De EU heeft zich gecommitteerd aan de EU Green Deal om zo de transitie naar een meer duurzame economie mogelijk te maken. Tegelijkertijd wil de EU competitief blijven om een goed ondernemersklimaat te faciliteren. Deze twee doelen lijken elkaar vooral op de korte termijn te bijten vanwege de administratieve last die het met zich meebrengt om aan de huidige duurzaamheidswet- en regelgeving te kunnen voldoen. Om enerzijds aan de duurzaamheidsdoelen te kunnen voldoen en aan de andere kant de lasten te verminderen om zo competitief te kunnen blijven, stelt de Europese Commissie een Omnibus pakket voor dat o.a. de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CS3D) wijzigt. Die wijzigingen zien vooral op het vereenvoudigen en stroomlijnen van de wet- en regelgeving, zonder de beoogde duurzaamheidsdoelstellingen uit het oog te verliezen. Hieronder een kort overzicht van de meest in het oog springende voorgestelde wijzigingen:
CSRD:
Scope CSRD: De scope van ondernemingen die onder de CSRD vallen, wordt aanzienlijk beperkt. Waar onder het huidige regime vrijwel alle beursgenoteerde en grote ondernemingen moeten rapporteren over duurzaamheid in hun jaarverslag, vallen onder het wijzigingsvoorstel alleen nog ondernemingen met meer dan 1000 medewerkers met 50 miljoen euro omzet of een balanstotaal van 25 miljoen euro. Dat betekent dat het aantal ondernemingen dat naar verwachting onder de CSRD zal gaan vallen met 80% reduceert. Ook sluit deze scope meer aan bij de CSDDD.
Definitief uitstel: Voor grote ondernemingen die over 2025 (wave 2) en beursgenoteerde kleine en middelgrote ondernemingen die over 2026 (wave 3) zouden moeten rapporteren, wordt de eerste rapportageverplichting twee jaar opgeschoven. Wave 2 dient daarom te rapporteren met ingang van boekjaar 2027 en wave 3 met ingang van boekjaar 2028. Dit “stop-the-clock” onderdeel van het voorstel is een apart voorstel zodat het versneld kon worden behandeld. Boekjaar 2025 is immers al aangevangen. Het is dan ook recent aangenomen door de Europese Raad en het Europees Parlement. Alleen de definitieve tekst moet nog formeel goedgekeurd worden door de Europese Commissie.
Beperkingen in de waardeketen: Ondernemingen die niet (meer) onder de CSRD vallen, kunnen binnen hun waardeketen nog steeds verzoeken verwachten van ondernemingen die wél onder de CSRD vallen en dus over hun waardeketen dienen te rapporteren. Voor die out-of-scope ondernemingen stelt de Commissie een vrijwillige standaard voor, gebaseerd op de VSME standaard. Door middel van deze standaard, kunnen ondernemingen buiten de scope van de CSRD eenvoudig gestandaardiseerd rapporteren aan de zakelijke partners in de waardeketen die wel onder de CSRD vallen. Ook wil de Commissie dat deze standaard volstaat en de out-of-scope ondernemingen aan rapportageplichtige ondernemingen niet verplicht kunnen worden aanvullende informatie hoeven te verschaffen.
ESRS herzien: De Commissie wil de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) herzien met als doel deze te vereenvoudigen en te verduidelijken.
CS3D:
Uitstel: Naast de CSRD voor sommige ondernemingen met twee jaar uit te stellen, stelt de Commissie ook voor om sommige ondernemingen die aan de CS3D moeten voldoen een jaar extra te geven. Ook dit uitstel was verpakt in het aparte voorstel dat begin april is goedgekeurd en dus zo goed als definitief is. Deze Ondernemingen hebben daardoor een jaar langer de tijd om zich voor te bereiden op naleving van de CS3D.
Beperking onderzoek in de activiteitenketen: De onderzoekverplichtingen in de activiteitenketen worden in het voorstel beperkt tot alleen de directe zakenpartners, tenzij er plausibele informatie is dat er negatieve effecten opreden bij een indirecte zakenpartner. In het laatste geval dient nader onderzoek plaats te vinden. Daarnaast wordt de informatie die gevraagd kan worden van directe zakenpartners zijnde klein en middelgrote ondernemingen (minder dan 500 medewerkers) beperkt tot wat zij verstrekken onder de vrijwillige standaarden (zie hierboven), tenzij aanvullende informatie noodzakelijk is en die informatie niet op een andere wijze kan worden verkregen. De periodieke evaluatie die ondernemingen nu ieder jaar moeten uitvoeren wordt aangepast naar iedere vijf jaar, tenzij er redelijke gronden zijn dat zich eerder nieuwe risico’s openbaren.
Beperking maatregelen bij potentiële en feitelijke negatieve gevolgen: Onder de huidige CS3D moeten ondernemingen die potentiële of feitelijke negatieve gevolgen identificeren en die niet verholpen of verlicht kunnen worden, als laatste redmiddel de relatie met de betreffende zakenpartner beëindigen. Dit laatste redmiddel wordt omgezet in een verplichting tot opschorting zolang partijen geen oplossing hebben gevonden.
Klimaattransitieplan: Ter bestrijding van klimaatverandering zijn ondernemingen onder de CS3D verplicht om een transitieplan voor klimaatverandering op te stellen en uit te voeren. De verplichting om het plan uit te voeren is in het voorstel geschrapt en vervangen door uitvoeringsmaatregelen die in het plan moeten worden opgenomen.
Aansprakelijkheid: Het voorstel wijzigt ook het artikel over civiele aansprakelijkheid en het recht op volledige schadevergoeding. Het voorstel verwijst expliciet naar nationaal recht voor de aansprakelijkheid en schadevergoeding. Het nieuwe voorstel trekt de schending van de CS3D ook breder, namelijk tot schendingen van de due diligence verplichtingen in algemene zin, in plaats van -zoals in de huidige tekst – het verwijzen naar een specifieke schending van bepaalde artikelen uit de CS3D.