Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Windpark Beuningen uitvoerbaarheid en SMB richtlijn

Het bestemmingsplan “Windpark Beuningen” maakt het mogelijk om vier windturbines te realiseren, elk met een ashoogte van maximaal 155 meter en een rotordiameter van maximaal 165 meter. Naast de turbines voorziet het plan in een transformatorstation, kabels, onderhoudswegen en bijbehorende voorzieningen. De raad heeft ook een herstelbesluit genomen. Beide worden door de Afdeling beoordeeld.

27 June 2025

Samenvatting

Samenvatting

Noemenswaardig zijn de overwegingen over de uitvoerbaarheid.
Artikel 4.4.2 van de planregels bevat een zogenaamde ‘voorwaardelijke verplichting’: het gebruik van de windturbines is alleen toegestaan nadat een Verklaring Veilig gebruik Luchtruim (VVGL) van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is verkregen. Deze bepaling beoogt om de veiligheid van het luchtruim — hier in het bijzonder met betrekking tot een nabijgelegen helihaven - te waarborgen.
De Afdeling vindt dat de raad onvoldoende heeft onderbouwd dat een VVGL daadwerkelijk kan worden verkregen. Hoewel de technische oplossing (turbines stilzetten) plausibel klinkt, is de feitelijke uitvoerbaarheid onvoldoende zeker.
 
De Afdeling erkent dat de rapporten aannemelijk maken dat co-existentie van helihaven en windpark in beginsel mogelijk is, maar:

Er is nog geen afstemming geweest met de exploitant van de helihaven.

Onzeker is of de technische voorziening waarmee stilzetten van turbines mogelijk is, daadwerkelijk gerealiseerd kan worden.

De criteria die ILT hanteert bij het afgeven van een VVGL zijn onvoldoende duidelijk.

De raad heeft geen eerdere ervaring met het aanvragen van een VVGL.

 
Op grond hiervan stelt de Afdeling vast dat het niet voldoende aannemelijk is gemaakt dat artikel 4.4.2 (de voorwaardelijke verplichting) niet in de weg staat aan de uitvoerbaarheid van het plan. De planregels kunnen dus in de praktijk een belemmering vormen voor realisatie van het windpark.

Artikel delen