Door het bevoegd gezag vastgestelde emissiegrenswaarden worden uitgedrukt voor dezelfde of kortere periodes en voor dezelfde referentieomstandigheden als die welke gelden voor met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus van de relevante BBT-conclusies.
Indien het bevoegd gezag in afwijking van het eerste lid emissiegrenswaarden vaststelt met andere waarden, perioden of referentieomstandigheden:
verbindt het bevoegd gezag aan de vergunning als eisen voor de monitoring van de desbetreffende emissies de verplichting dat de resultaten van de monitoring:
beschikbaar zijn voor dezelfde termijn en referentieomstandigheden als voor de met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus;
regelmatig of ten minste jaarlijks worden gemeld aan het bevoegd gezag in een overzicht dat een vergelijking mogelijk maakt met de met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus;
worden weergegeven in een zodanig overzicht dat een vergelijking mogelijk is met de met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus;
beoordeelt het bevoegd gezag ten minste jaarlijks de resultaten van de monitoring van deze emissies, teneinde na te gaan of de emissies in normale bedrijfsomstandigheden niet hoger zouden zijn dan de met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus.
(21-05-2020)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuw |
31-10-2012 |
05-12-2012 |
Opmerkingen
1) Treedt in werking op het tijdstip waarop het Wijzigingsbesluit Activiteitenbesluit milieubeheer, enz. (omzetting van Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies)(Stb. 2012/552) in werking treedt.