De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) constateert dat er een ingewikkelde juridische situatie is ontstaan rondom isoleren en het beschermen van vleermuizen en andere soorten. Het is goed dat de overheid werkt aan maatregelen maar desondanks kan er nu minder snel worden geïsoleerd. Dat is slecht nieuws voor bewoners die met een te hoge energierekening kampen en een speelbal zijn van geopolitiek ontwikkelingen. Ook halen we zo de klimaatdoelen niet. “Het is echt een rotsituatie dat er door de wettelijke beperkingen zoveel minder geïsoleerd kan worden. Dat zet de isolatieopgave en het isolatietempo sterk onder druk,” zegt Olof van der Gaag, voorzitter NVDE. De NVDE heeft ideeën hoe het beleid zo ingericht kan worden dat er toch nog zo goed mogelijk geïsoleerd kan worden, zonder dat de vleermuizen eronder lijden.
De uitspraak van de Raad van State op 2 augustus 2023 leidde tot veel vragen bij huiseigenaren, gemeenten en isolatiebedrijven over wat nu wel en niet mag bij isolatiewerkzaamheden, specifiek bij spouwmuurisolatie, volgens de Wet natuurbescherming. In deze wet staan regels voor de bescherming van dieren en planten in Nederland, waaronder bijvoorbeeld vleermuizen.
Door de uitspraak van de Raad van State en de daarop aangekondigde (tijdelijke) werkwijze in de kamerbrief van 4 oktober komen isolatiewerkzaamheden in de knel. Dit heeft gevolgen voor het isolatietempo, de betaalbaarheid van (spouwmuur)isolatie en voor de bedrijfscontinuïteit van isolatiebedrijven. Hierdoor blijven teveel mensen met een te hoge energierekening zitten.
In zijn kamerbrief van 22 december beschrijft demissionair minister De Jonge de uitrol van de tijdelijke werkwijze natuurinclusief isoleren. Isolatiebedrijven moeten volgens de brief gaan werken met een natuurkalender. Die bepaalt dat zij in bepaalde periodes van het jaar de woning ‘natuurvrij’ moeten maken (zorgen dat vleermuizen er wel uit, maar niet meer in kunnen). In de maanden erna kunnen ze dan de woning isoleren, mits deze mitigerende maatregelen op tijd zijn uitgevoerd. Het ontslaan van werknemers ligt daarmee op de loer, omdat een (te) flexibele inzet nodig is en de bedrijven hebben maandenlang weinig inkomsten. Hierdoor worden isolatiemaatregelen duurder en kunnen er minder worden uitgevoerd. Het mogelijk maken voor het krijgen van subsidie binnen de ISDE-regeling voor (een deel van) de kosten voor het natuurvrij maken, is (slechts) een stukje van de puzzel.
De NVDE waardeert het dat de minister de wil heeft om praktische oplossingen te vinden binnen de huidige complexe juridische werkelijkheid en budget uittrekt om gemeenten en provincies daarin te ondersteunen. De minister benoemt dat er onderzoeksmethoden ingezet kunnen worden om uit te sluiten dat er vleermuizen in een woning verblijven. In een woning zonder vleermuizen of verblijfplaatsen kan immers het hele jaar geïsoleerd worden, dus dan hoeft de natuurkalender niet gevolgd te worden. De NVDE juicht het mogelijk maken van deze (innovatieve) onderzoeksmethoden toe. Wel maakt ze zich zorgen dat deze onderzoeksmethoden er nog niet zijn, terwijl de tijdelijke werkwijze wel al ingaat (verwacht in Q1 2024). Juist omdat de maanden waarin niet gewerkt mag worden, het broed- en kraamseizoen vanaf april, al snel volgen. Hierdoor dreigen we een heel ‘isolatiejaar’ te verliezen. De NVDE vindt dat deze tijdelijke werkwijze met de natuurkalender, pas zou moeten ingaan zodra er een gevalideerde óf overeengekomen (tussentijdse) onderzoeksmethode is om te checken of er überhaupt vleermuizen of verblijfplaatsen in een spouwmuur zitten. Bedrijven uit de isolatiesector werken ondertussen hard aan methoden om (de aanwezigheid van) vleermuizen en verblijfplaatsen op te sporen dan wel uit te sluiten.
De NVDE ziet in de vertraging door de vleermuizenproblematiek een extra reden om met een grootschalige nieuwe impuls hele wijken tegelijk te verduurzamen. We kunnen zoveel vertraging in de isolatieopgave niet gebruiken. De NVDE deed daarvoor eerder een voorstel waarmee ruim een miljoen woningen verduurzaamd kunnen worden. De bewoners krijgen daardoor een structureel lagere energierekening.