Alleen, met je kinderen of je geliefde een dagje erop uit, olifanten kijken, in de achtbaan of wegdromen voor een mooi schilderij… In Nederland trekken attractieparken, dierentuinen, musea en natuurparken jaarlijks miljoenen bezoekers. In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bestudeert AT Osborne in een consortium met Platform 31, VINU en Bureau BUITEN de mogelijkheden om de mobiliteit naar en van deze attracties te verduurzamen.
Volgens een wereldwijde trend staat duurzaamheid ook bij Nederlandse attracties volop in de aandacht. Daarbij gaat het vooral om de verduurzaming in het aanbod van hun producten en diensten. Denk aan het gebruik van zonnepanelen, circulaire afvalscheiding, duurzame merchandise of het aanbieden van vegan maaltijden. Deze maatregelen vinden vooral plaats binnen de muren of hekken van de attractie. Voor de verduurzaming van de mobiliteit van en naar de attractie zijn zij vooral afhankelijk van andere partijen.
Musea in grote steden zijn over het algemeen goed bereikbaar met het openbaar vervoer. In combinatie met de vaak hoge parkeerkosten in de stad kiezen bezoekers er daarom meestal voor om via het OV te reizen. Maar voor pretparken, dierentuinen of natuurparken die wat landelijker gelegen zijn, ligt dat toch wat anders. Zij zijn echt aangewezen op een goede busverbinding die naadloos aansluit op het treinverkeer. Kortom, onderzoek naar de mogelijkheden om het reisgedrag van bezoekers te vergroenen is van groot belang.
“Als adviesbureau met uitgebreide kennis op het vlak van duurzame mobiliteit zijn we blij met deze opdracht, waarin we met voor ons nieuwe partners aan de slag mogen met dit interessante vraagstuk”, zo laat adviseur Kirsten Teulen weten. “Ook wij geloven dat een duurzame reis over een paar jaar doodnormaal is en onderdeel uitmaakt van een dagje uit. Zo’n duurzame reis moet dan de beste optie voor de bezoeker zijn, omdat het snel, simpel en soepel loopt. Hoe we dat met z’n allen kunnen bereiken, gaan we met het consortium en alle betrokken partijen bestuderen.”
Kirsten: “In onze aanpak kijken we heel bewust naar de context: wat voor type dag-attracties en bezoekers zijn er? Uit welke regio’s komen de bezoekers en waar liggen de bestemmingen? Gaat het om gebieden waar mensen in sterke mate op een auto zijn aangewezen, of zijn er juist betrouwbare, snelle opties via het openbaar vervoer. Om mogelijke kansen straks te kunnen opschalen, is het aanjagen van netwerken, het verbreden van kennis en het zorgen voor commitment van alle partijen enorm belangrijk. Want alleen langs die weg kun je met elkaar een echte transitie in gang zetten.”
