Al met al dragen de tariefstructuren er niet aan bij om productie en flexibiliteit te ontsluiten bij afnemers op hogere spanningsniveau’s. Dat is jammer, omdat de financiële tariefprikkel bij afname vele malen hoger kan zijn dan bij de voorgenomen invoedtarieven, en de inspanningen van afnemers om flexibeler en minder intensief het net te gebruiken opgeteld toch veel kunnen bijdragen. Als bijvoorbeeld meerdere grote afnemers in plaats van 20 hoge kWmax pieken per maand, slechts 2 of 3 pieken registeren, zou dit doorgaans ook moeten leiden tot minder hoge pieken in de netbelasting (ervan uitgaande dat deze pieken doorgaans niet allemaal gelijktijdig plaatsvinden).
Om grootverbruikers de financiële prikkel hiervoor te geven, zou ook de tariefstructuur voor verbruik op hogere spanningsniveau’s moeten worden aangepast. Zo zou de kWmax(gewogen) in plaats van per maand, standaard per week kunnen worden berekend en gefactureerd. Ook kan worden gedacht aan de introductie van een aanvullend kWh volumetarief, waardoor de inspanningen van grootverbruikers tot efficiënter netgebruik meer evenredig met transportkostenbesparingen worden beloond.
Uiteraard zal het kunnen voorkomen dat bij gelijktijdigheid van pieken van grootverbruikers alsnog de volledige capaciteit van het net nodig is voor het transport. Desalniettemin zou dat in principe minder vaak voor hoeven te komen, en hoeft de netbeheerder minder te spenderen aan congestieproducten om alsnog meer transportcapaciteit te creëren. En zelfs als dat niet of nauwelijks goedkoper is, heeft de netbeheerder ten minste meer restcapaciteit om alternatieve transportrechten aan te bieden.
Gelukkig lijkt de ACM van de problematiek op de hoogte: in haar publicatie “
Uitgangspunten voor de tariefstructuur elektriciteit” van 17 juli 2024 schreef de ACM dat “
Flexibele netgebruikers op hogere spanningsniveaus [...]
het soms als een belemmering [ervaren]
dat incidenteel netgebruik al direct tot hoge kosten leidt, omdat alle kosten via de tariefdragers kW gecontracteerd en kW max in rekening worden gebracht en niet via een kWh-tarief.” In diezelfde publicatie merkte de ACM op dat voor de verschillende tariefstructuren tussen hoogspanning en de spanningsniveau’s daaronder geen goede verklaring is, anders dan dat historisch zo gegroeid is. De ACM ziet daarom in haar bredere herziening van de tariefstructuren aanleiding om een zoveel als mogelijk uniforme tariefstructuur voor alle spanningsniveau’s vast te stellen. Over dat uniforme tarief vermeldt zij bovendien dat dat in ieder geval deels op capaciteit en deels op volume gebaseerd zal zijn.
Congestiemanagement als business case