Indien het bevoegd gezag vergunningvoorschriften vaststelt op basis van een beste beschikbare techniek die niet in een van de desbetreffende BBT-conclusies staat beschreven:
zorgt hij ervoor dat de techniek wordt bepaald rekening houdend met artikel 5.4, derde lid, van het besluit, en
is artikel 5.5, zesde en zevende lid, van het besluit van overeenkomstige toepassing.
Indien de in het eerste lid genoemde BBT-conclusies geen met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus bevatten, zorgt het bevoegd gezag ervoor dat de in het eerste lid bedoelde methode een niveau van milieubescherming garandeert dat gelijkwaardig is aan dat van de beste beschikbare technieken als beschreven in de BBT-conclusies.
(21-05-2020)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuw |
31-10-2012 |
05-12-2012 |
Opmerkingen
1) Treedt in werking op het tijdstip waarop het Wijzigingsbesluit Activiteitenbesluit milieubeheer, enz. (omzetting van Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies)(Stb. 2012/552) in werking treedt.