In de energietransitie speelt waterstof een belangrijke rol. Vooral in de industrie, want daar zitten de grootverbruikers die moeten omschakelen naar duurzame energie. Om de industrie in Nederland te verbinden met elkaar, met waterstofopslag en -importlocaties en het buitenland, bouwen we waterstofleidingen. Daarbij benutten we zoveel mogelijk bestaande leidingen die geen dienst meer doen voor het transport van aardgas. Jarno Geuzinge is als projectmanager verantwoordelijk voor de realisatie van het waterstofnetwerk in Noord-Nederland.
In de noordelijke industriegebieden van Eemshaven en Delfzijl zitten grote potentiële producenten en afnemers van waterstof. Aansluiting op het landelijke netwerk is daarom belangrijk, vindt het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), dat Gasunie opdracht gaf een netwerk aan te leggen. Dat netwerk moet vraag en aanbod van waterstof verder stimuleren, vertelt Jarno: ‘Door de verbinding te maken naar het landelijke waterstofnetwerk zorgen we ervoor dat de industrie toegang krijgt tot waterstof als schonere energievorm. Op het Limburgse industrieterrein Chemelot wordt bijvoorbeeld erg veel energie verbruikt, maar is er nauwelijks productie van waterstof. Door het te koppelen aan de waterstofproductielocaties in Groningen, Zeeland en Amsterdam kan de CO2-uitstoot er enorm afnemen. Het uitgebreide netwerk moet dus leiden tot een groeiende vraag naar waterstof.’
Ook HyStock, de Nederlandse waterstofopslag in Zuidwending, wordt op het netwerk aangesloten. Daarnaast komen er twee grensverbindingen naar Duitsland. Jarno: ‘Voor de invoeders, ofwel de waterstofproducenten in ons cluster is dat ook belangrijk, want zij hebben ook afnemers in Duitsland. Kortgezegd zorgen wij ervoor dat producenten en afnemers in de toekomst 24/7 kunnen beschikken over een goed functionerend waterstofnetwerk.’
Om tot al deze verbindingen te komen, realiseert Gasunie-dochter Hynetwork alleen al in Noord-Nederland ongeveer 80 kilometer aan nieuwbouwleidingen en zo’n 130 kilometer aan omgebouwde aardgasleidingen. De bouw gaat in 2026 echt van start en gaat naar verwachting door tot eind 2027. ‘We zijn al druk met de voorbereidingen,’ zegt Jarno. ‘We gaan twee bestaande aardgasleidingen verbinden, zodat je één lange transportleiding krijgt, van ongeveer 105 kilometer lang, vanuit Tjuchem naar compressorstation Ommen. Dat werk hebben we naar voren gehaald in de planning, omdat het grote voordelen geeft. We hoeven hierdoor namelijk maar één lange leiding te inspecteren, in plaats van twee. En daar besparen we meer dan een miljoen euro mee. Het is bovendien veiliger, omdat je een keer minder hoeft te inspecteren. Het is dus ook milieuvriendelijker.’
‘Het al eerder verbinden van de twee leidingen heeft ook een transport-technische reden. ‘We kunnen nu nog het leidingsysteem van de NAM gebruiken. Dit wordt immers op termijn verwijderd vanwege het sluiten van de gasvelden.’
Als de leiding tussen Tjuchem en Ommen na de inspectie is vrijgegeven, kan Jarno’s team de leiding van het aardgasnetwerk loskoppelen. ‘En dan beginnen de grote ombouwwerkzaamheden. Die vinden plaats in een werkend aardgassysteem, daarom doen we regelmatig allerlei veiligheidsberekeningen en -controles. Het aanleggen van een nieuwe waterstofleiding gaat net als bij een aardgasleiding – de leidingen zijn gemaakt van hetzelfde materiaal en hebben dezelfde coating. Bij ombouw verwijderen we het aardgas uit de leiding met behulp van stikstof – dat neutraliseert het gevaar dat waterstof in aanraking komt met zuurstof. Vervolgens drijven we de stikstof er weer uit door een prop door de leiding te laten gaan.’
‘Ons team werkt daarbij heel goed samen, met veel creativiteit. Zo hebben we aan elkaar gelaste leidingstukken zodanig gebogen dat ze een bocht kunnen maken – iets wat we niet eerder binnen Gasunie hadden gedaan. We zijn ook erg bezig met veiligheid, samen met de aannemers. Verder doen we er alles aan om de overlast in de omgeving te minimaliseren. De beschikbare resources zijn schaars, maar door creativiteit en samenwerking kom je tot mooie oplossingen.’
‘Dit werk levert een concrete bijdrage aan de energietransitie. Binnen mijn team vindt iedereen het mooi dat we dit niet voor onszelf, maar voor volgende generaties doen. Het geeft mij ook nieuwe energie!’