Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

7 aandachtspunten bij het implementeren van deelmobiliteit

Wat als er een krachtig middel is om de belangrijkste stedelijke problemen ruimtegebrek, vervuiling en ongelijkheid, aan te pakken? Deelmobiliteit biedt een veelbelovende oplossing maar het implementeren ervan is niet eenvoudig. In deze blog geven we zeven aandachtspunten bij de invoering van deelmobiliteit.

24 juli 2023

1. Ken de doelgroep

Deelmobiliteit bevindt zich in de beginfase en heeft daardoor nog niet zijn volledige potentieel benut. Een onderdeel waar nog veel winst te behalen valt, is de benadering van doelgroepen. Hoe maken specifieke doelgroepen gebruik van deelmobiliteit en wat zijn hun motieven? Breng eerst in kaart wie uw doelgroepen zijn. Deelmobiliteitsaanbod dat aansluit bij de wensen van de doelgroep zal hen eerder geneigd maken er gebruik van te maken.

Kennis over doelgroepen is nu echter erg versnipperd en vaak niet openbaar toegankelijk vanwege concurrentiegevoeligheid, met deelvervoeraanbieders als de voornaamste bron van informatie.

2. Voorkom verrommeling en kannibalisatie

Het invoeren van deelmobiliteit zonder een doordachte visie kan leiden tot ongewenste en zelfs tegengestelde resultaten. Overmatige (free-floating) deelmobiliteit, zoals deelscooters, kan leiden tot verrommeling van de openbare ruimte.

Een ander struikelblok is kannibalisatie, waarbij deelvervoer concurreert met het openbaar vervoer, waardoor bestaande ov-lijnen minder worden gebruikt en minder rendabel worden. Gedegen mobiliteitsadvies vergroot de kans dat u uw doelen op het gebied van CO₂-reductie, sociale inclusiviteit, bereikbaarheid en ruimtebesparing bereikt. 

3. Deelmobiliteit is niet de oplossing voor álles

Hoewel deelmobiliteit een belangrijke rol kan spelen bij het bereiken van grote doelen, is het geen alomvattende oplossing.

Afhankelijk van uw doelstellingen is een combinatie van maatregelen noodzakelijk. Het stimuleren van deelmobiliteit moet altijd gepaard gaan met het terugdringen van autogebruik en -bezit.

4. Deelmobiliteit staat niet op zichzelf

Het stimuleren van deelmobiliteit gaat altijd samen met het ontmoedigen van autobezit. Het is dus niet of-of, maar en-en: het zijn mechanismen die u tegelijkertijd inzet. Zo schept u de condities die nodig zijn om uw beleidsdoelen te halen. Zet u deelmobiliteit in zonder iets aan het autobezit te doen, of doet u alleen iets aan het autobezit en niets aan deelmobiliteit, dan ligt kannibalisatie op de loer.

Al met al geldt: deelmobiliteit is geen losstaand onderdeel, het is onderdeel van een integrale aanpak. Het is bovendien een aanvulling op openbaar vervoer of andere modaliteiten.

5. Stuur deelmobiliteit centraal aan

De huidige aanpak van deelmobiliteit mist vaak een duidelijke vorm van sturing. Er heerst nog vaak een hoog laissez-faire mentaliteit. Het implementeren van concessies voor deelmobiliteit kan echter van grote waarde zijn. Hierbij kan de structuur van concessies, zoals die wordt toegepast in het openbaar vervoer, als inspiratie dienen.

Door één concessieverlener voor deelmobiliteit per regio aan te stellen, kan de regie worden teruggebracht. Dit vergroot de kans dat deelmobiliteit optimaal wordt verspreid over de regio, zelfs in gebieden die commercieel minder aantrekkelijk zijn voor deelmobiliteitsaanbieders. Op deze manier wordt de toegankelijkheid van deelmobiliteit verbeterd, ook voor kwetsbare doelgroepen.

6. Standaardiseer uw procedures rondom deelmobiliteit

Maak beleid met betrekking tot parkeerplaatsen voor deelauto's, net zoals u parkeernormen hanteert bij de aanleg of herstructurering van een wijk. 

7. Maak deelmobiliteit toegankelijk

Tot slot: maak deelmobiliteit toegankelijk voor iedereen. Belangrijk hierbij zijn: het moet makkelijk in gebruik zijn, betaalbaar en er moet voldoende aanbod zijn. Het gebruik van een deelauto moet net zo eenvoudig zijn als het nemen van het openbaar vervoer, en het moet aansluiten bij de behoeften van verschillende doelgroepen.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter