Tijdens de VN-Klimaatconferentie in Dubai (COP28) heeft Nederland een internationale coalitie gelanceerd om fossiele subsidies af te bouwen. Landen die bij de coalitie zijn aangesloten zijn onder andere Nederland, Oostenrijk, België, Ierland, Spanje, Finland, Antigua en Barbuda, Canada, Frankrijk, Denemarken, Costa Rica en Luxemburg.
Een duurzame en CO2-vrije wereldeconomie vraagt om het afbouwen van fiscale en financiële voordelen voor fossiele brandstoffen. Daarom is in 2021 tijdens de Klimaattop in Glasgow afgesproken inefficiënte fossiele brandstofsubsidies af te bouwen, nadat de G20-landen dit al in 2009 besloten.
Uit een analyse van het Kabinet bleek dat in Nederland ongeveer de helft van alle fossiele voordelen vastzit in internationale afspraken, zo’n 20 miljard. Als Nederland die wil afbouwen moet het dus optrekken met andere landen. Ook omdat het belangrijk is te voorkomen dat uitstoot van broeikasgassen en economische activiteit vervolgens plaatsvindt op andere plekken op de wereld. Daarom heeft Nederland een coalitie opgericht die gezamenlijk gaat optrekken bij het afbouwen van deze voordelen. De aanpak richt zich op de volgende drie pijlers:
De eerste stap om fossiele subsidies af te bouwen is beter inzicht krijgen per land. De aangesloten landen willen een overzicht van hun fossiele subsidies publiceren vóór de volgende VN-Klimaatconferentie (COP29) in 2024. Samenwerking tussen landen en internationale organisaties (zoals IMF, OECD, WTO, IEA, IMO en ICAO) is hiervoor cruciaal. Dit geldt ook voor het ontwikkelen van een rekenmethode die door ieder land kan worden gebruikt.
De coalitie werkt samen bij het identificeren en aanpakken van internationale barrières die het afbouwen van fossiele subsidies in de weg staan. Nederland heeft recent een inventarisatie gedaan waaruit blijkt dat de helft van alle subsidies voortkomt uit internationale afspraken. Voorbeelden zijn de vrijstelling van accijns op zware stookolie in de scheepvaart en de vrijstelling van accijns op het verbruik van brandstoffen in de internationale luchtvaart. Andere landen lopen tegen dezelfde barrières aan en willen dit graag gezamenlijk aanpakken.
Er komt een internationale dialoog om kennis te delen, nationale strategieën voor de afbouw van fossiele voordelen te ontwikkelen en te streven naar gezamenlijke actie om weglekeffecten (het verplaatsen van vervuilende economische activiteiten) te minimaliseren. Zo kan er ook een gelijk speelveld tussen landen worden behouden. Deze internationale dialoog kan jaarlijks plaatsvinden tijdens COP-bijeenkomsten.
Minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten: “Fossiele subsidies hebben geen plek in een schone economie en moeten worden afgebouwd. Daarom is in Nederland voor zo’n 4.8 miljard euro de afbouw al ingezet. Tegelijkertijd zien we dat de helft van alle subsidies vastzit in internationale afspraken en moeten we dus samenwerken met andere landen. Daarom is het goed nieuws dat we vandaag een internationale coalitie lanceren die samen fossiele subsidies wil afbouwen. Dat doen we door het scheppen van transparantie, het aanpakken van internationale afspraken en het samenwerken bij nationale afbouwtrajecten.”