heeft zij wel toegang tot de bestuursrechter; in afwijking van art. 6:13 Awb geldt op grond van de Varkens in Nood-rechtspraak dat het achterwege blijven van een zienswijze tegen het voorgenomen omgevingsrechtelijke besluit de coöperatie niet wordt tegengeworpen (vgl. de Afdelingsuitspraak van 14 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:786). Maar los van de voorliggende zaak ziet de rechtbank met name in de omstandigheid dat het lang geleden is dat de bestuursrechter kenbaar heeft gecontroleerd of MOB voldoende feitelijke werkzaamheden verricht – de laatste keer was in 2014, zie de Afdelingsuitspraak van 19 december 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4736 – reden om ambtshalve en op kenbare wijze te controleren of nog steeds wordt voldaan aan de wettelijke eisen voor de toegang tot de bestuursrechter. Daarbij hoort volgens de rechtbank dat de samenleving in een openbare beslissing kennis kan nemen van de uitkomst van die controle, juist omdat de mede door MOB aangespannen (stikstof)zaken (i) grote juridische en maatschappelijke gevolgen hebben, (ii) MOB ondertussen ook in andere zaken procedeert, waarvoor dit ontvankelijkheidsoordeel van belang is, (iii) de vraag naar feitelijke werkzaamheden op een zeker moment ook anders kan worden beoordeeld, bijvoorbeeld omdat MOB geruime tijd geen relevante werkzaamheden meer heeft verricht en (iv) de uitkomst van de beoordeling of een partij belanghebbende is in de meeste gevallen niet kenbaar is terug te vinden in een beslissing of uitspraak van de bestuursrechter.

De rechtbank overweegt dat de vraag of iemand belanghebbende is een kwestie van openbare orde is die de bestuursrechter zelfstandig en onafhankelijk van de wil en de kennis van partijen moet beoordelen. Uit art. 1:2 Awb volgt dat degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, als belanghebbende kan worden aangemerkt. Bij rechtspersonen worden als hun belangen ook beschouwd de algemene belangen die zij in het bijzonder behartigen. Daarvoor moet worden gekeken naar (1) hun statutaire doelstellingen en (2) hun feitelijke werkzaamheden. Voor wat betreft de feitelijke werkzaamheden geldt volgens vaste rechtspraak dat het niet voldoende is als een organisatie alleen maar rechtelijke procedures voert (vgl. de Afdelingsuitspraak van 8 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:957). Naar het oordeel van de rechtbank verricht MOB doorlopend en nog steeds voldoende relevante feitelijke werkzaamheden, zodat MOB - gelet op haar statutaire doelstelling en haar feitelijke werkzaamheden - een belang in het bijzonder behartigt dat rechtstreeks is betrokken bij het bestreden besluit. MOB kan daarmee als belanghebbende in de zin van art. 1:2 Awb worden aangemerkt, zodat haar beroep ontvankelijk is.

Artikel delen