Wetenschappers luiden de noodklok, want het gaat slecht met de biodiversiteit. Wereldwijd staan 1 miljoen soorten op het punt van uitsterven. Ook worden natuurgebieden en ecosystemen in rap tempo opgeofferd. Waarom kunnen we niet zonder biodiversiteit? Dit zijn 6 redenen die jij ook zou moeten kennen.
Natuur speelt een belangrijke rol in het tegengaan van klimaatverandering. Wie bossen, toendra’s en oceanen aantast, zorgt ervoor dat broeikaskassen vrijkomen, waardoor de aarde sneller opwarmt. Een gevarieerd bos neemt meer koolstof op, zo wijst onderzoek uit. Daarnaast vormt diverse natuur een barrière tegen de gevolgen van extreem weer, zoals stormen, natuurbranden en lawines. Juist om klimaatverandering tegen te gaan, willen de VN, EU en wetenschappers tenminste 30% van alle ecosystemen een beschermde status geven. Bij WUR werken we aan geïntegreerde oplossingen met aandacht voor de wisselwerking tussen klimaat en biodiversiteit.
Twee derde van ons eten komt van maar negen gewassen. Dat terwijl we rond de 6000 planten kunnen verbouwen en eten. Dit maakt onze voedselvoorziening kwetsbaar. Kunnen we wel overleven zonder rijst, tarwe of soja? Daarom is het behouden en vergroten van de biodiversiteit van ons voedsel belangrijk. Zo kunnen we genetisch diversere gewassen kweken, die beter bestand zijn tegen ziektes en klimaatverandering. Of we gebruiken zeldzame koeienrassen die minder methaan uitstoten, zowel melk als vlees geven en robuuster zijn. Het aanpassen van de manieren waarop we voedsel produceren en consumeren is één van de grote opgaven voor de nabije toekomst, als we biodiversiteit én voldoende en gezond voedsel willen.
Bomen produceren zuurstof uit CO2. Planten zetten zonne-energie om in groei. Schelpdieren zuiveren het water. Bacteriën breken organisch materiaal af tot voedingsstoffen. Bijen bestuiven bloemen en gewassen, zodat die zich kunnen voortplanten. Zonder al deze levende organismen zouden we als mensen niet kunnen overleven. Hoe biodiverser de natuur, hoe meer van deze kostbare en essentiële ‘ecosysteemdiensten’ we kunnen waarborgen voor de toekomst.
Ons voedsel, maar ook energiebronnen, grondstoffen, bouwmaterialen en medicijnen komen uit de natuur. Als deze hulpbronnen verdwijnen, kunnen we geen nieuwe ontdekkingen meer doen. Misschien hebben we de oplossing voor duurzame energie of de genezing van kanker binnen handbereik, als we moeite doen die ecosystemen en plantensoorten te beschermen, te catalogiseren en te onderzoeken op potentie. Biodiversiteit is dus ook een soort ‘verzekering’ voor onbekende veranderingen in de toekomst.
Soorten zijn onderling van elkaar afhankelijk. Roof- en prooidieren, dieren en de plantensoorten die ze eten, schimmels in de bodem en boomwortels. Als een soort of ecosysteem verdwijnt, kan dat voor een kettingreactie zorgen. Andere soorten zullen niet kunnen overleven, of doen het juist te goed en zorgen daarmee voor een plaag. Denk maar aan overlast van muggen, de eikenprocessierups of de Japanse duizendknoop. Dieren kunnen ook ziektes (zoals COVID-19) overdragen aan elkaar en aan mensen, zeker wanneer we dichter op elkaar komen te leven. Meer genetische biodiversiteit zorgt ervoor dat soorten minder kwetsbaar zijn. Ook houden grote soorten kleinere soorten in evenwicht; het zijn juist de kleinere soorten die ziekteverwekkers met zich meedragen.
Natuur en biodiversiteit zorgen voor onze gezondheid , welzijn en kwaliteit van leven. Zo voelen mensen zich prettiger in de natuur, gaan beter met elkaar om en herstellen sneller van ziektes. Ook toerisme en recreatie drijven voor een belangrijk deel op natuurschoon. We ontlenen identiteit aan de plekken waar we graag zijn: je bent een echt bosmens, je voelt je helemaal thuis in de bergen of aan het strand. Verschillende leefwijzen en culturele gebruiken zouden niet kunnen voortbestaan zonder de natuur waar ze van afhankelijk zijn.