Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Artikel 4.5

  • 1

    Bij het in gebruik hebben en het beëindigen van het gebruik van een bovengrondse opslagtank die wordt dan wel werd gebruikt voor de opslag van zuurstof, kooldioxide, argon, helium of stikstof wordt ten behoeve van het voorkomen van risico’s voor de omgeving en ongewone voorvallen, dan wel voor zover dat niet mogelijk is het zoveel mogelijk beperken van de risico’s voor de omgeving en de kans dat ongewone voorvallen zich voordoen en de gevolgen hiervan, ten minste voldaan aan de bij ministeriële regeling te stellen eisen.

  • 2

    Indien in een inrichting een bovengrondse opslagtank, bestemd voor de opslag van zuurstof, op een afstand van minder dan 10 meter is gelegen van een andere opslagtank, bestemd voor de opslag van propaan, propeen of een gas als bedoeld in het eerste lid, is de opslagtank bestemd voor de opslag van zuurstof gelegen op een afstand van ten minste 20 meter van buiten de inrichting gelegen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.

Informatie geldend op 01-07-2020

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Activiteitenregeling milieubeheer

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Activiteitenregeling milieubeheer

  2. Besluit omgevingsrecht
    bijlage: II

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-07-2020)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-07-2019

wijziging

22-05-2019

Stb. 2019, 194

22-05-2019

Stb. 2019, 194

01-01-2017

wijziging

27-10-2016

Stb. 2016, 425

13-12-2016

Stb. 2016, 539

01-01-2010

wijziging

09-11-2009

Stb. 2009, 479

27-11-2009

Stb. 2009, 513

01-01-2008

nieuwe-regeling

19-10-2007

Stb. 2007, 415

26-11-2007

Stb. 2007, 472