Het maximale percentage subsidie en het maximale subsidiebedrag bedragen:
bij een project cofinanciering: maximaal 90 procent van het maximale bedrag als bedoeld in artikel 56, zesde lid, 56 ter, vierde lid of 56 quater, vierde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening en maximaal € 1.000.000,–, of maximaal € 1.620.000,– voor infrastructuur met lokale productie uit hernieuwbare energiebronnen, na aftrek van de Europese cofinanciering;
bij een project innovatiecluster: de maximale percentages genoemd in artikel 27, zesde en negende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening en gemiddeld maximaal € 150.000,–.
bij een project experimentele ontwikkeling: het maximale percentage genoemd in artikel 25, vijfde lid, onderdeel c, en zesde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening van de in aanmerking komende kosten en:
voor vervoermiddelen met de voertuigkwalificaties N1, N2, N3, M2 of M3, maximaal € 500.000,–;
voor vervoermiddelen met de voertuigkwalificaties L1 of L2, maximaal € 150.000,–;
voor voertuigen voor gebruik op luchthaventerreinen, maximaal € 500.000,–;
voor emissiearme mobiele machines, maximaal € 500.000,–;
voor emissiearme vaartuigen, maximaal € 500.000,–;
bij een project haalbaarheidsstudie: het maximale percentage genoemd in artikel 25, vijfde lid, onderdeel d, en zevende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening van de in aanmerking komende kosten en maximaal € 50.000,–;
bij een project proeftuin:
voor vervoermiddelen met de voertuigkwalificaties N1, N2, N3, M2 of M3, de toepasselijke maximale bedragen en percentages als bedoeld en genoemd in artikel 25, vijfde lid, onderdeel c, en zesde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening en maximaal € 2.000.000,–, en:
indien het project mede inhoudt een investering lokale infrastructuurvoorziening: het maximale bedrag bedoeld in artikel 56, zesde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening en maximaal € 1.000.000,– voor die investering, of
indien het project mede inhoudt een investering milieubescherming: de maximale percentages bedoeld in artikel 36, zesde en zevende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
voor vervoermiddelen met de voertuigkwalificaties L1 of L2 de toepasselijke maximale bedragen en percentages als bedoeld en genoemd in artikel 25, vijfde lid, onderdeel c, en zesde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening en maximaal € 150.000,–, en:
indien het project mede inhoudt steun voor een investering lokale infrastructuurvoorziening: het maximale bedrag bedoeld in artikel 56, zesde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening en maximaal € 75.000,– voor die investering, of
indien het project mede inhoudt een investering milieubescherming: de maximale percentages bedoeld in artikel 36, zesde en zevende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
voor voertuigen voor gebruik op luchthaventerreinen, de toepasselijke maximale bedragen en percentages als bedoeld en genoemd in artikel 25, vijfde lid, onderdeel c, en zesde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening en maximaal € 1.000.000,–, en:
indien het project mede inhoudt steun voor regionale luchthavens: het maximale bedrag bedoeld in artikel 56 bis, elfde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening en maximaal € 500.000,– voor die investering, of
indien het project mede inhoudt een investering milieubescherming: de maximale percentages bedoeld in artikel 36, zesde en zevende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
voor emissiearme mobiele machines, de toepasselijke maximale bedragen en percentages als bedoeld en genoemd in artikel 25, vijfde lid, onderdeel c, en zesde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening en maximaal € 1.000.000,–, en:
indien het project mede inhoudt steun voor een investering lokale infrastructuurvoorziening: het maximale bedrag bedoeld in artikel 56, zesde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening en maximaal € 500.000,– voor die investering, of
indien het project mede inhoudt een investering milieubescherming: de maximale percentages bedoeld in artikel 36, zesde en zevende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
voor emissiearme vaartuigen, de toepasselijke maximale bedragen en percentages als bedoeld en genoemd in artikel 25, vijfde lid, onderdeel c, en zesde lid van de algemene groepsvrijstellingsverordening en maximaal € 2.000.000,– en:
indien het project mede inhoudt steun voor havens: het maximale bedrag bedoeld in artikel 56 ter, vierde lid, of 56 quater, vierde lid van de algemene groepsvrijstellingsverordening en maximaal € 1.000.000,– voor die investering, of
indien het project mede inhoudt een investering milieubescherming: de maximale percentages bedoeld in artikel 36, zesde en zevende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
Bij een investering lokale infrastructuurvoorziening bedraagt de subsidie maximaal het verschil tussen de subsidiabele kosten en de exploitatiewinst van de investering bedoeld in artikel 56, zesde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
Bij steun voor havens bedraagt de subsidie maximaal het verschil tussen de subsidiabele kosten en de exploitatiewinst van de investering, bedoeld in artikel 56 ter, vierde lid, of 56 quater, vierde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
Voor onderzoeksorganisaties en niet-gouvernementele organisaties, niet handelend als onderneming, geldt een maximaal percentage subsidie van 100%.
(13-12-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-10-2021 |
intrekking-regeling |
16-10-2017 |
16-10-2017 |
|||||
wijziging |
23-04-2019 |
23-04-2019 |
||||||
nieuwe-regeling |
16-10-2017 |
16-10-2017 |